1530-11-05 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 2

Jaartallenindex

op ten 5 Nov. 1530 was de groote vloed dat meest alle de polders in Hollandt te weetene, in Suythollandt, t lant van Voorne ende Zeelandt, inne vloijden, mit eenen sprinckvloet mitte volre mane, daer menich menschen ende beesten verdroncken, ende was t water hooger binnen der stede van Dordrecht dan in t Ye in anen [?] hoogste vloeden bij staender lande mij bevinden kan wel derdalve voet, ende den rinck van Noortholland mit Kennemerlandt, Vrieslandt, Waterlandt en Amsterlandt in bevloyden met dan alleen dat den Velzerdyck ende dyck tot Assendelft doorbrack. Hiernaer volgen de lande die metten selven storm innebraken ende bevloyden: 1) t geheele land van Oost- en Westvoorne, mitten dorpen daerom en in gelegen, uytgenomen Heenvliet, Abbenbroek en Dirxland, 2) t land van Putten met al de dorpen daerin en omme gelegen, 3) Alblasserwaerdt met allen den dorpen daerin gelegen totter Arkelschen dijck toe, 4) Zwindrecht mit allen den dorpen daerin gelegen, 5) Cattendrecht mitten Nieuwlandt, 6) Cralingerpolder, 7) t land van Strien, oudt en nieuw, 8) Mynsheren land van Moercken, 9) de Moerkant, 10) t landt van Althena, 11) de ...... [open], 12) t lant van Zevenbergen mitten bylanden, 13) Zeelandt: t geheele landt van Schouwen, t land van Noord- en van Zuid Bevelandt, Walcheren, der Thollen, St Martinsdijk

1530-11-16 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland, Voorne fol 92v, 93v

Jaartallenindex

mannen van leen van het land van Voorne certificeren dat Jacob Jansz verkocht aan Dirrick Jansz alsulk vrij huis en erve gelegen op de zuidzijde van de Cruijsstrate, binnen der stede van den Briele, genaamd de Gulden Pot, noord: de Vismarct, oost: Andries van Bronckhorst met een huis in de Vischstrate, zuid: Danckaarts die backers huys, waarmede Jacob Jansz beleend is geweest. Nu verzoek om Dirk Jansz hiermede te belenen. Op 1540-09-28 beleent Karel Dirk Jansz met dit huis en erve, geheten "de Gulden Pot", gelegen op de zuidzijde van de Cruysstrat, belend als boven, onversterfelijk erfleen, leen van Arkel (vgl 1568-09-16)

Cornelis van Duvenvoorde, Willem Jacobsz Heerman, mannen van leen

1530-11-17 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 92

Jaartallenindex

Karel beleent Marie Adriaen Coele dochter, weduwe van Aert jonge Adriaensz, achtervolgende seeckere vertichtinge daervan gedaen voor schepenen van Dordrecht bij de erfgenamen van wijlen Aert jonge Adriaensz ter ener, en zijn weduwe Marie Adriaen Coelendochter ter andere zijde, met een stuk lants geheten "die Gouthoeve", groot 12 morgen lants, geldende in de dychoeve 8 morgen lands, gelegen in Blaskinsgrave in de Zeven hoeven in Zuyt Holland. Te houden door Marie Coel en haar erven tot een erfleen. Hulde doet voor haar haer neve mr Jan de Jonge, onse griffier van Holland (vgl 1530-06-02)

Cornelis Barthoud Jansz, Hubrecht van Houff Pietersz, leenmannen

1530-11-28 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 144

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor stadhouder van lenen Pieter Claesz opdroeg tbv Adriaen Simonsz 4 morgen uyt 6 morgen, gelegen in den ambacht van den Ketel, streckende mitten enen eynde in de Schie en mitten anderen eynde in die Polrevaart, en dat hij vervolgens Adriaen Simonsz hiermede heeft beleend tot een recht leen. Daar dit een quaet leen is, betaalt Adriaan voor de oversetting dubbel heergewade. "Dit is een Arckel leen, ut patet fol IX Ca. Arckel fol 1 op heer Jan van Hodenpyl". Op 1530-11-27 had de rekenkamer zich hiermee accoord verklaard

Cornelis Barthout, Jan Gans, Willem Jansz, leenmannen

1530-12-10 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 189

Jaartallenindex

Arent van Griecken, schout van Alckemade, oorkondt dat: ick mit mynen vryen moetwille getransporteert etc hebbe aan Dammas Aerntsz van Grieken, myn zoon, 8 morgen lants dat leengoed is, gelegen in den ambacht van Alphen omtrent die Gout sluys [= Gouder sluys]. Des t oorconde soo heeft Jan van der Noorden dezen brief van overgifte als notarius bezegeld en ondertekend met Arent van Grieken (vgl 1515-06-11 en 1531-03-28)

1530-12-12 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 211, 212v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat mr Cornelis Joosten van Schoonhoven opdroeg tbv Vincent Cornelisz, Raad des keizers en eerste meester van de rekenkamer in den Hage, 8 morgen lands in het ambacht van Nieuwcoop, zuidwest: en noordwest: Dirck Willemsz van Poelgeest erfgenamen met een leen van Holland, noord: Dirck Willem Pietersz erfgenamen ook met leen van Holland, zuidoost: Dirck Aertsz erfnamen, zulcx en in alre manieren als hem die bij overgifte van Enghebrecht van Scheyden verlijt sijn geweest. Met het verzoek om Vincent hiermede te belenen. Op 1532-01-05 (1531) beleent Karel mr Vincent Cornelisz met het voorn. leen, tot een onversterfelijk erfleen

Jan Heynricsz, secretaris des keizers en ontfanger der exploicten, Thomas Cachiopyn, Cornelis Barthout, leenmannen; 1532-01-05: mr Joost Sasbout, mr Reinier Brunt

1530-12-13 | Schoterbosch

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 12v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van leenen Nicolaes van Borsselen hem opdroeg tbv Clais van der Laen Geritsz dat ambacht mitten lande van Schoterbosch, zuid: dat capittel uyter Hage, noord: Willem van Saenen Simonsz, west: die wateringe geheten de Delft, oost: het Spaerne. En dat hij vervolgens Claes van der Laen hiermede beleend heeft tot een erfleen. Pieter Symonsz, zijn moeders man, doet de eed voor hem. Op 1547-03-04 doet Claes van der Laen zelf de eed

heer Willem van Alkemade, ridder, Gerrit van Poelgeest, Floris van Wyngaerden, Airnt van Duvenvoorde, Vincent Dammas, auditeur, mr Gerrit van der Laen, Cornelis Barthouds, Jan Gans, Willem Pietersz [Criep], Anthoine le Bucq, Hubrecht van Houf Pietersz, Simon van der Does, Willem Jansz; 1547-03-04: mr Gerrit van der Laen, Cornelis Barthouts, Berthout Barthouts, leenmannen

1530-12-17 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 147v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor heer Gerrit here van Assendelft Elias Vranckenz opdroeg tbv Jan Jansz 2 ½ morgen lands uyt ½ van 14 morgen lants gedrogen [?] in Maeslandt, zuidwest: de weduwe en erfgenamen van Nicolaes Meeusz van Segwaert, oost: mr Jan van Utrecht en Heyndrick Cornelisz als getrouwd hebbende de weduwe van Joris Jorisz, west: Joris Pietersz en Floris Gerritsz, noord: de Burgerdycse weg. En dat hij vervolgens Jan Jansz hiermede beleend heeft

mr Aernt Sandelyn, Raad in de Camer v.d. rekening, Jan Heindricxz, ontfanger v.d. exploicten aldaar, Cornelis Barthoud, Jan Gans, Anthoine le Bucq, Willem Jansz, Berwout Willemsz , leenmannen

1530-12-17 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 145v

Jaartallenindex

Karel beleent Gerrit Pietersz na dode van zijn moeder Mariken Jorisdochter met ½ van 14 morgen land te Maesland, zuid: de weduwe en erfgenamen van Nicolaes Meeusz van Segwaert, oost: mr Jan van Uytrecht ende Hendrik Cornelisz als getrout hebbende Joris Jorisz weduwe, oost [west]: Joris Pietersz en Floris Gerritsz, noord: de Burgerdykse weg. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Gerrit Pietersz dit leen over tbv Elias Vrancken, die er terstond mede beleend wordt

mr Aernt Sandelyn, Raad in de Camer v.d. rekening, Jan Heindricxz, ontfanger v.d. exploicten aldaar, Cornelis Barthoud, Jan Gans, Anthoine le Bucq, Willem Jansz, Berwout Willemsz , leenmannen

1530-12-18 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 207v, 209v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Adriaen van Egmont van Kenenburg, oudste zoon van heer Otto van Egmont, ridder, opdroeg die heerlicheyt van Schiebrouck met 48 £ groots gelts jaerlicke rente ende 50 honderden [!] per jaer comende uit Aernt Enghebrechtsz ambacht die hij in leen hield tot een erfleen, tbv heer Gerrit heer tot Assendelft, van Heemskerk, ridder, met het verzoek om hem hiermede te belenen en hem brieven van verlij te geven. Ende alsoo die voors. Adriaen van Egmond in den jare 1512 op den 18 februari op de voors. heerlijkheid ende [!] rente vercoft heeft Jacob Heerman tbv zijn dochter jvr Heyndricx, althans huisvrouwe van de voors. Adriaen, een jaerlicx rente van 30£ (van 40 gr) ter lossing met 1500£, zo beloofde Adriaen deze rente te lossen, en belooft daarvan brieven te leveren. Op 1531-12-08 beleent Karel onse beminde ridder, eerste Raad residerende in den Hove van Holland, heer Gerrit heer van Assendelft met het bovenstaande leen. Te houden tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven

Joost Sasbout, Raad ordinaris in den Hage (met zijn handtekening), Jacob Coppier, Jacob van der Wiele Adriaensz, leenmannen; 1531-12-08: mr Joost Sasbout, mr Andries van Bronckhorst here van de Schoot, Reynier Brunt, Crispyn van Boschuysen