229 resultaten
Bruheze, van | 1566-12-27
R.A.Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden 242
Achternamenindex
schepenen van Ammerzoden getuigen dat Jan Holl Heinricsz promisit Gillis Jansz tbv Roberta de Bever (in de kant Roberta van Beveren), weduwe van Robbert van Brauhesen 6 gouden gld te heffen uit het huis en hofstad daar Jan Holl voors op woont, belend: de heer van Ammersoyen, Goessen Brant. Verder uit 2 morgen land op de Stroacker, ongescheiden en niet bedijkt, daar Willem Teuwen de wederhelft van heeft, losbaar met 100 g.gld
Arkel, van | 1568-10-09
R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 242
Achternamenindex
voor schepenen dragen Aernt Petersz en zijn vrouw Geertien Jansdochter over aan Jan bastaard van Arckel voor 100 £: - hun huis en erf tot Ammerzoden, geheten de Molen, belend tussen de kosterij te Amerzoden en Dirck Cornelisz; - nog 1 ½ morgen ongedeeld land, waarvan het wederdeel aan Aernt Cornelisz toebehoort, geheten De Weijde, in het gericht van Amersoden, belend aan de ene zijde Bernt Willemsz"; vervolgens verhuurt Jan de bastaard deze hofstede weer aan de verkopers
Arkel, van | 1670-06-16
Taxandria jg 48 p 117, 166/Ned leeuw jg 1940 p 90
Achternamenindex
de Ypelaer, eigendom van Sebastiaen van Ypelaer, die onder curatele gesteld is, wordt verkocht aan Thomas Walraven van Arckel van Amelroy, Wordragen en Well, enige zoon van Otto van Arkel. Thomas huwde in 1640 (huwelijkscontract 07-13) met Johanna Barbara de la Kethulle (dochter van Louis heer van Rijhove en Emerentia van Ravenswaij) geboren 1622, gedoopt door de pastoor van Halsteren. Thomas werd in 1641 beleend met Ammerzoden en stierf 1693-10-23
Rossem, van | 1622-06-24
R.A. Arnhem R.A. Heerlijkheid Ammerzoden Inv no VIII
Achternamenindex
handgemeen tussen Ariaen Jan de Netsz tegen Peter Rossem, boete 1 alde scilt; 1623-07-02: Steven Lambertsz en Jan Willemsz Rossem getuigen op verzoek van schout en schepenen van Ammerzoden dat zij van hen aangenomen hebben om een cam te betuijnen volgens cuer; Jacob van Neck keurde dit niet goed en verbood het hun; 1624-12-23: mr Jacop, surgyn tot Vlymen, klacht over Jan Willemsz Rossum dat hij Jacob 30 gld schuldig is
Gier, de | 1647-08-01
R.A. Arnhem Arch Ammerzoden 245
Achternamenindex
de broers Aert en Jacob Adriaens Krijnen verkopen aan Dirk Wouters de Gier ⅙ deel in 8 hont land in Ammerzoden, achter Wordragen, genaamd de Hoge Morgen; 1647-09-03 (?): Peter de Gier vestigt een tijns op 1 morgen land; 1647-10-17: Adriaen Peter Reijer en Styntken Peters de Gier "verclaren makander genomen te hebben voor echte man en huysvrouw, .. en gelijck alsoff zij wettelyck getrout waren geweest soo waerlijck moet haer God helpen en het Heylich Evangelius"
Gier, de | 1644-09-30
R.A. Arnhem Arch Ammerzoden 245
Achternamenindex
testament van Dirck Woutersz de Gier: zijn oudste zoon Wouter Dirksz de Gier zal ontvangen het leen dat hij houdt van de heer van Ammerzoden; zijn zes andere jongere kindren zullen elk 800 Kar gld uit zijn andere goederen ontvangen. 1645-03-01: Oth Jansz van der Steech, tevens als vader van zijn zoon bij Lysken Adriaensz de Gier, transporteert aan Anthonisken Sweren weduwe Wouter Aertsz 1 morgen hopland in Well in Maurin Ariaensz hooff, belend ten zuiden: Jan Adriaensz de Gier. 1645-07-02: Dirk Woutersz de Gier, schepen van Ammerzoden; 1645-12-02: Dirk Jansz de Gier vestigt een tijns op een halve morgen land; 1646-05-06: Jan Adriaensz de Gier transporteert aan Bruijsten Adriaensz Omen 1 morgen land; 1646-06-22: Pieter Jansz de Gier, belending; 1647-04-29: Jan Adriaensz de Gier vestigt een tijns tbv Dirk Woutersz de Gier en Adriaen Jansz Omen, Heilige Geestmeeesters, de hof van Adriaen de Gier te Well; 1647-06-11: Jan Adriaensz de Gier verkoopt aan zijn broer Mauris Adriaensz de Gier 2 stukken land in Mauris Adrians de Gieren hof
Gier, de | 1620-07-24
R.A. Arnhem Arch Ammerzoden Inv no 12 no 8a
Achternamenindex
getuigenis tbv Quirijn Aertsz Doorn dat een stuk land genaamd die Cleyne Weij die Ariaentken Jan de Gier of haar zoon Peter de Gier, bezitten of gebruiken, "tanderen tijden is gedeylt geweest in 11 loeten". Verklaart verder Gielis Brant dat de kinderen van Aert Martensz daarin is competerende 2 loeten; 1621: "nieuwe" schepen van Ammerzoden: Peter de Gier. 1621-08-20: Peter Jansz de Gier, schepen, oud 31 jaren; 1623-01-06: ingeboden van 's heren wegen: peter de Gier
Wyffliet, van | 1625-06-01
R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden no 13 fol 2v, no 9 fol 2v, no 9, no 8
Achternamenindex
"wij Ariaen Huybertsz ende Ariaen Jansz Omen, schepenen van Amersoden hebben ons laten gebruijcken van Goert Jansz Wyfflet ende sijn met hem gegaen op synen hoff opt Welsche eynde die Jan Synoemsz [!] ten halven tuelt, ende aldaer gesien dat den voors. hophoff was ontheijnt ende lach heel open soodat peerd beesten ende vercken daerin loopen ende eeten de hop aff, oick was een party hoppen nu eerst geeort"; 1606-09-22: "Jacob Hendricksz, Gysbert Ariensz Koninck, Willem Jansz Roosmalen, Govert Jansz Wyflit, Willem Vosch verborgen haer lantrecht ende worden malcanderen borch"; 1607-05-04: (Inv no 9) ingeboden van sheren wegen Govert Jansz van Wyflith zijn vrou; 1606-08-25: (no 8) ingeboden: Govert Jansz Wyflit; 1635-03-12: (Inv no 244) burger Jansz als man en voogd van Frederick Jans transporteert aan Dirck Adriaensz een stuk land groot ½ morgen, op t Huust te Ammerzoden, belend oost: Henrick Petersz, west: de geestelijkheid, zuid: Gysbert Adriaensz Craeij, noord: de gemene straat, met last van 12 voeten dijk gelegen tegen Lourens de Bouff hof in de schouw van Ammerzoden, belend boven: Adriaen Jansz Coninc, beneden: Goyert Jansz Wiflet
Herlaer, van | 1365-09-15
Taxandria jg 1912 p 153/Collectie Booth Utrecht
Achternamenindex
Jan van Herlaer heer van Ameide draagt de heerlijkheid Bokhoven op aan de bisschop van Luik en met diens toestemming en consent van zijn broer Gerard van Herlaer draagt hij Bockhoven over aan zijn broer Arent van Herlaer heer van Ammerzoden. Dirk van Herlaer, de vader van deze drie broers consenteert; 1365-10-16 verkoopt Arent de heerlijkheid echter weer aan zijn neef Jan Oem Claesz van Arkel "ende versoekt tot meerder verzekering dat Jan van Herlaer heer tot Ameyde deze heerlyckheit weder soude waren, gelyck hy oock gedaen heeft"
Herlaer van Meerwijk, van | 1517-06-30
A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 45, 78
Achternamenindex
Frederick van Herler, zoon van heer Arien van Herler, ridder, beleent Jan Jansz tbv Jan de Cock Ariensz, met de helft van een tiend op de Ryngmeer [Ringelmeer onder Delwijnen] (uittreksel anno 1520 gemaakt op last van Hillegond van Auwrijn, weduwe van Adriaen die Cock van Delwynen); 1552-10-07: Adriaen van Herlaer van Meerwijk beleent Adriaen de Cock van Delwijnen met deze halve tiende, waarvan Alairt van Haeften de andere helft bezit; 1560 (1566 ?)-01-02: Adriaen van Herlaer van Meerwijk, leenheer van de halve tiende te Delwijnen op de Rengmeer
ten overstaan van Jan Ectoersz, en Theeus Bartoutsz, op bevel van Reijner van den Beern, drost van Ammerzoden, bij gebrek aan leenmannen