1296 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 681

Jaartallenindex

het kapittel van den Dom te Utrecht koopt van heer Hubert van Bosegem, ridder, 38 morgen lands, die hem weder in erfpacht worden gegeven tegen betaling van 8 oude schilden per jaar. Blijkt uit een request van het Domkapittel aan keizer Karel V, dat deze erfpacht altijd door de heren van Culemborg is voldaan, en dat in een proces met heer Gerrit van Culemborg, deze laatste in 1474 gecondemneert werd om alle achterstallige pachten te voldoen. Dat nu heer Anthonis de Lalaing als heer van Culemborg deze erfpacht naliet aan zijn weduwe in 1516, die echter betaling weigerde daar het goed niet in haar bezit was

1425 |

Ms Opstraeten III fol 1197

Jaartallenindex

Dirck van Houdaen oorkondt dat hij Frederick van Draeckenborch die jonge in rechter medegave gegeven heb met zijn dochter jvr Cornelis, mede voor haer moeders erve, de volgende goederen: 1) tot Wyck den uterweert als Volquin die bruict voor 10 oude schilden, houdt men van de jhr van Gaesbeec, 2) ½ van den lande binnendycs dat Dirc Baets bruyct voor 10 oude schilden, 3) tot Blockhoven 8 morgen, 10 oude schilden, te houden van mynheer van Utrecht, 4) in de Wierse 3 morgen, bruyct Huybert Gerritsz voor 6 Arnh. gld en een hoen de morgen, 5) ½ vierdel onderdeelt met Henric Trinde en bruict Jan Barentsz, 6) 2 morgen, bruict Gerrit van den Berghe, 7) 2 morgen ende hoert t wederdeel Evert Trinde, 8) 2 morgen aen den dyck beneden die vaert, hoert Jan Trinde dat wederdeel, 9) in Lopik 8½ morgen, 10) in de landen van Vianen, Boeycop 4 morgen, en in Lopik 2 morgen, 11) verder belooft hij aan Frederic aan jvr Cornelis te geven en te maken voor schout en schepenen van Utrecht, die huysinge ende hofstede tot Soudenbalch, binnen Utrecht gelegen, en daar hij in woonde, uitgezonderd voor zijn lijftocht de 2 cameren op de graft aan de noordzijde van Soudenbalch, en metten huijse dat in St Catrijnenstege gelegen is achter Soudenbalch

genoemd: Dirck van Houdaen, zijn zoon Henrick van Houdaen, zijn dochter jvr Glorije, Daem Taetse en Jan van Amerongen, onse neven, Jan Trinde en Henric Trinde, met hun zegels

1388-09-14~ |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 315

Jaartallenindex

suppliek aan paus Clemens door Antonius, miseratione divina et sanctorum quatuor coronatorum presbyter etc ex parte Huberti, Adriani et Jacobi, scolarium seu clericorum filiorum nobilis viri Jacob de Domburch. De gunst dat hun geboorte niet zal verhinderen dat zij een kerkelijke loopbaan volgen, wordt verleend

1412 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1184

Jaartallenindex

de schout in Nederlangbroeck in het gerecht van de Domproost van Utrecht oorkondt dat Beernt uten Eng en zijn vrouw jvr Claes, Gysbertsdochter van Hardenbroeck doen afstand tbv haar moeder Jutte, vrouw van wijlen heer Gijsbert van Hardenbroec, en haar zoon Gysbert van Hardenbroeck, van alle goederen en erfenis na dode van haar vader Gysbert van Hardenbroeck etc

Eerst van Hardenbroec, Jan de Ridder Claesz, Dirc van Brouchusen, lantgenoten ende bueren; Arent de Wit van Werensteijn, schout

1484-10-25 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 903

Jaartallenindex

Dirck van Sweten heer tot Leyenberch oorkondt dat heer Evert Soudenbalch, canonick en thesauraris ten Dom te Utrecht, met zijn voogd, hem opdroeg die leenweer van een hoeve lands gelegen bij Werkhoven op tie Colck, en dat hij vervolgens Gerrit van Haerlem Claesz hiermede beleend heeft als leen van de hofstede van Loenersloot

mannen van leen: Egbert Jansz van Mynden, Johan de Hase

1460 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1183

Jaartallenindex

leenmannen: heer Willem van Suerwout [lees: Suermont] van Hindersteyn, broeder van het Duitse huis, heer Gysbert van Hardenbroeck, ridder, Jan van Brienen, Claes vige, Gerrit van Suijlen Lambertsz, Jan van der Haer, Jan de Ridder, Jan van der Berch, Wouter van t Catwijc, Jan Stultinc, Willem Steenwerper, Gerrit van Woerde, Daniel van Nieuwael, Jan van Wijck

1347-01 (1346) |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1203

Jaartallenindex

Jan van der Heijden Willemsz van der Heijden, die woonachtig was te Vrielant, dat hij van uitteger geboeren was ende van ridderen ende van knapen comen was. Aangehecht een brief van hertog Jan van 1348-01- 13 (1347) waarin geen enkele naam voorkomt

bezegeld door: Willem van Limpraes, abt van St Michiel te Antwerpen, Jan van Doorne, Jan van Swineghem, Willem van Steenere, Jan van Mortere, Goevaert Doncker, Wouter van Vriecele, Jan van Vriecele, Bouden van den Echoute, Jan van Ossele, Wouter van Ykele, Jan Limpriaes, Pieter Beijs

1259 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1107

Jaartallenindex

bisschop Hendrik van Utrecht oorkondt dat Bernardus de Hamme, miles proprietatem quorundam bonorum jacentuum apud Kovelweijde in feudo vendidisset. Vidimus van 1609-10-16

interfuerunt: Petrus, majoris eclesiae, Henricus, S Salvatoris, Jacobus, S Johannis, decani Traject., Ernestus de Wulven, Philippus de Riningen, Giselbertus Haver, Loeff de Ruwiele, Gerardus Taetse, milites, Jacobus f. Johannis, Fredericus f. Lijse, scabini Trajectensi

1493-02-07 |

Ms Opstraeten dl III fol 1585

Jaartallenindex

Jan van Nyenroede beleent Alphert van der Mije met 2 morgen lands in Nyecoep in Fredericx gerecht uten Ham, in een sate van 10 morgen, belend beneden: wijlen Alphert van der Mije (vgl 1479-01-19 en 1531-01-10)

mannen van Nyenrode: zijn broer Dirck die bastaard van Nienrode, Cornelis Hugenz

1479-01-19 |

Ms Opstraeten dl III fol 1584

Jaartallenindex

Gerrit van den Rijn als stadhalder en gemachtigde van zijn zwager Johan van Nyenrode, beleent Joest van der Mije Alfertsz met 2 morgen lands gelegen in Nyecoep in het gerecht van Frederic uten Ham in een sate lants van 10 morgen, daer Herman Hugensz op te wonen placht, belend beneden: wijlen Alphert van der Mije (vgl 1455-07-04, 1493-02-07)

mannen van Nyenrode: Henrick die bastaard van Nienrode, Loeff van der Haer