22210 resultaten

1563-10-17 |

R.A. Arnhem Inv Arch Brantsen regest 42
Jaartallenindex

schepenen in Nijmegen oorkonden als gerichtslieden of erfpachters in het ambt over Betouwe, dat Thomas van Appeltern, heer tot Persingen, een schuldbrief van 200 gouden rijder gulden overdraagt aan Anna van Bronckhorst, weduwe van Henrick van Langen, door Henrick van Langen eertijds schuldig erkend aan heer Willem Brouwer, pastoor te Persingen

Wichman van den Berch en Gairdt van Triest, schepenen

1563-10-19 |

R.A.H. Coll Aanw 467 fol 16v/Leenregister Brederode fol 13v
Jaartallenindex

Henrick heer tot Brederode, vrijheer tot Vianen, borchgraef te Utrecht, heer ter Ameide, oorkondt dat wij bij onzen stadhouder Anthonis van Brecht, verlijt ende beleend hebben joffr. Agniet Spierinck, waarvoor ons hulde, eed en manschap gedaen heeft haer oom en voogd Huich Spierincsz, 3 morgen lands gelegen aen opalme in Voornsaterwaert in den middelsten kamp aen de westzyde tusschen Samuels erfnisse aen beijde siden, haer aanbestorven bij den overlijden van haer vader Claes Spierinck van Aelborch, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Scheldende die voors. joffr. Agniete quijt het waenversoeck in desen gebesicht [het leen was sedert 1391-04-26 niet verzocht]

mannen: Arent van Rijnesteijn, Willem van Blomendael, Helmich Dobbe

1563-11-02 |

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 80/Mathenesse
Jaartallenindex

Johan van Mathenes beleent Hillebrant Matheusz, schout van Ouwerschie, met 2 morgen land gelegen in de Brijdorpse sate, door opdracht van Geerloff Cornelisz, aan wie dit leen was aanbestorven van zijn vader Cornelis Voppesz

1563-11-11 |

Partic Leenkamer Asperen 2 fol 5v
Jaartallenindex

Derick Aertsz: 11 hont lant op het Groet hoichlant tot Asperen, boven t gilt van O. Vrouwe, beneden het gasthuys (vgl 1518-08-12)

1563-11-12 |

R.A.H. Coll Aanw 136 Caput Zeeland fol 83, oud 26v, fol 84, oud fol 27
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat mr Pieter Reeze, secretaris der stede van der Tholen en rentmeester van heer Loys de Bloys here van Terlong, ridder, namens laatstgenoemde (procuratie dd 6 september j.l) hem heeft opgedragen tbv Adriaen Cornelisz Vlasman, twee houcken tienden gelegen in Oud Strijen onder het land van der Tholen, genaamd "de Noordzijde van Jan Eynouts houxken", gelegen rondom in zijn dycken, met een hoeck tiende genaemt "het zuydeynde" die zijn broeder Jacob daerin liggende heeft. En dat hij Adriaen voors. hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Daar Adriaen onmondig is, doet zijn broeder en voogd Cornelis Cornelisz Vlasman de eed voor hem. Na opdracht als voren wordt eodem die Jacob Cornelisz Vlasman beleend met een houcktiende gelegen in Oud Strijen onder het land van der Tholen, genaamd "het suydeynde van oud Strijen", met 2 houcktienden die zijn broer Adriaen daarin liggende heeft

Adriaen le Seur, Pieter Herwijer, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen

1563-11-20 |

R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 71, oud fol 19v, fol 73v
Jaartallenindex

notaris Jan de Sille instrumenteert dat jvr Franchoyse van Bloijs, erfgename van wijlen heer Adriaan van Bloijs, ridder, volmacht geeft aan mr Anthonis Hoffslach, advocaat, Joost van der Bije, Vincent van Wateringen, procureurs voor het Hof van Holland, mr Jacob Vorcoup, pensionaris van den Staeten van namen [?], mr Mathys Rosa en alle procureurs voor het Hof van Holland, om aldaar voor den stadhouder van lenen te verheffen 127 gouden leeuwen erfelijk rente sjaars, haar aanbestorven van haar broeder heer Adriaen van Bloys, verzekerd op te brugge ter Goude, en om deze rente over te dragen, behoudens haar lijftocht daaraan haar leven lang, tbv haar nicht jvr vrouwe Franchoyse van Velaynes, huisvrouw van heer Jasper van Hosdam, heer van Fumal, ridder, bij maniere van gifte onder de levenden. Aldus gepasseerd in het clooster en abdij van Liessies in Henegouwen. Op 1563-12-07 beleent koning Philips jvr Francoyse van Bloys, sustere, na dode van heer Adriaen van Bloys, heer van Domstienne, ridder, gouverneur van Marienburgh, met het veer ter Goude, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar Joost Jacobsz van der Bije, proc. post. voor den Hove van Holland, als daartoe gemachtigd 20 november l.l (vgl 1563-07-03)

in presentie van: heer Louys van Bloijs, abt van dezelven clooster en broeder van jvr Franchoyse, Jan des Fossen, deurwaarder in den Rade des Conincs tot Namen, Philips Boucquencan, leenman van Henegouwen, wonende tot Liessies; 1563-12-07: mr Aernt Coebel, Jan Hanneman, raden in onsen Hove van Holland, Willem van Berendrecht, Adriaen le Seur, Piter Herwijer, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen

1563-11-21 |

V.R.O.A. 1909 p 74 no 28/Arch Heerlijkheid Mynsheerenland
Jaartallenindex

overdracht van de pacht van het dijkgraafschap van de ring van Moerkerken door Charles van St Omaers op Jan Govertsz, schout en secretaris van Moerkerken

1563-12-01 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1326
Jaartallenindex

schout, schepenen en buren verzoeken aan de abdis Jelis Pietersz als pastoor van Boskoop bij de bisschop van Utrecht en de abt van St Paulus als collator van de parochiekerken aan te bevelen, en de tegenwoordige pastoor Cornelis Gherydtsz op zijn verzoek ontslag te verlenen

met 17 handtekeningen: o.a. Gherrydt Bouwensz, schout, Dirc Jansz, koster aldaar, Willem Ghysbertsz, Pieter Liclaesz, kerkmeesters

1563-12-03 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 51, oud fol 12v
Jaartallenindex

aan de stadhouder van de leenen in Holland. Geeft ootmoedelicken te kennen Claes Claesz tot Eedam wonende, dat hij in leen houdt 3 perceeltjes land in den mabachte van Oosthuysen, hem aangekomen bij dode van zijn vader Claes Claesz alias Hansen. Te weten de helft van 8 deymt, daervan de 4½ deymt belend west: Ave moer, oost: die Cartelinge. De helft van 1½ deymt geheten de Loufs mergen, belend west: de pape, oost: de ooster middelven. Item ½ van de oister middelven, belend oost: Jan Hendrix ven, west: de wester middelven. Daar suppliant zijn nering binnen Edam doet, is dit land voor hem zeer qualyck gelegen, weshalve hij vrezoekt dit leen te mogen verkopen, en in plaats daarvan te mogen opdragen eigen land omtrent ende vast bij de stede van Edam: 1) een stuck gelegen op ten Brouck an de zuidoost zijde van Edam, west: Jan Nannincxz, oost: Jaep Claesz c.s, groot wesende 2½ deymt, 2) een stuk van 1½ deymt, aan de noordcant van de grote kerk van Eedam, belend noord: Geerte Cornelisdochter, zuid: Jan Goukes. Dit opgedragen land is even goed als het oude leen, zelfs beter, daar het oude leen ligt aan een gewierde dijk. Het verzoek wordt toegestaan, indien suppliant een certificatie overlegt, waaruit blijkt dat het nieuwe leen even goed is als het oude, ondert. C. Barthouds (vgl 1563-12-18 en 1564-11-21)

1563-12-18 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 52v, oud fol 13, fol 64v, oud fol 13v
Jaartallenindex

notaris Gerardus Symonsz a Gysp instrumenteert dat Claes Claesz van Eedam ende Jan Claesz Meesters, Claes Claesz Moeijert, oud 45 jaar ende Jan Claesz, oud 27 jaren en Jan Claesz Meysters, oud omtrent 25 jaren, gecertificeerd hebben bij dese, als dat 2 stuckjes land, het eene groot 2½ deympt, seer goet kostelick lant is, ende is gelegen bysuyden die stadt bynae dicht an de stedemuer van Eedam. Ende het andere, groot 1½ deymt, ende is gelegen bynoorden de parochiekerk van Edam, ende mede seer goet lant is. Ende dese twee stukken lant geen dyck en hebben daer men sonderlinge cost van hebben, int cleyn ofte int groot, ende vrij land is. Ende Claes Claesz niemant sculdich op is, ende dese twee percelen van landen meer te huyr gelden dan de drie stucskens leens gelegen in de ban van Oosthuysen. Ende is dese drie voors. heuren dijck gelegen op Eetersemmerbreeck, ende den dijck met wier gemaeckt werd. Gedaen ten huyze ofte woninge van mij notaris, wesende tot Purmerende in t convent van St Ursula. Volgt een request van Claes Claesz aan leenmannen, dat hij heeft verzocht in plaats van de drie perceeltjes leengoed die tot eigen goed gemaakt zullen worden, te mogen opdragen en in leen ontvangen twee ander perceeltjes, waarna hem opgedragen was een certificatie over te leggen dat deze evenveel waard waren als zijn oude leen, en dat hij hierbij de gevraagde certificatie overlegt (vgl 1563-12-03, 1564-11-21)

in presentie van Jan Pietersz en Dirck Claesz, beide van Eedam