64 resultaten
Doortoge, van der | 1364-05-31
Reg Rotterdam en Schieland no 861/Van Mieris III p 162
Achternamenindex
Willem van Cralinghen en zijn broer Oetzier van Cralingen hebben de goederen gescheiden hun aanbestorven van hun ouders, heer Aernd van Hodenpyl, hun grootvader. Oetzier behoudt het huis te Honinghen, goederen in het ambacht van Ralingen en Ouderscye, en het goed hun aanbestorven van hun nicht jvr Meyne van der Doertoghe in het baljuwschap van Scyeland, behalve het huis en erf binnen Rotterdam, met verschillende verplichtingen. Willem behoudt alles in het ambacht van den Polre, Stormspolre, goederen in het baljuwschap van Delfland, te Hodenpijl, in Maesland, Vlaerdinghe, in des abts recht van Egmonde, behalve de nalatenschap van hun oom Jan van Zassenem
Cralingen, van | 1364-05-31
Reg Rotterdam en Schieland no 861/Van Mieris III p 162
Achternamenindex
Willem van Cralinghen en zijn broer Oetzier van Cralingen hebben de goederen gescheiden hun aanbestorven van hun ouders, heer Aernd van Hodenpyl, hun grootvader: Oetzier behoudt het huis te Honinghen, goederen in het ambacht van Ralingen en Ouderscye, en het goed hun aanbestorven van hun nicht jvr Meyne van der Doertoghe in het baljuwschap van Scyeland, behalve het huis en erf binnen Rotterdam, met verschillende verplichtingen. Willem behoudt alles in het ambacht van den Polre, Stormspolre, goederen in het baljuwschap van Delfland, te Hodenpijl, in Maesland, Vlaerdinghe, in des abts recht van Egmonde, behalve de nalatenschap van hun oom Jan van Zassenem
Wilde, de~ | 1373-01-02
Inv Arch Abdij Egmond no 1 fol 79, no 2 fol 5v
Achternamenindex
Jan, abt van Egmond, oorkondt dat Gheryt Willem Aerntsz.z. met zijn consent verkocht heeft al het goed dat hij van hem in leen hield, gelegen binnen de parochie van Egmond, behalve een stuk land geheten Stevenscamp, dat hij nog in leen houdt, hiervoor heeft hij opgedragen: 1) 7 morgen in Maesland gemeen met Jan van Hodenpijl en jvr Margriete Claes Florisdochter, van de dijk tot aan de Middelwech; 2) 3½ morgen in Maesland, belend west: Willem van den Veen en Arnt van Delft, oost: Cralingerweteringe, strekkende van de wegtot aan de scede; 3) 4 morgen gemeen met Ghisbrecht Philipsz, tot aan de Borgerdycsenwec, belend west: Kerstant van Alkemade en Gysbrecht Philipsz, oost: Ghisbrecht voorn.; 4) 3½ morgen gemeen met Bartelmeus Claesz en Heynric Dircx, strekkende van de Lierwegh tot aan de Bordgesenwech; 5) 4 morgen in het ambacht van Rijswijk, belend zuid: de Canoniken van den Haghe, noord: het klooster van Rijnsburg, strekkende van de Delfweghe tot aan de Zytwinde; 6) in de Vryen Ban, 7 morgen gemeen met Ghise Bedronghen en met zijn broer Mathys, van de kerf tot aan de Dobben, belend zuid: de kinderen van Henric van Borssel, noord: Ghise Bedronghen en zijn broer Mathys; vervolgens wordt Gheryt Willem Arntsz door de abt ermee beleend, niet te versterven zolang er nog iemand van de maagschap leeft
Cralingen, van | 1397-09-04
Reg Rotterdam en Schieland no 1394, 1393
Achternamenindex
Jan die Weent, abt van Egmond, verklaart in leen gegeven te hebben aan heer Diderick van der Lecke, ridder, het leengoed, vrij gestorven door het overlijden van zijn schoonvader Odgier van Cralingen, zonder wettige zoon, bestaande uit een korentiende en een smaltiende, gelegen in Ogiersambacht van Cralingen, strekkende aan de oostzijde 10 gaarden buiten de uiterste zool van de oude dijk in 's Gravenambacht, gaande zuidwaarts tot aan de vloeddijk, terwijl tussen de vloeddijk en de weg een watering loopt, die de scheiding vormt tussen deze tiende en het ambacht, dat van de vrouwe van Rotterdam was, de westzijde strekkende tot aan de Lanesloet etc tot de Hem en het noordeinde tot het dorp van Schie; <1397-09-04: Oetzier van Cralingen verklaart ontvangen te hebben van Coert Coertsz van diens eigen goed 3 ½ morgen land gelegen in het ambacht van Maesland