22210 resultaten
1569-04-28 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 45 p 287 regest 245/Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex
Floris Jorisz in de Ketel huurt van St Barbara te Delft 2 ½ morgen land aldaar, voor 7 jaar. Onder staat dat Gerrit Jansz Bruyn op 1570-04-10 deze huur heeft overgenomen
1569-04-30 |
R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg regest 172
Jaartallenindex
Jan van Dolre erkent aangenomen te hebben van jonker Zweer [van Voorst] heer van Doerenborch, het ruimen van de Doerneboerichsche wetering, voor 6 Ryder gld sjaars
met de mercken van Jan van Dolre, en van zijn borgen: Cornelis Otten, Hanrick Herberensz, met de handtekening van de scholtis Zander van Werdenborch
1569-05-02 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 88v, 89v
Jaartallenindex
schepenen van Beyerlandt oorkonden dat heer Charles van Bourgoingues, here van Sommelsdijck etc tot een hypohteek stelt tbv zijn broer heer Jan van Bourgondië, tbv zijn vrouw Loyse van Croy, vrouwe van der Vere, 50 morgen land in de jurisdictie van Beyerland, in twee percelen: 1) 34 morgen 1 hont met huijs en berch en after op t lant aan de Middelwech ouk een huijsken, belend zuid: ..... ofte sloet, noord: Jan Thomasz, streckende van den Zeedyck totten Middelwech toe, 2) 17 morgen van de middelwech af gemeten viercant lants, zuid: den Zeynewech, noord: t land dat Gerrit van Renes placht toe te behoren, streckende van den Middelwech tot des heren van Mathenesse lant toe. En dat voor een erflosrente van 300 £ Vls sjaars (vgl 1569-04-23); 1569-05-24: koning Philips beleent vrouwe Loyse van Croij met deze rente, onder verband van de heerlijkheid en domeinen van Sommelsdyck. Afgelost en gecasseerd 21 februari 1513 (1512) (dit kan niet kloppen? moet zijn 1612 ?)
Cornelis Cornelisz van Mirop en Pieter Jacobsz, schepenen van Beyerlandt, secretaris van Beyerland: Servaes Jansz Baerp; 1569-05-24: mr Cornelis Oem, Jan Beuckevort, leenmannen
1569-05-04 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 53
Jaartallenindex
koning Philips beleent Johan van Randenraet, wonende in den Kleynen Broeck in den gestichte van Collen [Keulen] voor hem zelven ende uijten name van zijn gemeen broeders en zusters, alle achtergelaten kinderen van wijlen jhr Andries van Randenraet en jvr Katharina Schellings, en hem aangekomen bij dode van jhr Georgius Schelling, schiltknape, haerlieder oom van moeders zijde, die dat van ouds verheven hadde tbv de voors. achtergelaten kinderen, die doen ter tyd noch onmondich waren, op de conditien ende naer uytwysen onser registeren van Holland daervan zynde, dat goet van Cleynenbrouck in den ampt Leijdtburch in den gestichte van Collen, met allen synen toebehoren, zulcq die voors. jhr Georgius Schelling op voorgaende beloftenisse ons daerop gedaen, overgebracht ende te bouck doen stellen heeft, naer vermelden onser registeren van Holland: 1) die gifte van den personaet ende kerk tot Buijtgenvoort, alle andere officien en beneficien daartoe behorende, 2) die gifte van der kerke van Cleyenbrouck met allen toebehoren, 3) een tiende gelegen in den Cleynenbrouckervelt, doende jaerlyks 35 paer koerens ongeveerlyck, 4) 100 morgen aertlants daer ± 70 in Cleynenbroeckervelt ende die ander 30 morgen in den grafelycken landen gelegen zijn, 5) een holtgewalt in Buijtger gemarckt, 12 morgen Broucks, 9 morgen vendtz gelegen achter huys haeff daerin die koeweyden mit gerekend zijn, 57 maelder rogge erfrente, 100 maelder haver en 5 maelder geersten, 143 hoenderen daer dat huys van Lijdtborch jaarlijks 50 aff gheeft ende uytreyct ende die andere hoenderen ende voirs. erfrenten die gemene naburen ende kerspelluyden aldaar jaarlijks uytreycken, sonder enige fraude off argelist. Te houden van de grafelijkheid van Holland Johan van Randenraet q.q. tot een onversterfelijk erfleen. Te verheffen als middelleen met 10 Kar gld en een heergewade. Jvr Catharina Schellings behoudt haar lijftoch haar leven lang
1569-05-05 | Breda
Carth in Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 16
Jaartallenindex
nos frater Walterus Wenckem, supprior totius capituli regularium canonicorum domus in Windelem, Petrus t Walssche, prior in Groenendaal, Joannes Zutphanie prior in Bethleem Zwollis er reliqui priores diffinitores in pleno capitulo freimus potestatem, priori in Corssendonck, .... Gerlaco Sturmio vendendi et omne jus trans ferendi quod ipse et suus conventus de Corssendonck habent in quartem partem campi cuisdam Breda siti aan het convent van de Carthuizers bij St Geertruidenberg. Boven staat: deze twee brieven waarmede dat ons opgedragen is, alle recht en gebruik van een vierendeel lands in 3 bunderen, gelegen in die Vucht als hiervoer gementioneert is, in een testament 1446-07-10; 1569-06-26: frater Gerlacus Sturmius, prior, en frater Johannes Nyenhof, supprior, frater Henricus Boelen, procurator, en frater Franciscus Ishaven consiliarus et alii fratres conventuales monasteri regularum canonicorium prope Turnhoudt, Corssendonck geheten, dragen ¼ deel van een campus siti Brede in de Vucht over, waarvan ¾ toebehoort aan het Carthuizerconvent bij St Geertrudenberg
1569-05-18 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 86
Jaartallenindex
koning Philips beleent Anthoenis van Doornyck, wonende tot Campen in onsen lande van Overyssel, na dode van zijn vader Anthoenis van Doornijck, met: 1) 1/12 deel van der alinger heerlicheyt, ambochten en thienden des landts van Vosmaer, ende daertoe alsulcke erve ende vroonlande als Helmych van Doornijck daerinne bedijct heeft gehadt off hiernamaels daer aen bedijct zal worden, uytgescheyden alsulcke 42 gemeten vroonlands als Jan van Doornyck, des voors. Anthoenis over oude vader, daeruijt vercoft ende overgegeven heeft Claes Jacob Bartholomeusz.z ende Dammas Symonsz ende uijtgenomen ¼ deel van 1/12 deel van de voors. heerlykheid, ambacht en tienden des voirs. lants van Vosmaer, die wylen Jan van Doornijck, des voors. Anthoenis zyns vaders broeder, vercoft ende overgegeven heeft gehad Frederijck van Renesse here van Malle in den jare 1515 l.l, uytgenomen alleene die thiende van oude Vosmaer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 13 gemeten vroonland in de heerlijkheid Vosmaer, oost: Pieter Pietersz, oost (!): die kerckstraten wech, zuid: Pieter van Dalem, noord: de dyck aan de kerckpolder; 3) 9 gemeten vroonland, oost: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, zuid: die lange wech, west: Jan Willemsz, noord: Pieter van Dalem, 4) 14½ quartiere gemeeten Vroonlands, oost: Jan Willemsz, west: die kerckstratenwech, zuid: Gillis Danckaertsz, noord: die lange wech; 5) 5½ gemeten vroonland, oost; die kerckstraetwech, west: dat spadelant, zuid: hij zelve, noord: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Anthonis onmondig is, doet zijn schoonbroer Willem van Wynsen als testamentaire voogd, de eed voor hem. Op 1567-06-07 [!] doet Anthonis zelf de eed in handen van Cornelis Suijs, heer van Ryswyk en stadhouder van de lenen in Holland (vgl 1568-03-05)
heer Splinter van Hargen, ridder, heer van Oisterwyck, Raad in onsen leenhove van Holland, jhr Pieter van Bronchorst, mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort, leenmannen; 1567-06-07 [!]: Jan van Winssen, Vranck van Berendrecht
1569-05-28 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 737
Jaartallenindex
schout en schepenen in het ambacht van Ketel oorkonden dat Claes Korsz, onze inwonende buurman, verklaarde verkocht te hebben aan Cornelis Jansz, wonende in den Hage, een jaarlijkse losrente van 3 £ Vls, losbaar den penning 16, verzekerd op 3 ½ morgen land in Noord Ketel, belend oost: de Schieweg, west: de Groene weg of buurweg, zuid: de weduwe van Jan Dircksz, noord: de vrouwe van Rynsburg. Borgen: Neeltgen Claesdochter, weduwe van Cors Jansz van Ryswyck, moeder van Claes Corsz, met Sebastiaen Corsz als gecoren voogd; 1579-09-22: gecollationeerd door het Hof van Holland
Arent Willemsz, schout, Joris Cornelisz en Arien Jorisz Post, schepenen
1569-05-28 |
Arch Oude Hof Alkmaar no 17
Jaartallenindex
is waerachtich als dat heer Cornelis Pietersz, pater en rector van St Catharyneconvent alias dat Oude Hof te Alkmaar, is van den Heere God almachtig aan zyn lichaam gevisiteert, zodat hij geheel onmachtig bevonden is t convent te regeren, waeromme hij hem zeelix bevoetende (?) heeft tot diversche reysen het officie in handen dergheender geresigneerd, dient competeert om een ander te stellen die het paterschap zou mogen bedienen. Mater en capitularen waren daarop naar Haerlem gereist en hebben daar met heer Cornelis gesproken. Zij hadden vervolgens een bespreking in het St Jansconvent aldaar in presentie van de eersame frater Petrus Winckelius, pater Carmelita, die de mater voor haar mede hadde. Ende den mater en adjunct is gevraecht geweest of hem alsulcken dienst soude behagen, te weten het officie te bedienen van het paterschap van het Oude Hoff. Hij wilde dit wel als de condities gunstig waren. Volgen de condities. aldus gedaen in het godshuis van St Jan te Haerlem; 1569-07-02: verklaring van Katryn Jacobsdochter, mater van het oude Hof, over de aanneming van mr Ariaen Joosten van Haerlem, die gedaan is te Haarlem op 28 mei
present: broeder Philips van Hogesteyn, prior en conductor desselve convent, frater Petrus Winckelius, pater Carmelita, ende mater van het ouwe Hoff, Katryn Jacopsdochter, en Marriecken Jacopsdochter
1569-05-31 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 287 regest 246, 247, 248/Klooster St Barbara Delft
Jaartallenindex
notaris Theodoricus ter Hooch instrumenteert dat Adrianus van der Made, te Delft, als collator, de vicarie op het St Pietersaltaar in de nieuwe kerk, die in 1559 met 5 morgen land in Dorp aan Petrus Johannesz, provisor van Delfland, is gegeven, maar waaromtrent alle gegevens met het altaar verbrand zijn, nu op het St Gerogiusaltaar in de St Hypolituskerk vestigt. De bisschop van Utrecht bevestigt de vernieuwing van de stichting van deze vicarie. Op 1569-06-17 admitteert de officiaal van de aartsdiaken ten Dom te Utrecht, op voordracht van Adrianus van der Made als collator, heer Cristantius Crucius tot de instutie in de vicarie op St Georgius altaar in de Hipolituskerk te Delft, welke vaceert door de dood van heer Pieter Joannes. In dorso: op 1569-06-17 is Christianus Crucius door Martinus Duncanus, pastoor der kerk, in het bezit van het beneficie gesteld
1569-06-03 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1351-1352
Jaartallenindex
inventaris van het linnnen, de meubelen etc van de abdij Rijnsburg, overgeleverd door vrouw Margriet van Haeften, cappelaenster. Inventarissen door vrouw Margriet na dode van vrouwe Elburch van Langerak, abdis, in handen van vrou Stephana van Rossem, alsnu abdis, heeft overgeleverd