79 resultaten

Witte, (de) | 1544-01-22

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 332
Achternamenindex

grafelijk leen: no 190) te Lisse, woning gebruikt door Henric Dircx te Lisse met berg, schuur, bomen, konijnenbergen, belend noord,oost en zuid: wildernis van de leenheer, west: Gerrit de Witte, rentmeester van de wildernis, beleend: Dirc Jacob Mathijsz te Lisse na opdracht uit eigen goed, zoals zijn vader kocht van Frans Hoochstraat voor de weduwe van Jacob van Schoten; 1548-01-24: Gerrit de Witte na overdracht door Dirc Jacob Mathysz; 1586-05-14: Francois de Viry, houtvester van Holland, zoals gekocht van Gerrit de Witte, als eigen, na verzuim; tijdens de troebelen verbrand; no 189): Franchois de Virieu zoals zijn schoonvader Gerrit de Witte voor 300£ in pand had

Wissenkerke, van | 1454-10-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 361v, 373
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan mr Huge Jansz van Wissenkerke ⅛ deel van de tiende in Hoegenlande, zoals zijn oud-oom Gheryt Jacopsz in leen gehouden had, doch bij verzuim aan de abdij vervallen was; hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 5 schell Tourn; "Nae hem gecomen op Joffr Catrijn Wolfert Henrixdr anno 1490, ut in libro abbatis Ja. de Stege fol 13, 1460: "hec bona ad longum amissa erat" (vgl 1423-06-22); 1454-10-02~[zonder datum]: brief met dezelfde inhoud; 1460-05-13~: mr Huge Jansz van Wissekerke met de ledige hand beleend

mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburch, Peter van Scoenenburch

Grebber, de | 1532-05-15

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 517, 518
Achternamenindex

leen van Vianen: een halve hoeve van 8 morgen in Boeikop in heer Arnouts gerecht; 1532-05-15: Jan de Grebber voor zijn vrouw Margaretha, dochter van Reinier Reiniersz de bastaard van Brederode, bij dode van haar vader; 1544-06-14: Albert Beinop, burger van Utrecht, bij overdracht door Jan de Grebber voor zijn vrouw Margaretha; 1560-07-11: Johan de Grebber; 1561-01-13: Gerrit de Grebber, bevestigd door Loef Beinop Albertsz en diens moeder Johanna weduwe van Albert Beinop, bij dode van Margaretha, zijn moeder, na verzuim bevestigd; 1565-04-15: Jan de Grebber, bevestigd door zijn zoon Gerrit. Vervolgens gesplitst in A en B, met overdracht op diverse leden van de familie de Grebber

Broekhuizen, van | 1462-04-06

Leenregister Huis Bergh no 107 p 103
Achternamenindex

een stuk land geheten Engstell, gelegen in het kerspel Etten, met toebehoren, dat van Kerstken Hoppen was, tot 1 £; 1462-04-06: door Giesbert van Broickhusen tot leen gemaakt in plaats van het door hem verkochte leen te Zeddam (zie 1417-10); 1466-01-01: vernieuwt de eed; 1485-04-08: Raebde van der Horst, broer van moeders wegen van Giesbert, na diens dood tbv diens onmondige zoon Giesbert; 1540-06-12: Ghiesbert van Broickhusen Ghiesbertsz na de dood van zijn vader, die het leen niet zelf ontvangen had: 1725-01-09: Arnoldus Matthaeus als erfgenaam van zijn grootvader Jan Esken, die het goed van kapitein Joost van Broekhuysen en juffr Grevenbroeck gekocht had, na verzuim

Hamelenberge, van | 1466-06-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 93
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Albertsz wordt na dode van zijn moeder Weyndelmoet van Hamelenbergh beleend met de helft van een stuk land geheten dat Spijtgen [te Soest], onderdeylt met Garbrant Petersz, strekkende van der Scutterlande in die Eem, belend zuid: Lambert Pijll met dat Nijlant, noord: Vranckencamp; te houden tot een goed onversterfelijk erfleen, "also hij ende sijn voorvaders dit selve lant rustelic ende vredelic beseten hebben gehat dat ⅓ deel van 100 jaren"; het verzuim van het leen niet binnen jaar en dag na dode van zijn moeder verzocht te hebben, wordt hem kwijtgescholden; "habet nunc Gheret Jacobsz en Hyldegont sijn wijf per resignationem Stevens van der Burch ad quem iiic pertinebat, et de consensu Gysberts Dirck Aelbertsz"

mannen: Jan van Amerongen, Gysbert Henricsz

Camphuysen, van | 1510-01-07

Leenregister Huis Bergh no 162 p 155
Achternamenindex

het goed in Lemersche, 33 Holl morgen in het kerspel van Groissen, 1 £, Henrick van Camphuysen, na verzuim, met overblijvende 33 morgen beleend, welke van Winolt Bitter op diens dochter, gehuwd met Johan Camphuysen, van hen op hun dochter Margriet vererfd was, doch aangezien deze in het kleine convent te Emmerich was gegaan, door haar aan haar oom Henrick was afgestaan; 1506-04-15: Henrick verkoopt hiervan verschillende stukken; 1549-06-25: Derick van Voirst tbv zijn vrouw Johanna van Camphuysen, dochter van Henrick; 1574-05-03: na de dood van Derick van Voirst is hulder Steven van Rhemen, daarna draagt zij het leen op tbv haar oudste zoon Johan van Voerst tot Haegenfoirde; 1575-05-10: Johanna van Camphuysen, weduwe van Dirck van Voorst, krijgt uitstel

Everdingen, van | 1420-02-08

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 309, 310
Achternamenindex

leen van Vianen: no 693) ½ hoeve in Outena, belend boven: Gerrit Arnoudsz van Everdingen, bastaard, beneden: de kinderen van Lambert van der Weijde, Polixena, dochter van Willem van der Stege; 1507-11-30: Hugo Jansz na overdracht door Jacob Hughenz, na verzuim voor 12.50 Phil gld, belend boven: Dirc Jacobsz, beneden: weduwe Evert van Everdingen; 1522-05-21: Hubert Hughenz te Culemborg na dode van zijn vader Hugo Jansz, belend boven: erven Daniel Loefsz, beneden: Gerrit van Everdingen. Leen 693B): 4 morgen naast de Bolgerijse kade te Outena, 1592-12-30: Antonis Cornelisz na overdracht door Assueer van Zandwijk voor zijn moeder Christina, weduwe van Cornelis Adriaensz; 1600-04-10: Antonis Dircsz [Stamer] na overdracht door Antonis Cornelis voor Christina weduwe van Cornelis Adriaen, belend oost: Daniel Hubertsz, west: Aleid van Everdingen

Maelstede, van der | 1472-12-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 393v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Lysbet Henrics de bastaard van der Maelstede dochter, met haar man Anthonis van Zabbinge, verkoopt aan mr Claes Claesz van de Zuijtwege, medicus, 250 roeden tienden in de parochie van tser Abbenkerke in Zuytbevelant; 1473-03-23: burgemeesters en schepenen van de stad Goes oorkonden dat jvr Mergriete Wolfairt heer Florisz dochter van der Maelstede, haar man mr Claes Claesz van der Nisse, medicus, heeft gemachtigd om namens haar "te onderwynden van alsulke 250 roeden tyenden liggende in de parochie van tser Abbenkerke in den eylande van Zuytbevelant", te verkopen; 1473-03-29: mr Claes Claesz van de Zuijtwege, medicus, houdt de twee voorgaande brieven en verzoekt belening, alle verzuim wordt hem kwijtgescholden, jaarlijkse pacht 6 oude Conincs Tourn

bezegeld door leenmannen: Jan van Oestende, ridder, Antonis van Bruelis en door Anthonis van Zabbinghe; 1472: Tyman Mouwer van Heersel, Jan van Helmond

Borssele, van | 1423-11-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 336
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Henric van Berselen heer van der Veer en van Sandenburch begeerde van hem te mogen kopen en beleend te worden met ⅛ deel van de grote tiende in Biggekerke, zoals zijn heer en vader heer Wolfart van de abdij in leen hield en met verzuim aan de abdij vervallen is; hij wordt vervolgens beleend tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 12 scell Conincs Tourn; dezelfde dag verzoekt Henric eveneens beleend te worden met al het goed dat zijn ouders in leen hielden en ook aan de abdij vervallen was, en hij wordt beleend met de tiende in Zuid Beveland in het kerspel van der Nysse, tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 4 oude Conincs Tourn grote en een goede maaltijd of 2 Conincs Tourn

leenmannen: Henric Valck, Willem Boudewynsz, Gysbert Godscalc

Colijn | 1423-05-25

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 329, 346, 359, 400
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dankardus filius Colijn als wettige erfgenaam van Johannes filii Colini de Domborch, wordt beleend met 2 gemeten land in Coudenkerke, bij Ver Ro[e]sen molen, die de abdij aangekomen waren van Johannes filius Colijn, die ze in leen gehouden had, Dankert had dit leen van de abdij gekocht en zal het houden tegen een pacht van 2 groten Tourn; 1436-11-30: beleend Danckardus filius Colini, tegen een jaarlijkse pacht van 6 gr Tourn; 1454-09-30: door de abt verkocht aan Wouter Colyns na verzuim, pacht6 gr Coninks Tourn en een goede maaltijd; 1462~: beleend jvr Beatris Wouter Colynsdochter, vrouw van Reijmers [zonder datum en getuigen]; 1481-05-25: beleend Peter Gyllisz van Baersdorp als voogd van zijn (onmondige) zoon Jan Petersz, capellaen van Westmunster in Middelborch, hem aanbestorven van mr Reynier Petersz

mannen: Gysbertus Goedscalc, Petrus de Duvesteijn; 1436: Wilhelmus de Grijpskerke, proost van Middelburg, Wilhelmus de Scellacht, nostris vasallis; 1454: heer Pieter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Sconenburch; 1481: Gheryt van Rijn, Henrick van Rynghenberghe