63 resultaten
Goor, van | 1336-03-27
Reg Bisschoppen Utrecht no 1168
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht verklaart dat hij de graaf van Gelre 43000 £ Zw Tourn geleend heeft om daarmee het huis en de heerlijkheid Diepenheim en het graafschap Dalen te betalen, waarvoor hij hem in pand geeft: slot en land van Vollenhove, het land van Salland en bij de Vecht, het huis te Goor en Twenthe
Rodericus de Voerst, Engelbertus de Gerner, Everardus de Bevervorde, Godfridus de Gore, Johannes de Cuynre, Henricus de Ehze, Egbertus de Almelo, Hermannus de Lage, Swederius de Rechtere, de broers Theodericus en Ecbertus de Grimbergen, Johannes de Tye, Henricus zoon van Godfridus de Borclo, Johannes Redinc, Stephanus de Rutenberch, Wilhelmus de Bochorst, Swederus de Daminc, Gerardus Heyne, Johannes de Ostenwoude, Gerardus de Wenlo, Arnoldus Wilde, Wynekinus Putepas, de burgemeesters, schepenen raden van Deventer, Zwolle, Hasselt, Genemuiden, Ommen, Rijssen, Goor en Oldenzaal beloven de graaf als hun landsheer te aanvaarden
Grimbergen, van | 1336-03-27
Reg Bisschoppen Utrecht no 1168
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht verklaart dat hij de graaf van Gelre 43000 £ Zw Tourn geleend heeft om daarmee het huis en de heerlijkheid Diepenheim en het graafschap Dalen te betalen, waarvoor hij hem in pand geeft: slot en land van Vollenhove, het land van Salland en bij de Vecht, het huis te Goor en Twenthe
Rodericus de Voerst, Engelbertus de Gerner, Everardus de Bevervorde, Godfridus de Gore, Johannes de Cuynre, Henricus de Ehze, Egbertus de Almelo, Hermannus de Lage, Swederius de Rechtere, de broers Theodericus en Ecbertus de Grimbergen, Johannes de Tye, Henricus zoon van Godfridus de Borclo, Johannes Redinc, Stephanus de Rutenberch, Wilhelmus de Bochorst, Swederus de Daminc, Gerardus Heyne, Johannes de Ostenwoude, Gerardus de Wenlo, Arnoldus Wilde, Wynekinus Putepas, de burgemeesters, schepenen raden van Deventer, Zwolle, Hasselt, Genemuiden, Ommen, Rijssen, Goor en Oldenzaal beloven de graaf als hun landsheer te aanvaarden
Overijssel
Alphen, van | 1203-10-01>
Noordbrabantse Charters p 285/Oorkbk Brabant I no 99 p 165
Achternamenindex
verdrag tussen Hendrik I hertog van Brabant en Otto II graaf van Gelderland: de laatste doet afstand van zijn rechten in Megen en van "de eninge" in de Kempen. Burgenses de Silva juxta Orten hebben tolvrijheid door geheel Gelderland; idem aartsbisschop van Keulen en de hertog van Lotharingen [datering onjuist, zie op 1200-11-03]
sigilla nobilium: Henricus comes de Kessele, Rogerus de Merehem, Ingelbertus de Horne, Theodericus de Milne, Theodericus advocatus de Hechte, Giselbertus de Bremmet, Theodericus filius suus, Rutgerus de Bremmet, Wilhelmus Morken, Theodericus de Altena, Alardus de Driele, Henricus de Vorste, Ricoldus de Hoyte, Walterus Spierinc, Theodericus de Wighen, Gerardus de Winshen, Lambertus de Monte, Henricus de Burclo, Wilhelmus de Brunchorst, Egbertus de Malsen, Walterus de Capella, Warnerus de Herte, Arnoldus de Droten, Theodericus de Alfen, Hermannus de Oie. Nomina ministerialicum juratorum: Ingelbertus de O, Franco de Houthem, Hermannus de Kaminata, Theodericus de Rozemonde, Theodericus de Elmet, Reinerus de Tiegele, Gerardus de Strale, Godevaert Gronturat, Reinerus fater suus, Henricus de Hertenvelde, Theodericus Grutere, Henricus de Boningen, Wilhelmus Bobbe, Sibertus Suevus, Stephanus de Plesie, Theodericus Bastert, Theodericus Vollinc, Reinerus, castellanus de Sulenkem, Nicolaes de Vurne, Cristianus et Rudolfus de Arnhem, Theodericus fater comitis, Arnoldus de Arnhem, Helmerich Felix