70 resultaten
Oudendijk, van | 1385-07-10
Reg Rotterdam en Schieland no 1085, aangevuld met no 116 en 116 noot/G.A. Leiden Reg Lenen Egmond fol 54v/Reg Rotterdam en Schieland no 1326/Reg Egmond fol 18
Achternamenindex
Johannes Theoderici de Hairlem, keizerlijk notaris, oorkondt dat in zijn tegenwoordigheid en in die van heer Johannes Weent, abt van Egmond en getuigen, in de stad Schiedam in het woonhuis van Petrus Wilhelmi, gelegen in de Damstraet, verscheen Johannes Petri van Oudendyck, om beleend te worden met de 22 morgen land onder Scieveen bij Sestienhoven, na dode van zijn vader Petrus Venijn de Oudendyc; brief dd 1289-09-24: de abt van Egmond verklaart hierin dat de 22 morgen land die Willem Jansz in leen houdt, versterven kunnen op zijn beide dochters Siburch en Mabelie, wanneer er geen zoon is; opschrift akte "van Pieter Venyns leengoede", later bij geschreven: beleend aan Aliden Jansdochter van Oudendyc; 1395-04-26: Alyt Jansdochter van Oudendijck beleend
1395: getuigen Odsier Hughe en Bertelmees Pieter Venynsz en verklaring van Aelbrecht van Scoirle en Ysebrant Loeff
Aar, van der | 1281
Ons Voorgeslacht 06-1988 p 390
Achternamenindex
grafelijk leen in Rijnland: no 1) de koren- en smaltiende van Ter Aar en de gift van de kerk; 1281: het goed van heer Gerrit van der Aar zal wanneer Gerrit zonder erfgenaam sterft, eventueel komen op Willem van Oegstgeest; 1331-07-19: lijftocht van Hildegond, vrouw van Gerrit van der Aar op de smaltiende en 10 £ op de korentiende; 1346: Gerrit van der Aar zoals zijn vader; 1359-11-14: Gerrit van der Aar; 1362: de vrouwe van Raephorst de tiende voor haar leven na de dood van Gerrit van der Aar en zijn zoon; 1393-02-07: Hildegond, dochter van Gerrit van der Aar, gehuwd met Willem Spronc, na de dood van haar vader, waarna de oude vrouw van Raaphorst [in lijftocht] had met de tiende; 1421-02-13: Hildegonde dochter van Gerrit van der Aar
Wijngaarde, uten | 1342-04-14
Cartul Marienweerd no 511
Achternamenindex
arbiters doen uitspraak in het geschil tussen Heysterbach en Marienweerd over de visserijen te Giessenmonde en Over Sliedrecht: de eerste is verpacht aan Martyn uten Wyngaerde, poorter te Dordrecht, de 2e aan heer Jan van der Merwede en Herbaren van Crayesteyn, de laatste 2 zullen hun pacht behouden die zij met de 2e partij zijn aangegaan tot Kerstavond over 7 jaar; Martyn heeft gepacht van heer Diderik van Teylingen als erfgenaam van Herbaren van Crayesteyn, de helft van de visserij die deze in pacht hield van Marienweerde, zoals hij die zelf had gepacht. Wanneer de pacht van de erfgenamen van heer Jan van der Merwede van die van Herbaren uitgaat, zal deze nog 3 jaar pachten van Marienweerd tegen 10£ Holl; als deze termijn verstreken is, zullen beide abten volgens eigen recht over de visserij beschikken
Egmond, van | 1312-10-28
Van Mieris II p 127/Bockenberg: Egmondanorum Historia et Genealogia p 51, 52
Achternamenindex
twist tussen Wouter van Egmond en abt Bartoud van Egmond over het goed van Egmond; Wouter volgt het advies van zijn Raad: - dat men in den boeme voor dat steenhuys houden sal drie gadinghe s jaers, - dat waar enich man geslagen orde binnen den dorpe, so souder Wouter comen ende vragen den abt wanneer dattet den abt goedtdocht dat menre over rechte, ende sal den abt bidden dat hij daerover ware; als de abt niet thuis is, zou hij de prior aanspreken, also bij mijn te zitten ende dat recht van den dooden manne sal wesen voor t naeste huys van den dorpe voor die bregge. - Hij sal niet rechten over des Godshuys mannen dan van dootslagen ende van vechten. - Voort waert dat saecke, dat die boden van den Hoeve misdaden in den dorpe, dat soude ic, ofte mijnen bode den abt seggen etc
scheidslieden: Hugo prior van Egmond, Gerardus de Heemskerk, Joannes Persyn senior, Walterus Wterwyck [uter Wijc], Theodericus de Rollant
Sparenwoude, van | 1405
Ons Voorgeslacht 12-1984 p 606
Achternamenindex
lenen van Sparenwoude: 20 maden in Sparenwoude, Floris van Sparenwoude Willemsz, die een deel van 44 maden houdt van Gerard van Sparenwoude; 1414-09-03: Floris van Sparenwoude Willemsz die houdt van zijn neef Gerard, zal niet verbeuren wanneer zijn leenheer verbeurt; 1422-12-20: Gerard van Sparenwoude wegens verzuim van dijkplicht, van zijn leen vervallen verklaart; Floris van Sparenwoude bevestigd in de verkoop door Otto van Reimerswaal, baljuw van Rijnland; 1454-10-24: Willem van Sparenwoude bij dode van zijn vader Floris; 1462-07-27: Gerard bij dode van zijn vader Willem; 1478-04-13: Claes van Sparenwoude voor zijn neef Willem, bij dode van diens vader Gerard; 1543-11-05: de 1e deurwaarder voor heer Nicolaes van Sparenwoude, priester, bij dode van zijn vader Willem; 1548-01-13: geschil van Nicolaes met de leenheer Henrick van Berkenrode; 1568-01-17: geschil van de leenheer met de broers Anton en Pieter van Sparenwoude Gerardsz en Dirc Fransz x Catherine dochter van Gerard van Sparenwoude
Haerlem, van | 1353-02-26
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 54v/Reg EL 23 fol 34
Achternamenindex
hertog Willem verkoopt aan mr Dieric van Thienen, onse medicijn en klerc, 104 morgen land in het ambacht van Soeterwoude, die heer Jan van Polanen jegens ons verbeurd heeft; dit land was van heer Wouter van Haerlem geweest en is gelegen binnen de wateringe en op Weygeringe sloot en Meerburgerwateringe, genaamd Biescamp, Bontecamp, Herdincvelt en de camp die coman Philips hield. Tot een vrij eigen, om 300 oude scilden, "daar hij ons van betaalde 100 oude scilden, die gezonden waren door Mattise den misselgier, in die leystinge omtrent Alre Heyligen misse 6 scilden Claysken onsen messelgier van enen paerde dat op dieselve tijt voirs in die leystinge gesent wart 60 scilden in ons selfs hand t onser liever gesellen behoef 10 scilden, en 14 scilden den heer van Egmonde omtrent St Luciendach die hi ons liende te Dordrecht daer wi cleynheyt mede coften eenen Engelschen soude mer op dieselve tyt 2 scilden, ende van enen paerde dat mr Dirc voirs heeft 35 ½ scilt. Dit comt tesamen 227 ½ scilt. Aldus blijft ons mr Dirc schuldich 72 ½ scilden, daer hi ons goede rekeninge of doen sal wanneer hijs van onsen wegen vermaent wort
Johannis Zuurmond, militis, Henricus de Borssele, sign Florent de Borsalia filius Nycolai, militis
Haestrecht, van | 1521-01-23
Inv Arch Nassau Domeinraad regest 2685/Inv Arch Belgique 1870 dl I p 207
Achternamenindex
schepenen en raad van 's Hertogenbosch oorkonden dat jvr Beerthoult dochter van Willem van Wyck, weduwe van Willem van Haestrecht heer van Druenen, met haar beide zoons Frans en Willem en jvr Margriet dochter van Jan van Haestrecht, weduwe van Robbrecht van Malsen heer van Tylborch en Goirle, met haar 6 kinderen, mr Baltazar van Vlyerden, advocaat en Jan van der Goten, procureur-postulant bij de Raad van Brabant, machtigen om voor de Raad en het Leenhof van Brabant aan Henrick graaf van Nassouwen, wanneer deze dat verlangt, de heerlijkheden Drunen, Tylborch en Goirle over te geven, zoals zij die pandsgewijs in bezit hebben van de hertog van Brabant, tegen betaling van de pandsom de heerlijkheden hiervoor te verbinden en zich hierin te laten condemneren, alles op voorwaarde dat de graaf van Nassouw voordat het transport heeft plaats gehad, de heerlijkheden noch de administratie daaraan mag overdragen aan Ysebrant van Colster of iemand anders uit hoofde van de goederen die diens moeder, broers en zusters in die heerlijkheden bezitten; 1521-06-30: keizer Karel oorkondt dat het Leenhof mr Balthazar van Vlierden ten verzoeke van Jan van der Ghoten, procureur van de graaf van Nassau, condemneert in de uitvoering van genoemde procuratie
Arkel, van | 1643-02-20
R.A.Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden Inv 12 no 245
Achternamenindex
attestatie van Dirck Woutersz de Gier, Pieter Jansz de Gier en Pieter Jansz Loenen, dijkgraaf, dat zij in April 1635 gereden zijn naar Bommel, ten huize van mr Jacob Malins, al waar jonker Marcus van Arkell, voor zichzelf en als procuratie hebbende van zijn medeerfgenamen, opdroeg aan producenten zekere drie partijen lands in het gericht van Ammerzoden achter Wordragen, vermogenscoopcedulle van 20-01-1619, die Anthonis Woutersz gekocht had van Walraven van Arkell als voogd van zijn onmondige broeders en zuster ende van Jacob van Paffenrode drost tot Worcum als man en voogd van Willemina van Arkell. Ende de voors Marcus verzoekende de reste van de beloofde cooppenningen daarop de voors producenten antwoorde dat sij willich en gereet waren dieselve te betalen, soe heeft ende wanneer hi haer garandeerde ende ontlaste van de warschap die Anthonis Wouterz za had gedaan aan Aert Geritsz en Ariaen Aertsz voor sekere 5 honden lants in twee percelen gelegen tot Ammerzoden op ten Stromacker vermogens de eigen hant van sijn moeder zaliger Anna van Stelant van dat den 2 juli 1621 (1622?) waerop de voors Marcus seyde sulcx ongehouden te zijn. Producenten hadden daarop aangeboden een rechtsgeleerde in de arm te nemen docht Marcus had ook dat geweigerd. Producenten hadden daarop tegen Marcus geprotesteerd.
Dalem, van | 1371
Holl Leenkamer 111 fol 118v, fol 180v, no 46 fol 52, fol 43
Achternamenindex
Sophia van Dalem: wie haar vader is staat niet vast. Zij kan een dochter zijn van Jan van Dalem rentmeester van graaf Jan van Bloys, of een jongere zuster van deze Jan en dan een dochter van Floris van Dalem, heer van Dalen. Jan van Chatillon verwekte bij haar o.a. Margriet en Jan van Dorp. Sophia werd door Jan van Chatillon uitgehuwelijkt aan Jan Berwoutsz (van Zaenden) "onsen man" (zegt Jan van Chatillon) vóór zaterdag na Catharinendach 1371. Deze Jan Berwoutsz moet dood zijn vóór 1375, waarna Sophia hertrouwt met Gooswijn (de) Sloeijer. Zaterdag na Catharinadach 1371 wanneer graaf Jan, op verzoek van Jan Berwoutsz, Sophia van Dalem die nu zijn vrouw is, beleent met leengoed in Westzaenden; 1378-02-12: aan Sophia opgedragen. Jan Berwoutsz stierf kinderloos en Guy van Chatillon bevestigt de rechten der kinderen van Sophia en beleent Jan de bastaard, onsen neve, de zoon van Sophia (van Blois van Treslong) waarna Jan dit goed in onderleen geeft aan Goesijn de Sloeijer, nu gehuwd met Jans moeder. Zie ook rekening Jan Tolnaar 1373-1375 als rentmeester van Bloys waarin een post in de week ingaande 19 november 1375, waarin aan Fije Sloyers wijf 5 vaten hoppenbiers worden geschonken. M.i. dus Sophia van Dalem x 1. 1371 Jan Berwoutsz van Zaenden x 2. voor 1375 Goossen Hoijer. Zij leeft nog juni 1383
Arkel, van | 1359-05-29
R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 137 t/m 140 en fol 197/Reg EL 4 fol 36/Inv Arch Dordrecht p 35 no 99/Van Mieris III p 94
Achternamenindex
Jan van Arkel heeft zich met hertog Albrecht verzoend; bepalingen: 1) Jan zal op dinsdag na Pinksteren in St Geertruidenberg komen en daar 14 dagen blijven 2) Jan zal de hertog dienen 6 weken lang op eigen kosten, wanneer hij daartoe gemaand wordt, uitgezonderd tegen zijn leenheren van Culemborch, Allard van Buren en de stad Delft; 3) Jan zal de vrije kerk aan die Ghiessen maken en wijden zoals deze tevoren was; 4) ter ere van de grafelijkheid van Holland zal er een kapel gesticht worden op de hofstede waar het eerste huis op stond, dat in deze oorlog verbrand was, en die doen provenden, de gift zal aan de hertog komen; 5) de magen van Jan Colijnsz zal hij zoenen en de kerk waarin deze dood geslagen is opnieuw doen wijden (te Blassekynsgrave); 6) Hannekijn Mieus Hoddemontsz zullen "beteringe doen voer dat him sine voete afgespannen zijn"; 7)hij zal de poorters van Dordrecht hun schepen en haver teruggeven en de gevangenen vrij laten; 8) van de markttollen te Gorinchem zullen wij niet meer nemen dan men vroeger deed; 9) hij zal de schade door Claes Oem, Gosewijn Gienz en Giebe Boem geleden, vergoeden; 10) de stad Dordrecht zal in haar recht blijven "van der mate ende roede van wine ende soute"; 11) de hertog zal Jan opnieuw belenen met de goederen door hem van de grafelijkheid gehouden; 12) het geschil over de goede van der Lecke verblijft hij aan arbiters; 13) heer Ghisebrecht van Nyenrode, Jan van Kerfvenen, Florens die Molnaer en Florens die Visser en anderen die wij binnen Delft gezonden hebben, zullen mede verzoend zijn. Arbiters zullen andere twijfelpunten beslissen. Wil de stad Delft eveneens met de hertog verzoen zijn dan moeten zij zich ook verblijven met de arbiters. Alle vijanden zijn verder verzoend. Bezegeld en gedaan ter Goude. De arbiters geven op St Martynsdag 1359 hun uitspraak en uitgewerkte afspraken
Arbiters: de heren van Barbenchon, Ysselsteyn, Brederode, Abcoude, Aerndt van Arkel, Pieter Camerouwer van Haijtstaijn, aangevuld met Gheryt van Heemstede voor de stad Delft