1592-10-05 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 955 fol 179

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Velsen oorkonden dat Maria Gerrytsdochter van Bekesteijn, geassisteerd met Claes Dircksz Roijer als haar voogd in desen gecoren, erkent ingevolgen de notariële akte van 1592-09-19 tbv Dirk Fyck van Hove, die voor schepenen van Amsterdam op 1587-06-18 borg voor haar geworden was, verhypothequeerd te hebben als geinstitueerde erfgenaem van Machteld Stans, niettegenstaande tselve testamente, om redenen in de voors. akte van borgtocht verhaald, alsulck gedeelte als zij vrij heeft van alle subjectie van restitutie in de hofstede gecomen van Machteld Stans, gelegen in onsen ban van Velsen, en alle landen, boomgaarden, bossen, rietvelt, vogelkoy ende anders aen de hofstede behorende en voorts generael al haar andere goeden

Huijch Fransz, schoudt, Aerndt Hendricsz en Heyndrick Engelsz, schepenen in de ban van Velzen

Beeckesteyn

1592-11-13 | Heemstede

G.A. Heemstede "Verhaal van al tgeen merkwaardig is voorgevallen te Heemstede" hs fol 49

Jaartallenindex

op de lijst van goederen genoemd in het testament van vrouwe Anna van Arckel gehuwd met Vincent van Lockhorst komen voor de duynen van Heemstede met het erf van het huis aan het Mannepad, 16 morgen met de hofstede genaamd "de Roode Hel". De hofstede van Nollenburg, eertyts een huyzinge, met de profyten van t inschieten en afschryven van de duinen. Vier morgen 38 roeden aan twee kanten van de Zandlaan op t scheyt van Kennemerland etc

1592-12-16 | Overveen

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 70/25, 70/26

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Overveen, Tetroede en Aelbertsberge oorkonden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis in een eeuwige erfpacht verpacht hebben aan Jan Kueijer een morgen lants in de ban van Overveen, door Jan voorn. belend aan beide zijden, streckende voor van de Herenwech tot aen de wildernisse ende Catwyckercroft toe; op denzelfden dag geven zij in erfpacht aan Marcus Snaet van Tielt, 1½ hont lants te Overveen, daer hij Marcus Snaet een wint olymoelen op gestelt heeft, belend zuid: de Zylwech, noord: de Cathuysers buyten Amsterdam, west: t gasthuis zelve, oost: die huyzinge genaemt Nuts mits en toebehorende Reijer Heynricxz molenaer, fugityff ende latitant. in dorso: 1626-02-10 gesplitst volgens accoord

Engbert Melisz Prins, schout, Baert Claesz en Willem Jansz, schepenen

1593-01-21 | Heemstede

R.A.H. O.R.A. 616 L

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Heemstede oorkonden dat Guillame Maes als gemachtigde van Gillis Hooftman en Anthonio Ancelino, beijde als testamentaire mombers van de onbejaarde kinderen van wijlen Gillis Hooftman, daer moeder af is Margriete van Nispen, aangesteld bij het testament van Gillis dd 1581-01-10 en procuratie dd 1592-10-21 gepasseerd te Bremen door Gillis Hooftman en dd 1592-10-10 door Anthoni Ancelino te Staden. Zij transporteren nu aan de regenten van de H. Geest te Haarlem: 1) 8 hont 3 roeden teelland met de wech, belast met 3½ st erfhuur tbv de rentmeester van de wildernis, oost: het land van St Michielsconvent, zuid: Henrick Pietersz, west: Gerrit Crijsz [!], noord: Jan Willemsz, 2) een stuk weiland met een lydweg, groot 3 morgen 2 hont 31 roeden, belast met 12st erfhuur voor idem, noord: Henrick Pietersz, oost: het land van St Michielsconvent gecomen van de kinderen van Henrick Voegen met Claes Jorisz, zuid en west: H. Geest, 3) een perceel teelland, groot 3 hont 21 roeden, erfhuur 3 gr Vls, noord: Joos Diricxz, west: de wech, oost en zuid: de H Geest, 4) een perceel teelland, groot metten wech en houtwal 379 roeden, belast met 3 gr erfhuur, noord en oost: de H. Geest, zuid: Cornelis Jansz Bruyn, west: de wech, 5) een nyeuw steenen lanthuijs met rietdack, metten voorhuyse, koecken, kelder, achterhuijs, teellanden en weyden daartoe behorende, groot 6 morgen 3 hond 72 roeden. Erfhuur 5st per jaar, belend noord: Rochus Rochusz, oost: de wech en deels de bleyckerije, west: de wildernis, zuid: de bleyckerij, ende de weylanden zijn belend west en noord: de Vaert, oost: de meer, zuid: Cornelia Wij Fransdochter, 6) een perceel teellands, groot 1 morgen 1 hont 96 roeden metten wech en vaert, belast met 4st erfhuur, oost: de vaart, west: de wech, zuid: Jan Woutersz, noord: de H. Geest, 7) een perceel teelland groot 5 hondt 93 roeden, belast met 2½ st erfhuur, oost: de Vaart, west: de wech, zuid: de H. Geest, noord: Cornelis Cornelisz, 8) een perceel teelland, groot mette wech 1 morgen 3 hont 91 roeden, belast met 4st, oost: de Vaert, west: de wech, zuid: Cornelis Jansz Bruijn, noord: H. Geest, 9) een perceel teelland, groot mette wech 3 hond 25 roeden, belast met 3 gr Vls, oost: de Vaart, west: de wech, zuid: de H. Geest, noord: Symon Willems, totaal: 17 morgen 1 roede. De landerijen gelegen op de zuidzijde van de Vaart zijn belast met het servituut van voetwech totte sanderije ende t werck [?] van de Nes over de achterlanden. Vervolgens erkennen de regenten van het H. Geesthuis schuldig te zijn aan Guilliame Maes, gemachitgde, de som van 3940 Kar gld wegens deze koop (vgl 1592-06-10)

Willem Michielsz, schout, Hubert Cornelisz en Dierick Cornelisz de jonge, schepenen; regenten van het H. Geesthuis: Jan Pietersz Deyman, Meynaert Dirricsz van Heussen, Frans J[?]ansz, Dirick Steffensz Zoutman en Laurens Henricsz van Grol

1593-03-05 | Velsen

R.A.H. Coll Aanw no 528 fol 109/Leenregister Abdij Egmond fol 45v

Jaartallenindex

jhr Anthonis van Duyvenvoorde houdt te leen van de abdij Egmond 2 croften land gelegen in de ban van Velsen, omtent de Santpoort, groot 3 ½ morgen, belend west: de weduwe en erfgenamen van Willem Harmanssen, zuid: Dirck Pietersen aan de Schoubeecke, oost: de weduwe en erfgenamen van Gerrit Reynierssen, noord: de voors. Duyvenvoorde selfs. De leenbrief is van 1576-02-21, beginnende: Wij Godefroy van Meerlo etc. In margine: Aangebraght by Pieter Bor als rentmeester van jhr Anthonis van Duyvenvoorden op 1593-08-03

1593-03-17 | Heemstede

G.A. Heemstede Reg Holland van Heemstede no 67 (no 465) fol 125, 126

Jaartallenindex

de ridderschap oorkondt dat jhr Adam van der Duyn, ambachtsheer van Rijswijck, hem opdroeg tbv Claes Claesz Bruijn alias Dickbier, een camer met een boomgaart in de ban van Heemstede, tusschen de huyzinge die men van Gerrit van Heemstede placht te houden aen die één zyde, en t landt daer die capelle van Heemstede op staet, aen die ander zyde. Vervogens wordt de voorn. Cornelis [!] Claesz Bruyn hiermede beleend (vgl 1561-03-20, 1560); 1593-05-30: Cornelis Claesz Bruijn alias Dickbier draagt dit leen over tbv Jeronimus Bruijnseels, generaal van de munt, die er vervolgens mee beleend wordt (vgl 1598-10-29)

mannen: Johan van Cuyck, Cornelis van Loo, Laurens van der Goes; Willem van de Werve, Maerten Bol, Cornelis van Nes, Laurens van der Goes, Willem van Castre, Joseph van Meerhout

1593-05-14 (1) | Akendam

Ons Voorgeslacht jg 1972 p 298, 299/Lenen Hontshol

Jaartallenindex

leen van de hofstede Hontshol: no 188 H) 3 morgen 4 ½ hont land in de hofstad van Aickendam (buiten de Cruispoort van Haarlem), noord: de Leprosen te Haarlem, oost: het Spaarne, zuid: St Margriete en Baerte Claesdochter, west: St Jansweg; 1593-05-14: Lysbeth Jansdochter, weduwe van Pieter Henricxz molenaar, na overdracht door jvr Maria van Woerden van Vliet x Arent van Ysselsteyn; 1608-11-25: Frans Claesz te Haerlem, bij dode van zijn tante Lysbeth Jansdochter. Dit leen is gesplitst in 188 H, I, J, K. Fras Claesz verkoopt dit op 1612-04-25 in 2 porties, en op 1619-08-30 nog eens twee [?] porties (I t/m L)

1593-05-14 (2) | Akendam

Ons Voorgeslacht jg 1972 p 298/Lenen Hontshol

Jaartallenindex

leen van de hofstede Hontshol: no 188 B) 10 hont (buiten de Cruispoort van Haarlem), Hubrecht Fransz Kaga, na overdracht door jvr Maria van Woerden van Vliet x Arent van Ysselsteyn; 1603-06-09: Frans Hubrechtsz Kaga, onmondig, oom: Fop Aelbrechtsz, na dode van zijn vader Hubrecht Fransz Kaga; 1606-04-25: Frans Hubrechtsz Kaga krijgt het leen ten vrijen eigen in ruil voor leen no 190) (vgl 1559-06-10, 1606-04-25)

1593-06-28 | Beverwijk

R.A.H. Coll Aanw no 528 fol 105v/Leenregister Abdij Egmond fol 44v

Jaartallenindex

partie van landen, behoorende onder seecke [!] quaat leen gehouden van de abdij van Egmond en gelegen omtrent die Beverwijck; in Beverwijck 3 cleyne achter gene [!] groot testamen 276 roeden; in Wyck aan Duyn: 3 cleyne vrye acker by westen die cleyne Houtwegh, groot 402 roeden, 3 grote vrye acker bijoesten die cleyne Houtwegh, groot 623 roeden, 1 ackertje bijoesten die cleyne Houtwegh, groot 166 roeden. Item 2 ackers in Monnickedaal, groot tesamen 559 roeden. Dese partie bij mij ondergeschreven verhuert om 23 gulden per jaar. Item nogh een quaat leen gelegen in Zuyt Wimmenum, mede gehouden van de abdij. Een stuck hoylandt groot 832 roeden Bergermaat, ende gelt jaarlijxste huere 20 gld, van de welcke moet gaan die verpondinge ende molengelde. Dese 2 partijen comen toe mij onderschreven. Oorconde mijn gewoonlijcke handtschrift hieronder gestelt den 28 Juny anno 1593. Ende was ondertijckent Wilhelm de Heda

1593-07-29 | Sassenheim

R.A.H. Coll Aanw no 528 fol 112/Leenregister Abdij Egmond fol 47

Jaartallenindex

verclaaringe van seeckeren leengoeden als Gerrit van Spaarwoude te leen houdende is: Een huysinge mit 10 hont lants daartoe behoorende, gelegen in den ban van Sassenum bij de kercke. Nogh westwaarts derselver kercke 6 stucken lants, groot ± 1 morgen, den voors. Gerrit van Spaarwoude verlyd 1576-07-06, onder het zegel van Godefroy van Meerlo, bisschop. Welcke voors. verclaaringe van leenen, ook copie autentyck van den principalen leenbrief, ick ondergeschreven bekenne mits desen ontvangen te hebben. Dit is bij mij ondergeschreven overgelevert uytten naem van Joncker Gerrit van Spaarwoude, tegenwoordigh wonende tot Vianen, ten dage voors. aan handen van den griffier van de leenen in Hollant

ondertyckent: W. van der Duyn