22210 resultaten

1565-12-29 |

R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 198, oud fol 55
Jaartallenindex

koning Philips beleent jhr Gerrit van Poelgeest na dode van zijn vader heer Gerrit van Poelgeest, ridder, met: 1) die heerlicheyt van Hoochtmade, hoge ende lage, tot een recht leen, 2) die ambachtsheerlijkheid van Coudekerke met de derde penning van de breuken, tot een recht leen, 3) huys, hofstat en boomgaart van Poelgeest in het ambacht van Coudekerke, erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven, 4) een weer lants gelegen tot Coudekercke, 18 morgen groot wesende, west: Dirck van Swieten, oost: een weer lands geheten Hoornkensweer, zuid: de boomgaard van Poelgeest, noord: de achterdijk, onversterfelijk erfleen, 5) die coren- ende smaltiende in den ambachte van Monster ende in den Poeldyck, geheten die thiende van Arckele, tot een onversterfelijk erfleen, 6) een coren- en een smaltiende in Polsbrouck, leen van Arkel, onversterfelijk erfleen. Daar Gerrit onmondig is, doet jhr Lodewijk van der Binchorst, als daartoe speciaal gemachtigd op 1565-12-24, de eed

mr Reynier van der Duijn, Raad van onsen Hove en leencamer van Holland, Cornelis Oem, Adriaen Willemsz van der Criep, Pieter Herweijer, leenmannen

1565-12-30 |

Ms Opstraeten III fol 1484/Gaasbeek
Jaartallenindex

Henric van Byler: 6 morgen te Cothen, noch 6 mergen daer die Domproostije naest gelegen is. Hem aengecomen bij sijn vader Henrick van Bijler, volgende sijn testament ut cracht van octrooi dd 1564-10-22. Hulde doet sijn broeder Harmen van Bijler. Op 1585-08-30 doet hij selve hulde, present Aert van Hardicxveld en Jan van Delden

present: Anthonis de Wit, Philips van Renes, bastaard

1565 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 278 regest 197/Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex

Evert van Bleyswyck verklaart ontvangen te hebben van Christiaen Cruijs, pater van St Barbara te Delft, 4 £ Holl aan erfhuur op 1 ½ morgen land van de prove van mr Jan van Bleyswyck [Evertsz] op het St Pietersaltaar in de Oude Kerk te Delft, verschenen in 1565 (vgl 1564 en 1566)

1565~ |

Inv Arch H. Geesthuis Dordrecht no 183
Jaartallenindex

uittreksel uit het codicil van Dirck Willemsz: waarbij het H. Geesthuis een som geld ontvangt op voorwaarde dat elk jaar een memoriendienst wordt gehouden voor zijn ouders en aan de armen een geldbedrag wordt uitgereikt, zonder jaar, circa 1565

1565-1566 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 598
Jaartallenindex

kerkmeesters van Leimuiden contra Jan Heynricsz van Lomele, pastoor van Leimuiden, Heynrick Jansz, schout van Rynsaterwoude en Willem Palesteijn, baljuw van Rijnland, als gevoegden. In 1556 sloten de kerkmeesters van Leimuiden een overeenkomst met Job Gerritsz, aangaande de vervulling van het kapelaanschap van Leimuiden. Hij zou tegen 47 gld per jaar en vrije huisvesting 3x per week de mis lezen, naast de missen op zon- en feestdagen, biecht horen en de jeugd onderrichten. De pastoor Jan Heinricksz die tevens een herberg dreef, vervulde zijn ambt niet zoals het behoorde: hij betrad soms dronken de preekstoel en was in 1563-1564 een heel jaar woonachtig in Monnickendam zonder een plaatsvervanger aangesteld te hebben. De kapelaan Job Gerritsz vervulde zijn ambt ook niet plichtsgetrouw, maar gaf zich meer over aan "vogelen, visschen en bouwwerck". De kerkmeesters ontsloegen hem daarom op 1565-01-23 en stelden Aelbrecht Maertensz, sub diaken van St Pancraskerk te Leiden, aan om de diensten te vervullen. De pastoor keerde naar Leimuiden terug en wilde de kapellaan op Pinksterzondag 1565 beletten het epistel te zingen. De kapellaan overstemde de pastoor. De pastoor trok toen zijn misgewaad uit en ging kwaad achter het altaar zitten, tot grote verontwaardiging van de gelovigen. Job Gerritsz weigerde zijn ontslag. Provisor en deken van Rijnland stelden 1565-05-09 kerkmeesters in het gelijk. De pastoor legde de zaak voor aan het Hof van Holland. Bij hem voegden zich de baljuw ende schout van Rynsaterwoude, aanvoerende dat de ontslagen kapellaan door hen benoemd was. Het Hof stelde hen [pastoor c.s.] op 1566-03-27 in het gelijk, waarop kerkmeesters in appel gingen bij de Grote Raad. Lijsten van inwoners en van getuigen te Leimuiden

Jan Mourijnsz en Cornelis Aelbrechtsz c.s, kerkmeesters van Leimuiden

1566-01-02 (1565) |

R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 205v, oud fol 57v
Jaartallenindex

koning Philips beleent Pieter Cornelisz van der Houve bij dode en makinge en uyten name en van wege de gemene erfgenamen van mr Cornelis Barthouts Jansz, in leven griffier van onsen leenhove van Holland, met een losrente van 20 gouden Kar gld per jaar, ter losse den penn. 16. Verzekerd op een woninge met 7 morgen en 3 hont land en een smaltiende daartoe behorende, gelegen in de ban van Wateringen. Streckende die 5 morgen 1 hont voor an den gemenen wech, ende die 2 morgen 2 hont oost van de 5 morgen. Te houden q.q. tot een erfleen

Cornelis Oem, Thomas Pietersz, leenmannen

1566-01-02 |

V.R.O.A. 1920 dl I p 397 regest 291, 292/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 397, 494
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoirde verkoopt aan zijn zwager heer Dirc van Zuylen van der Haer, ridder, heer van Zevender, een losrente van 105 Kar gld 5st per jaar, door zijn pachters te betalen in afkorting van de door hen op te brengen pacht en gaande uit huis en land te Audaen buiten Utrecht [Breukelen]. Eodem die verkoopt dezelfde aan idem een losrente van 105 Kar gld 5st Brab, ook uit zijn goed binnen of buiten Utrecht, in het land en sticht van Utrecht of Holland gelegen. In dorso: quitantie van aflossing van Gysbert van Zulen dd 1607-04-24, waarin hij verklaart van Johan heer tot Duivenvoorde 1684 Kar gld ontvangen te hebben

1566-01-03 (1565) | Heemskerk

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 92, oud fol 25
Jaartallenindex

koning Philips beleent jhr Johan heer te Mathenesse na dode en makinge van zijn nicht jvr Marie van Minnen, met: 1) 14 geersen lands, daerof die 3 geersen maken 1 morgen land, in de ban van Heemskerk, genaemd "Cuijpersveen", oost: dat gemeen land, west: Frans Velserman, zuid: Jan Raet, noord: Joost uijten Haghe's kint, tot een onversterfelijk erfleen, 2) twee ackeren lands, gelegen tot Heemskerk, streckende an den Beyferden wech ende an den Broecksloot, noord: Dirck Haeskensz en Willem Claesz, west: Claes Heyndricsz, tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1563-07-28)

Cornelis Oem, Pieter Herwijer, Thomas Pietersz, leenmannen

1566-01-09 |

V.R.O.A. 1909 p 131 no 118/Arch Detmold, Brederode
Jaartallenindex

opdracht met recht van lossing door Henrick heer te Brederode van landen in Meerkerk, Leksmond, Ameide, Tienhoven, Lakerveld en Autena, aan zijn zwager Joost van Bronkhorst en Batenburg en diens vrouw Johanna van Brederode, volgens zeker accoord, ter voldoening van een schuld van 7383 Kar gld, gesproten uit een losrente uit de goederen van Vianen, tot haar huwelijk geassigneerd door hun vader Reinald heer te Brederode, en commissie voor twee personen, om de opdrachten voor de gerechten te doen. Hierdoor zijn gestoken 6 opdrachtbrieven van verschillende gerechten dd 10 en 11 januari d.a.v.

1566-01-10 |

Oud Arch Gem Delft 1e afd no 2065
Jaartallenindex

in huwelijksvoorwaarden worden genoemd: Frans Adrijaensz de Ghorter met zijn vrouw Adryana Jansdochter van Mulick, als vader en moeder van Tyelman Frnasz van Werlant, mr Dirck van Bekesteijn etc