63 resultaten
Bemmel, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 4v, 7v, 17, 28, 31, 57
Achternamenindex
leenregister van Culemborg: - Poncijaen Dyedertsz: 1 viertel land in Vreedstro, van den Bisschopsgrave tot aan Henricsleenland van Mauderic, belend boven: Hubert van Bemmale, beneden: St Johansaltaar in der kerk van Culemborg. Dit land was van Egbert Beckers, gaat over op Herman Hugenz en daarna op Jan Hermansz; - Gysbert Goyersz ter weide in de middelcoop aan de Weijdesteeg 1 acker, belend boven: de heer van Buesinchem, beneden: Willem van Benmale; - Gysbert (later Udel) van Benmale 3 morgen te Coten, belend beneden: Gijsbrecht van der Cule en boven: godshuijs van Coten, strekkende aan de Wykersloot; - Claes die Rode Claeszn 3 morgen die Udel van Bemmael opdroeg, des woensdags na Philippi et Jacobi anno 1414; - Agniese van Bemmale 10 morgen land in Vreedstro, belend boven St Johan, beneden: St Maria Magdalena; - Hubert van Bemmale dat Gheryt Vrient Scelenz was, 3 ½ morgen in Ryswiker maelscap in den slaghe, geheten de Smale akker, strekkende van de polder tot aan de Broecsteeg, belend boven Jan oude Gerijt Vrientsz, beneden de jvr van Gelre (fol 28); - Hubert van Bemmale: de Gheer waar hij op woont en 6 morgen ter Weijde, waarvan 3 ½ morgen voor Sweder van Overn over de weg en 2 ½ morgen achter de hofstede; - Hubert van Mauderic ( na ong 1410) heeft opgedragen een ½ hoeve land in Culenborgerbroec in het Vreedstroe tbv jvr Mechtelt Vredericxdochter van Zulen, belend boven Hubrecht van Bemmel, beneden: Johansaltaar in de kerk te Culemborg
Dam, van den | 1410~
Leenregister Culemborg fol 6, 19v, 30, 49, 62, 72v, 80v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Jacob van den Dam 1 viertel in het gerecht van Jaersvelt; hij draagt dit leen over tbv Willem van den Vliet; - Hubert Corstken Hubertszdochter, de vrouw van Egbert van den Dam, 1 viertel land ter Weijde, belend boven: Egbert van den Dam, beneden: Wenmer Wenmersz; hulde doet haar man Egbert van den Dam (fol 20); - Willemsz van den Dam een acker op Goodbertingervelt van 10 hont bij Pariserwech; - Jan van den Dam, 1 akker op Goodbertingervelt strekkende in de Lek, belend boven: oude Aernt, beneden: Staes; - dezelfde Jan 1 akker van 10 hont op Goodbertingen bij de Pariserwech, belend boven: Ghibe Jacobsz, beneden: Jacob van Wellincwijc; - Johan van Beesde 1 viertel, dat de vrouw van Hubert Egberts van den Damme opgedragen heeft, belend boven: Johan de Rode en Herman Claesz, beneden: Wemmer Wemmersz en het gasthuis van Culemborg; -Gerrit van den Dam 6 ½ hont land aan de Oude A, die Willem Meynaert opdroeg, belend boven: Willem Meynaert, beneden: Roelof Landmeters kinderen; - 1 hofstat van 1 hont en 12 roeden te Buesinchem, belend boven: Geryt van den Dam, beneden: Balthazar van Buren met leen van Vianen; - Henric van der Wade Lambertsz die hij had bij Henricsdochter van Riebeeck heeft ontvangen dat Roelof die Goijer Henricsz opdroeg, o.a. 1 akker in den Hout, belend boven: Jan die Vette, Alijt van Dorn, Claes van Dorn, Kerstken van der Mere, Alijt Zasse en Jutte van den Damme, beneden: Marienweerd
Ackoy, van | 1389-05-12
R.A.H Coll Aanw 45 fol 572
Achternamenindex
lenen van Ackoy: leenheer Harberen van Hoekelem, heer van Ackoy: 1) Ghijsbrecht de Grote van Beest 4 morgen land, 40 sch en 48 hoenre [nogmaals?] en 8 morgen land zonder brief; 2) Ghisebrecht Ghisebrechtsz van Deij de jonge 8 morgen; 3) Herman de Monic 3½ morgen in Donkershove; 4) Gheryt Gheerkensz 4½ morgen in Donkershove; 4b) Aernt de Ledighe Claesz 14 hont op ten Weert te Ackoy; 5) jonge Aernt Dierout 4 morgen; 6) Arent Dierout de jonge, Wouter van den Berghe, Robbert Dieroudt, Robbert van Ghenderen, elk 13 morgen op Ackoy; 7) Dirc Zeghen [Zegersz?] volgens zijn brief; 8) Alpher Alphersz van der Horst 9 morgen op Ackoy; 9) heer Otto van Asperen het halve veerscip tussen Asperen en Ackoy, ⅙ deel van de visserij te Ackoy, en 9 morgen in Dalem; 10) Allart van Bueren 2 hoeven in Ackoy; 11)Harberen Lourensz 5½ morgen te Ackoy in Donckershove en 3 morgen in Koijerscape; 12) Harman Harmansz van Lochorst 13 morgen tot Ackoy; 13) Wouter van Stoutenborch Woutersz 5 morgen en 2 hont land bij Ghisendamme; 14) Gheryt Gherytsz zulk leen als hem [here?] Garbrant van Beest hield, hetzij veer of hofstede; 15) Roetk 2 ½ morgen op Ackoy; 16) Gheenken Roetk 4 morgen en 2 hont op Ackoy; 17)Hubert van Buesinchem de gift van de kerk te Vrieswijc, het goed in den Loe en het gerecht van de Zevenhoeven in Lopik; 18) heer Hubert van Culenborch 2½ hoeve land op Ackoy en in de Lopikerwaert 24 morgen, de visserij van der Cule, al de hofsteden ten Gheijne die van hem zijn en het recht "als hi an den craen heeft aent overtrecken ende overdragen ten Gheijn dat hi daer of heeft"