22210 resultaten
1565-02-16 |
R.A. Zwolle Inv Arch hav. Wegdam bij Goor regest 74
Jaartallenindex
Johan van Uterwijck en Johan Brunijnck, Symon van Haersolte en Johan van Eijll verklaren tussen Willeko Entens [van Menteda], ridder, en joffer Henrick van Haersolte, weduwe van Coeforden, huwelijksvoorwaarden tot stand te hebben gebracht
1565-02-17 |
Ms Opstraeten III fol 1484/Gaasbeek
Jaartallenindex
Jan van Westrenen Jansz als oom en momber van Dirck Jacobsz van Westrenen tbv denselven Dirck, na dode van zijn vader Jacob van Westrenen, ende zyn oldevader Jan van Westrenen, volgens desselven oldevaders testament (octrooi Brussel 1553-01-13) ½ houve lants te Mouderen. Jan van Westrenen doet hulde
present: Jan Bol, Cornelis van der Maet
1565-02-26 |
Ms Opstraeten III fol 1485/Gaasbeek
Jaartallenindex
Reynier van Aeswijn tbv zijn vrouw jvr Mechtelt van Ysendoorn na dode van haer suster jvr Oeda van Ysendoern, 6 morgen in Neder Langbroeck, gerecht van Sterckenborch. Noch 3 morgen aldaer en noch 4 mergen. Reynier doet hulde
present: Philips van Renes, bastaard, Hubert van Culenborch
1565-02-20 (1564) |
R.A.H. Coll Aanw 136 fol 162, oud fol 50
Jaartallenindex
koning Philips beleent Jan Splinter Jacobsz na dode van zijn vader Jacob Splinter, met: 1) ½ van 5 houcken tienden mitter rapinge, gelegen in St Joostland inden Polre binnen onsen lande van Tholen, te weten den houck achter Watervliet, den houck achter Bouwen Piersen, den houck van Oost Walge, den houck van West Walge, den houck achter Hugo Ewoutsz; 2) ½ van een bloctiende, gelegen in onsen lande van Tholen, geheten dat oosteynde van Doorloo, groot wesende 6 morgen, daer Simon Marinussen die wederhelft van ons houdende is. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Jan onmondig is, doet zijn neef en voogd mr Dirck van Nyenburg de eed voor hem
mr Reynier van der Duijn, Jacob van der Goes, Nicolaes van Berendregt, Willem van Berendregt, Adriaen le Seur, Pieter Herwijer, Pieter van der Houve, leenmannen
1565-02-24 (1564) |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 67v, oud 16v
Jaartallenindex
koning Philips beleent Guillame Mostaert na dode van zijn vader Joseph Mostaert met een huijs staende binnen de vryheyt van de stede van Alcmaer, streckende oostwaerts: aen die oude sluys, en achter aan de Nyeuwe Sloot, noord: Jacob Willemsz Brouwer en Adriaen Pieter Fredericsz, zuid: die Heerstrate. Te houden tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1563-04-26)
heer Splinter van Harghen heer van Oosterwyck, Willem van Berendrecht, Pieter Herwijer, leenmannen
1565-03-02 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 721
Jaartallenindex
schout en buurlieden (gezworenen) in het ambacht van Zevenhuyssen oorkonden dat Jan Claesz van Alphen, hun mede buurman, verklaarde verkocht te hebben aan de Heilige Geestmeesters in den Hage een jaarlijkse losrente van 25 £, losbaar met 400 £, op ± 28 morgen land met huis, schuren, bergen etc in het zuideinde van Zevenhuysen, streckende van de weg af westwaarts tot in de meren, belend noord: de heer van Oosterwijck, zuid: Jan Gerritsz. En van genoemde weg oostwaarts tot de uppervaart, belend noord: Jan Claesz zelf, zuid: Jan Gerritsz, met andere stukken land tesamen belast met renten van 3, 2 en 1£ Vls. Copie: in margine staat vermeld dat de H. Geestmeesters in december 1575 deze rente overgedragen hebben aan mr Cornelis van der Heyden, doctor medicine te Delft, in betaling van een rente van 25£ sjaar, die hij op de H. Geest bezat (vgl 1565-03-23)
Pieter Gheerlofsz, schout, Cornelis Rommersz en Cornelis Fransz als buurlieden in Zevenhuizen; Cornelis van Aecken, Jacob van Dorp, Claes Pietersz en Claes van Dam, H. Geestmeesters in den Haghe
1565-03-03 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 722
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat Jacob van der Duijn, here van Spranghe, zich borg stelde voor een losrente van 25 £ per jaar, losbaar den penning 16, die Jan Claesz van Alphen tbv de H. Geestmeesters te 's Haghe verleden heeft, zoals de doorgestoken brief dd 1565-03-02 inhoudt. Onder verband van zijn huis en erf waarin hij nu woont in het Westeinde van den Haghe, belend oost: de weduwe van ....., west: de rector van den Haghe, zuid: de heerstraat, noord: St Agnieten Zusterhuis (vgl 1565-03-02)
Adriaen van de Velde en Claes van Dam Adriaensz, schepenen
1565-03-03 (1564) |
R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 120v-125, oud fol 32v, fol 118v, oud fol 32, fol 125 en 127, oud fol 33v
Jaartallenindex
request aan de stadhouder en Raden van den Leenhove: Catharina van Couwenhoven Gijsbrechtsdochter, weduwe mr Jacob de Milde, als moeder-voogdes van haar uitlandige zoon Willem de Milde: dat mr Jacob de Milde als leenvolger van zijn moeder in den jare 1539 bij de Kon. Maj. beleend is geweest met een perceel land genaamd "Steenhuyslandt", volgens de leenbrief groot 14 morgen en noch 8 hont land gelegen tot Schipluyden in den ambacht van Maeslandt. Zonder dat Jacob of zijn ouders daarvan ooit meer dan 10 morgen gepossideerd hebben, en nog 4 hont zijnde, de rest van het leen blijkbaar verduisterd. Nu is het zo dat een Augustyn Turck zekere tijd daarna uijt crachte van condempnatie bij hem vercregen tegen mr Jacobs vader wijlen Adriaen de Milde, o.a. door een deurwaarder van de Grote Raad van Mechelen heeft doen vercopen bij executie 7 morgen, wesende een deel van het voors. leengoed, als eigen en allodiaal goed. Mr Jacob opponeerde hiertegen bij de Grote Raad, doch hij werd niet-ontvankelijk verklaard, waarna de 7 morgen verkocht, doch door mr Jacob gekocht werden, waarna mr Jacob en nu zijn erfgenamen deze 7 morgen als eigen goed bezeten hebben. Van het oorspronkelijke leen is dus nu nog slechts 22 hond land overgebleven. Zij verzoekt nu tbv haar zoon belening met deze 22 hont. Op het request wordt een gunstige beschikking gegeven; 1565-03-24: notaris Pieter Adriaensz Florin instrumenteert dat Catherine van Couwenhoven Gysbrechtsdochter, weduwe van mr Jacob de Milde, in leven pensionaris der stad Leyden, als moeder-voogdes van haar zoon Willem de Milde, volmacht geeft aan Frans van Couwenhoven, procureur postulerende voor den Hove van Holland, om tbv haar zoon te verheffen het leen hem bij dode van zijn vader mr Jacbo aangekomen; 1565-04-02 (1564): koning Philips beleent Willem de Milde met 22 hond land in 14 morgen in Maeslanderambacht, geheten Steenhuysland en in 8 hont daaraen gelegen, tot een erfleen. Hij wordt ook beleend met: 1) 10 morgen in Maesland, tot een recht leen, 2) een eeuwige rente van 4£ Holl sjaars staande op te Houven binnen de stad Leyden, 30 schell goets gelts op dat clockhuys binnen deser stede, en 40 schell uyten erfbede en schot tot Voorhout, tot een recht leen. Hulde doet Franchoys van Couwenhoven als daartoe gemachtigd, daar Willem onmondig is
getuigen 1565-03-24: Gysbrecht van der Voort, Claes Jansz Moeyl, scrumecz [= scrienmakers ?], wonende binnen Leyden; 1565-04-02: Willem van Berendrecht, Jan van Brouchoven, Johan Huwaert, Dirck Adriaensz, Pieter Herweyer, leenmannen
1565-03-08 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 723
Jaartallenindex
schout in het ambacht van Babbelspolder en gezworenen aldaar oorkonden dat Magdalena Claesdochter van den Berch, weduwe an Gherrit van Abbendboruck, met haar gecoren voogd, verklaarde verkocht te hebben aan de H. Geestmeesters in den Hage een jaarlijkse losrente van 18 Kar gld, losbaar met 48£ Vls, op 27 morgen 4 hont land met woning, berg en geboomte, waarvan mr Ghysbrecht van Hogendorp als man an jvr Jozina van Wyngherden 5 morgen in eigendom heeft. Welk land in gebruik is voor 28£ Vls per jaar bij Crijn Maertensz, die op genoemde woning woont. Het land is in zijn geheel belast met een jaarlijkse losrente van 4£ Vls, oost: de Poldervaart, zuid: de Maasdijk, west: Maritgen Joris Henricsz weduwe, Joris Jansz c.s, noord: de Blinckers camp. In margine: habet anno 1586 Magdalena van Abbenbrouck tot Delft. Op 1592-05-18 afgelost
Adriaen Jorisz, schout, Pieter Claesz en Willem Zymonsz, gezworenen
1565-03-12 |
Inv Arch Kapittel Den Hage regest 731
Jaartallenindex
arbiters in de zaak tussen heer Johannes Cuyll, kanunnik der kapel in den Haag, eiser, contra mr Fredericus Verhorst, syndicus en procureur fiscaal van deken en kapittel der voorn. kapel, stellen den eiser in het gelijk
Cornelis a Myerop, Johannes van der Vecht, W. ab Amerongen, arbiters