22210 resultaten
1564-10-21 |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 47v, oud fol 11v
Jaartallenindex
koning Philips beleent Dyeuwer Cornelisdochter na dode van haar vader Cornelis Claesz met alsulcken een deel lants legghende in Oosthuijsen als haer vader voors. liggende hadde, te weten ½ van een stuck lants geheten "Kmittenveen", groot 5 deymten. Noch ¼ deel van een stuck lants aldaar, geheten "sHeeren Venne", groot 12 deymten. Noch ½ van een stuk land geheten "Cop Witten lant", groot 3 deymten, in de ban van Oosthuysen. Te houden als een leen van Voorne tot een erfleen, niet te versterven totten eersten lede. Hulde, eed en manschap doet Jacob Pietersz als getrouwd hebbende haar zuster
jhr Jan de Huijter, Pieter Herwijer, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen
1564-10-24 |
V.R.O.A. 1909 p 130 no 113/Arch Detmold, Brederode
Jaartallenindex
losrentebrief van 2000 Kar gld van Henrik heer te Brederode voor Geertruid Verbeeke, waardin in de Gulden Leeuw te Brussel, geconstitueerd op het land de Poort te Vianen
1564-10-25 |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 49, oud fol 12, fol 48v, oud fol 12; R.A.H. Coll Aanw 140 fol 220v/Reg "Oraigne" fol 102
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Jacob Reyersz hem bij zijn open brief dd 1564-10-25 uit zijn eigen goed heeft opgedragen den eigendom van een nieuw bedijkt stuk land, gelegen aan de oostcant van de Daelmeer, groot 5¾ gers, belend noord en zuid: Claes Harcsz, oost: Jacob Reyersz voors, west: de gemene tochtsloot genaamd Waerdendel, en dat hij Jacob Reyersz hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1576-09-05); de open brief van Jacob Reyersz: hij draagt op uit eigen goed den vrijen eigendom van een nieuwe bedijckte stucke lants gelegen aen die oostzijde van de Daelmeer, groot 5¾ geersen, belend noord en zuid: Claes Harcxz, oost: hijzelf, west: die gemene tochtsloot genaemt Waerendel. Hij verzoekt dit perceel tot een onversterfelijk erfleen in leen te mogen ontvangen
Pieter Herwijer, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen
1564-11-14 |
G.A.H. Inv I no 1536 lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Jaartallenindex
Otto Jansz, schout tot Castricum ende schepenen ende met sommige buyren hieronder geschreven, hebbe paelen gesteken tusschen het lant dat de Leprosen tot Haerlem toecomt ende tuysschen een acker genaemt "St a .. ewen tuijt"[??], toecomende nu ter tyt Adriaen Jacopsz ende dat duer versoeck van de meesters van de Leprozen ende doert versoeck van Adriaen Jacopsz voors. In kennisse der waerheyt soe hebbe ick Otto Jansz, schout voirs, ende wij schepenen en buyren voors, elcx onse gewoentelycke hantschrift ofte merck hieronder gestelt
Otto Jansz, schout tot Castercom, Pieter Claes, Custos in Castricum, Floris Aelbertsz, Jasper Gerritsz
1564-11-15 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 96 p 224 regest 453/Arch St Agatha Delft
Jaartallenindex
de schout van Stompick oorkondt dat mr Aelbrecht van der Loo, raad en commies der koninklijke domeinen en finantien, heeft verkocht aan het St Aechtenklooster te Delft ¼ van 21 hont land, gelegen in 2 percelen aldaar
1564-11-16 |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 50, oud fol 12v
Jaartallenindex
koning Philips beleent Jan Florisz na dode van zijn neve Floris Cornelisz met ½ van ⅓ van 17 deymden lants, gelegen op Catwoude, geheten Willem de Grebbersvenne ofte Bredelant, streckende an die Purmer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1538-04-06, 1575-03-28)
Pieter Herwijer, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen
1564-11-21 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 107 regest 364/Klooster Coningsvelt bij Delft
Jaartallenindex
de prins van Oraengen etc en raden des konings committeren den deurwaarder om de gasthuismeesters van het gasthuis van St Lysbeth te Haerlem te gelasten om aan heer Jan van Hardenberch, pastoor te Schiedam, ½ jaar lijfrente uit te betalen, verschenen op Alreheiligen j.l.
1564-11-21 |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 55v, oud 13v
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Claes Claesz hem uijt sijne eijgentlicke goeden heeft opgedragen den vrijen eigendom van 4 deymden land, leggende omtrent ende vast bij de stede van Edam, te weten: 1) een stuck gelegen op ten Brouck an de zuidoost zijde van Edam, west: Jan Nanninghs, oost: Jaep Claesz c.s, groot 2 ½ deymt, 2) een stuk groot 1½ deymt, liggende an de noortcant van de groote kerck van Eedam, belend noord: Geertge Cornelisdochter, zuid: Jan Goukes, om door hem wederom in leen te ontvangen in plaats van ½ van 8 deymden lants, gelegen in 3 stucken in Oosthuysen, die hij tevoren in leen gehouden heeft. De koning beleent hem nu met de opgedragen 4 deymden als leen van Voorne, binnen aftersusterkind niet te versterven (vgl 1563-12-03, 1563-12-18)
Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter Herwyer, Pieter van der Houve, leenmannen