1562-09-10 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 318 regest 95/Klooster St Ursula Delft

Jaartallenindex

schout en gezworenen van Vryenban en schout en schepenen van Ouderschie oorkonden dat pater, ministra en capitularen van het St Barbaraklooster te Delft hebben verkocht aan dat van St Ursula aldaar een huis en erf en hofstede en 26 morgen 4 hont land, waarvan er 20½ morgen liggen in Vryenban en 5½ morgen 4 hont in Ouderschie. Met zegels van St Barbaraklooster, de schout van Vryenban, de schout van Ouderschie (vgl 1563-05-08)

1562-09-10 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 276 regest 182, 183/Klooster St Barbara Delft

Jaartallenindex

schout en gezworenen van Vryenban en schout en schepenen van Ouderschie oorkonden dat pater, ministra en capitularen van het St Ursulaklooster te Delft hebben verkocht aan het St Barbaraklooster aldaar een rente van122 Kar gld per jaar, losbaar den penning 18, onder verband van een woning met 26 morgen 4 hont land, waarmee het klooster de rente betaald heeft, en dat zij op zich nemen de navolgende renten ten laste van laatstgenoemd klooster over te nemen: 1) 5 £ Vls voor Melis Adriaensz te Rotterdam, 2) 6£ Vls voor de weeskinderen van Adriaen Claesz brouwer, 3) 3£ en een van 1£ voor de Carthuizers buiten Delft, 4) 4£ voor Symon Heynricsz te Delft, 5) 2£ Vls voor Quiryn Cornelisz in de Ketel, 6) 2£ 10 schell voor Michiel Doensz [priester], 7) 4£ voor de vergadering van de heren van de Gaude in de Nieuwe KErk te Delft. in dorso aantekening over de aflossing. Op 1563-05-08 geratificeerd door broeder Gerrit van Sutphen, pater generaal van de 3e regel van St Franciscus de poenitentia

1562-09-11 |

Oorspr Inv 652

Jaartallenindex

schout, burgemeesters, schepenen en regeerders van Delft oorkonden dat de gasthuismeesters van het oude gasthuis aldaar verkocht hebben aan Jan Heijndriksz van Utrecht en Fransgen Gherijtsdochter, wier beider moeder was Belitgen Huybrechtsdochter, een jaarlijkse lijfrente van 36 Kar gld

1562-09-11 |

Ms Opstraeten III fol 1482/Gaasbeek

Jaartallenindex

Dirck Vonck Dircksz, schout van Linden, tbv zijn vrouw jvr Geertruijt van Braeckel, nae dode van haar vader Cornelis van Braeckel, ½ van 29 mergen in de Mersche, genaemt Tollenborch, comende aen malcander maer een leen te sijn

present: Gerrit Knoep van Meerenborch, Gerrit Willemsz van Woudenberch

1562-09-16 |

R.A.H. Coll Aanw 136 Caput Zeeland fol 19v

Jaartallenindex

koning Philips oorkondt: dat wij achtervolgende seecker appoinctement gestelt op seecker requeste die van onsen leenhove gepresenteerd bij de erfgenamen van wijlen Loijs van Vernewijck, eenig soone van wijlen vrouwe Josyna van Bloijs, wiens grootvader was van wijlen Gwuij de bastaard van graaf Jan van Bloijs, ende Merten van der Meere, soone van wijlen jvr Cornelia van Bloijs, dochter van wijlen heeren Gwuij van Bloys, ridder, wiens grootvader was Gwuij, de bastaardzoon van graaf Jan van Bloys, in date den 14e juni 1561 j.l, mit desen in onsen registeren van Holland geregistreerd, mitsgaders de genealogia van heurlieder descendenten. Verlyd hebben ende verlyen mit desen jhr Merten van der Meere met ¼ deel van 2 molens in Poortvliet, geheten "Calfstaet" ende "de Wee", met een geheele boomgaard, ende ¼ deel van de Middeldyck aldaer, visscherije, swaendrift, vogelrye, vlastienden, lammerthiende ende darinck thiende. Niet te versterven zolang er nog iemand van den bloede van de voors. Gwuij de bastaard van Bloys, zoone van wijlen grave Jan van Bloijs in leven is. Daar jhr Merten onmondig is, doet Frans Rees, onse baljuw onser stede van der Thoolen, zijn rentmeester en voogd, de eed

Jan Hanneman, Raad in den leenhove van Holland, rentmeester generaal van Noord Holland, Willem van Berendrecht, Cornelis Barthouds, Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen

1562-09-21 |

Inv Arch H. Geest 's Hage dl I Inv 871 p 110

Jaartallenindex

Gerrit Lambrechtsz als gemachtigde van de H. Geestmeesters in den Haghe erkent betaelt te wesen uut handen van de weduwe van Heyndrick Winsaate van alsulke axsoe [actie ?] als die H. Geestmrs op hem hadde, spruitende van Anthonia Cornelisdochter uutwysende het testament hier op den rugge gescreven. In kennisse der waerheyt soe heb ic Gerrit Lambrechts dit onderteykent. Dorsale aantekening op het charter van 1555-08-30

1562-09-22 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 444 regest 228/Klooster St Anna Delft

Jaartallenindex

schepenen in Delft oorkonden dat het St Annakooster met toestemming van de prior van Sion, heeft verkocht aan Wouter Hermansz een huis en erf aan de Geerwech (vgl 1563-04-23)

1562-09-22 |

R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 7v, 11; Coll Aanw 133/I fol 13, oud fol 2v

Jaartallenindex

extract uit het testament van jvr Guilhelma van Hoochtwoude: zij vermaakt aan Antheunis van Hoochtwoude hare huysinge en hofstede gelegen tot Coudekerk metten cingelen, boomgaarden met toebehoren als die gelegen is ende bepoot staat met 2 campen lands daaraan gelegen, daer den enen af gelegen is aen dat oosteynde ende den anderen aan dat westeynde van den huyse mit eenen laen, dair men af ter kercken gaet. Noch het achtste weer lands van der kerke oostwaarts in den voors. ambacht van Couderke, mit eenre boomgaard daarop staande, groot 17½ morgen land met een elsbrouck daar achter aen, wat breeder dan dat weer land, leen van de grafelijkheid van Holland. Behoudens dat haar man Steven van Blitterswyck zijn leven lang zijn lijftocht hieraan zal hebben. Aan haar man Steven vermaakt zij haar heerlijkheid van Over Blockland in den lande van Arkel met alinge tiende en gifte van der kerk, ⅓ deel van de thiende in de Beemte, die in leen gehouden wordt als leen van Arkel, belast met een rente van 11£ Vls. Bovendien zal Steven aan Cornelis van Hoochtwoude hieruit een rente van 20£ Vls per jaar moeten betalen, ter lossing met 2000 gld, en nog een rente van 10£ Vls elcx van de volle susteren van vader en moeder [wegen ?] van de voors. Cornelis van Hoochtwoude makende mede tesamen 20£ per jaar, ook te lossen met 2000£ Vls (octrooi dd 1560-05-08); 1562-10-29: de koning approbeert en ratificeert en confirmeert de lijftocht tbv Steven van Blitterswyck; 1562-10-29: koning Philips beleent Antheunis van Hoochtwoude, oudste zoon van Aelbrecht van Hoochtwoude, na dode en makinge van zijn moije jvr Wilhelma van Hoochtwoude met bovenstaande lenen. Daar Antheunis onmondig is, doet zijn vader Aelbrecht de eed voor hem

1562-10-29: Willem van Berendrecht, Cornelis Barthouds, Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen

1562-09-23 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II Dossier 694

Jaartallenindex

akte houdende attestatie van de magistraat van Vere, betreffende verklaringen, op verzoek van Pieter Carbonnier, rentmeester, afgelegd door Rober Willemsz, pastoor van OLVr polder, Lieven Symonsz, schout van de parochie, Willem Adriaensz, schepen aldaar, benevens van klerk, schout, schepenen van Serooskerke, over de deplorabele economische toestand van de voors. polder, en over opmerkingen van mr Philips Grellet, voorganger van Carbonnier, daarover. Verder nog een akte dd Vere 1562-12-30, houdende attestatie van de magistraat, betreffende verklaringen, op verzoek van eisers: Marten Adriaen Martensz en Willem Adriaensz Brocke, mede namens andere pachters in OLVr polder benoorden Vere, afgelegd door Pieter Antheunisz Duyn e.a. als voren. Nog bijgevoegd: copie van een ake dd 1563-01-08 (1562) bevattende attestatie van notaris Marten Cock betreffende verklaringen afgelegd door Lambrecht Scyllinck, proost van het OLVrklooster en Adriaen van Domburg, poorter van Middelburg, over de armoede van de bewoners van de Polder bij Vere; een relaas van Laeuwerys Bouman, gezworen stadsbode die op 1571-05-15 Adriaen Luijcxen, dijkgraaf, en heer Robrecht [Willemsz ?] priester en kanunnik van Sandenburg, dagvaardt om voor een commisaris van de Grote Raad te verschijnen (dossier 694/4 sub Zc). Het proces wordt gevoerd tussen Willem Leynsz, molenaar, pachter van de windmolen in de OLVrpolder, die over de jaren 1558-1562 de pacht maar gedeeltelijk had voldaan aan Pieter Carbonnier, rentmeester. Tesamen met de ander pachters in de polder, tegen de curators van het sterfhuis van Max. van Bourgondië, markies van Vere

1562-10-02 |

Inv Arch Kapittel Den Hage regest 713, 714

Jaartallenindex

deken en kapittel van St Marie in 's Gravenhage erkennen dat Jan Splintersz, poorter der stad Leyden, de jaarrente op zijn huis en erf, waarvan ½ aan de cure van Coudekerke toekwam, de wederhelft aan de H. geest aldaar heeft afgelost, handtekening van notaris Cornelis van der Capellen. Op 1562-10-20 verklaart Pietertgen Egbertsdochter, eertijds dienstmaagd van wijlen heer Cornelis Wesselsz, pastoor te Coudekerk, dat Jan Splintersz,eertijds bakker te Leiden, geen rente meer verschuldigd is aan de overleden pastoor