22210 resultaten

1563-01-30 (1) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 144v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen in Gorinchem oorkonden dat Claes Jorisz als wettige man en voogd van Henricksken Robbrechtsdochter ter eener-, ende Adriaen Dircsz [Smeerom, wonende te Kedichem] als tot een echten wijve gehad hebbende Marijken Robbrechtsdochter ter andere zijde, beyde als erfgenamen van hun vader wijlen Robbrecht Roelofsz, en bekenden dat zij mit vrintschap tesamen voor een erflotinge geschift en gescheyden hebben seker stuk land groot 7 morgen, gelegen op Kekum met griendinge, boomgaert etc, diewelke zylieden tot date van desen gemeen en pro indiviso gehad hebben henluyden van hoir huysvrouwen wegen aengecomen en bestorven bij dode van hoer vader de voors. Robbrecht Roelofsz: 1) Claes Jorysz ontvangt 4 ackeren lants groot 4 morgen met hofstad en bogaert, oost: dat gasthuisland binnen Gorinchem, west: Adriaen Dircsz lant, streckende van de halve thiendwateringe totter Lingestroom toe, belast met: een rente van 52 st 11 penn sjaars tbv het capittel binnen Gorinchem, noch 8 schilden sjaars ter los met 80 gld, die Henrick Colff Claesz de oude daerop sprekende heeft. Noch een rentebrief van 2 Kar gld ter losse met 28 Kar gld die Berrit Adriaensz daerop heeft, en een van 2 schilden ter los met 20 Kar gld, die Geertgheen Pleunen daarop heeft. Noch ontvangt Claes Jorisz een boomgaert aen de oostzijde teynden aen t voors. lant, belast met een rente van 49 st sjaars tbv gasthuis binnen Gorinchem, en die gehele buitendycse griendt totten Gantel toe, ook gelegen t eynde aen t voors. landt; 2) Adriaen Dircsz [Smeerom] ontvangt 2 ackers, groot 14 hont, metten huiswerf, bogaert en grindinge daerinne begrepen, tesamen gelegen aen die westzijde, oost: Claes Jorisz voors, west: mr Marthen van Os Goevertsz, streckende van de ½ thiendwetering aff totten Lingenstroom toe mit oick totten Gantel buitendycs ende die mede (vgl 1561-04-19)

Ffranchoys van Broechuysen Danielsz en Dirck die Burchgreeff Cornelisz, schepenen in Gorinchem

1563-01-30 (2) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 145v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen ter manisse van de scoutet van Gorinchem, rechterlijk aengeschat sijn sekere 2 morgen lands op Kedichem, toebehorende Adriaen Dircsz alias Smeerom, oost: Claes Jorisz, west: mr Marthen van Os Goedevaertsz, streckende van der halver thiendtwetering af totten heynthuyn toe, tesamen voor de somme van 450 Kar gld eens, belast met erf- en losrecht. Zo werd op 30 januari 1563 met het convent overeengekomen dat al degenen die rente- of losbrieven op dit perceel bezaten in te leveren bij mr Gerardt Dudyn als secretaris in der tydt deser stede en van den lande van Arckel, afgekondigd door Aerdt Jansz gesworen bode of roedrager, opgemaakt ter certificatie dat dit alles geschiedt is

1563-02-11 |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 145v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen in Gorinchem oorkonden dat Aerdt Roelofsz mit enen rentebrief mit allen recht alsoe verre gevaren hadden op Adriaen Dircsz alias Smeerom voor 7 Kar gld, verschenen 1561-04-19 hoofdgeld en voor allen ongelt als daer te cost opgegeven is van gerichte wegen, dat hij ter pandinge gewyst werdt, doen en vandt hij niet aen te panden, doen wysde dat vonnis voort. Soe wanneer hij hem ofte zyn goet bewijsen kan als recht is, dat men hem daeraen pandet zal als recht is. In oorconde gegeven 11 februari 1563, stilo communi. Onder staat dat Gerard Dudyn Jansz, secretaris der stede van Gorinchem en het land van Arkel, certificeert dat de bovenstaande rentebrief met de afterstal onder hem berust, en dat hij de originaliteit ervan vaststelt, gedaen 26 maart 1463 (moet zijn 1563 ?) [inhoud: Adriaen Dircsz [Smeerom] aangeklaagd wegens niet betaling van pachtgeld te Kedichem, 1563-02-16 en 1563-03-27 idem]

1563-02-16 |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 143v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

de 4e brief de prescriptis 2 morgen terre op Kekum. Schepenen in Gorinchem oorkonden dat Adriaen Dircsz alias Smeerom erkende dat heer Erasmus de Vrome, procurator van het Carth convent bij St Geerdenberg, hem voldaan en betaald had van alsulcke scattinge als het convent nu zeer onlangs gedaen heeft van 2 morgen lands gelegen op Kekum, diewelke hem comparant toebehorende waren en hem door het convent afgeschat weren, breeder blijckende bij de bezegelde schepenen schatbrief hieraf zijnde. Ende dit beruerende alle alsulke somme van penn. als hem Adriaen Dricsz voors. uyt zaecke van t selve afgeschat landt noch suvers competerende waren, dat is te verstaen boven zekere rentebrief houdende 7 Kar gld sjaars, ter los mit 100 Kar gld hoofdsom, mitten afterstal daeruijt gesproten oick onbetaelt staende. Welke rentebrief Aerdt Roelofsz ingesetene poorter deser stede daerof sprekende heeft ende onder den secretaris alleenlick gecomen was ende anders geen meer. Welverstaende dat in dese voirs. betalinge mede inbegrepen is alsulke 77 Kar gld eens als hij comparant den voirs convent nog schuldig was van landpacht en waer voiren tselve convent enen vangbrief op hem comparant rechtelick gewonnen heeft, in dato 1562-10-13 (vgl 1653-03-27 en 1563-02-11)

1563-01-27 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 5, oud fol 1
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Gerrit Dircxz hem heeft opgedragen tbv Frans Arisz een stuk land gelegen tot Uytgeest, genoemd "Bastaert Bos", en dat hij Frans Arisz hiermede vervolgens heeft beleend tot een erfleen

mr Cornelis Barthouds, Simon van der Does, Dirck Adriaenz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen

1563-02-10 | Ankeveen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138 bis afd 2 fol 12
Jaartallenindex

Geertruydt van Liere als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoirde vergunt aan Louwerens Jacobsz, wonende in Korremoff bij Anckeveen, over te zetten ende te vercopen tot eygelijken goet te leveren ½ acker lands gelegen in vier ackeren, belend zuid: die papelycke prove aldaer, noord: Jacob Gerritsz. Wederomme so stelde mij Louwerens in die plaets tot leengoed twee ackeren landts beginnende van dier Neerweechsweteringe, streckende in den Overmeerschenmeer bepaelt ende ghelimiteerd nae vermogen die halve voorgaende ackeren. Ende dit al ut saicke dese twee ghestelde ackeren merckelick beter sijn dan die voers. halve acker alsoe ons genoechsaem ghebleecken is. Hij wordt vervolgens met laatstgenoemd leen beleend (vgl 1551-06-08, 1565-02-11)

1563-02-10 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 6, oud fol 1, fol 42v, oud fol 10v
Jaartallenindex

koning Philips beleent mr Jan van der Nyenburch, pensionaris onser stede van Amsterdam, na dode van zijn vader mr Cornelis van der Nyenburch, in zijn leven Raad in onsen Hove van Holland: 1) een stuk lands gelegen binnen der heerlijkheid van Bergen in Kennemerland, groot 3 coeweyde, belend oost: Claes Symonsz erfgenamen, noord: Willem Taemsz, west: Dirck Allardsz, zuid: de Bandyck, binnen aftersusterkind niet te versterven, 2) een croft land gelegen tot Bergen in Kennemerland, bij der kercke aldaer, groot 500 roeden, oost: Andries Dircksz (1564-07-11, 1567-12-22), noord: Willem Eeskens, Dirck Pietersz, Aernt die Wilden kinderen, west: Mariken Jansdochter, zuid: Symon Gerritsz. Tot een onversterfelijk erfleen; 1564-07-11: koning Philips oorkondt dat mr Jan van der Nyenburch, pensionnaris onser stede van Amsterdam, hem heeft opgedragen tbv Sebastiaen Craenhals de lenen 1) en 2), en dat hij Sebastiaen hiermede beleend heeft

Willem van Berendrecht, Johan Hobijn, Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen; 1564-07-11: jhr Pieter ambachtsheere van Heeren Jansdam, Adriaen le Seur, procureur voor het Hof van Holland, Pieter Herwijer, Pieter van der Houve Cornelisz

1563-02-12 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 7v, oud fol 1v; R.A.H. Coll Aanw 140 fol 407v/Reg Oraigne fol 207 (volmacht); G.A. Haarlem Inv no 1752 Lade V
Jaartallenindex

Henrick heere tot Brederode, vrijheere tot Vyanen, Burchgrave tot Utrecht, heere ter Ameijde, tot Hauringcourt, oorkondt dat Lancelot van Brederode bastaard van Brederode van ons bij opdrachte gedaen in handen van den stadhouder ende leenmannen van Holland, vercregen heeft die thyenden grof ende smal tot Schoten, zoals hij die van de grafelijkheid van Holland in leen houdt. Henrick belooft nu, ingevolge een op 10 februari nopens deze tienden onderling met Lancelot gemaakt contract, de voorn. tienden vrij te waren voor een vrij onversterfelijk erfleen, door Henrick ondertekend en bezegeld. Heyndrick heere tot Brederode geeft volmacht aan Allart van Presinchoven, om namens hem voor de stadhouder van lenen deze tienden op te dragen tbv Lancelot van Brederode, bastaert

1563-02-15 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 8, oud fol 2; R.A.H. Coll Aanw 140 fol 408v/Reg Oraigne fol 207v
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Allerd van Presichoven als gemachtigde van onse seer lieve ende getrouwe neve here Hendrik here tot Brederode vryhere van Vianen etc heeft opgedragen tbv Lancelot van Brederode de twee delen (⅔) van den corentiende tot Schoten mitter vlastiende ende de smaltiende tot Schoten, geheel, en dat hij Lancelot daarmede heeft beleend (vgl 1576-05-19, 1563-02-12)

mr Aerndt Nicolai, Raad in onsen leenhove, Willem van Berendrecht, Cornelis Barthoutsz, Joachim van Myerop Cornelisz [er staat: Nycop], Johan Hobijn, Adriaen Willemsz Criep, Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen

1563-02-13 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 554 regest 119/Klooster St Jeronimusdal Delft
Jaartallenindex

Baertge Corssdochter weduwe Adriaen Claesz verklaart geen eigendom te hebben aan de muur tussen haar woning en het college van St Hieronymus, in welke muur zij een poort heeft, die zij desgevraagd zal verwijderen. Met de handtekening van Baertge en haar zoon Christiaen Adriaensz