22981 resultaten

1493-08-10 |

Ms Opstraeten III fol 1210
Jaartallenindex

Jan van Sulen van den Natewisch, schout in Neder Langbroec, oorkondt dat Jan die Ridder Jansz als gemachtigde van het Vrouwenclooster aen der Bilten, overdroeg aan zijn zoon Henrick die Ridder, den eigendom van ½ hoeve lants mitten huysinge, hofstede, steenen camer [dit is Groenesteyn] in Nederlangbroec, daer Jan op ende in woont, ende is streckende ut die Kerckewetering in die Goeijerwetering, belend boven en beneden: Jan van Wyck. Sterft Henric kinderloos dan komt dit bezit op Anthonis die Ridder ende voort erven op Jan die Ridder Jansz voors. geboert ende waert oock dat Anthonis off sijn geboorte tot eniger tijt verstorven alsdan so sal deze ½ hoeve etc wederom erven ende vrij toebehoren Jan die Ridders naeste bloet in dier tyt wesende

hier waren bij: Peter ende Gerijt van Wyck Jansz

1497 |

Ms Opstraeten III fol 1576
Jaartallenindex

Dirck van Suylen van der Haer, ritter, heer tot Sevender oorkondt dat Jan uten Ham als voogd van zijn vrouw Hillegont binnen jaar en dag belening versocht met een hove lants gelegen aen die Leghe Haer op Haervelt, belend boven: Johans dochter van Emmerick, Harmen Croken wijff, beneden: Evert Taets (vgl 1532-10-04)

mannen van leen: Daem van der Haer etc

1500-05-20 |

Ms Opstraeten III fol 679, 1209
Jaartallenindex

Roelof van Wyckersloot, schout in Neerlangbroec, oorkondt dat Jan die Ridder Jansz en Henrick die Ridder Jansz overdroegen aan Willemgen Jan Evertsdochter en haar zoon Anthonis die Ridder, den eigendom van 6 morgen lants gelegen achter de huyse tot Walenborch aen 3 campen, daer Jan en Henrick aen beyde sijden naest gelant sijn. Ende daertoe ½ van ½ hoeve lants, daer die wederhelft of toebehoort Cornelis van Ysselsteyn, belend boven: Gerrit van Wyck, beneden: Aryaen van Pallaes

1505-12-10 |

Ms Opstraeten III fol 1594
Jaartallenindex

Arent Passert oorkondt dat hij voortyts gecoft heeft van Joest van der Mije 12 ½ R gld per jaar erfelijke losrenten van 16 penn eens, en dat na dode van Joost zijn huisvrouw joffr Anxt en haar kinderen deze rente gevestigd hebben op 26 morgen lands gelegen in Nyecoep in het gerecht van Vrederic uten Ham. Dat joffr. Anxt c.s deze rente nu afgelost hebben, doch dat hij de brief niet terug heeft kunnen vinden, zodat hij alsnu de eigendom van deze 26 morgen onbezwaard overdraagt

1506-03-20 | Haarzuilen ?

Ms Opstraeten III fol 1574
Jaartallenindex

Steven van Suylen van der Haer, heer van Sevender oorkondt dat Geryt Jan Dirck Heerenz.z met zijn oom Joost Ariaensz en Jacob van Driebergen en Gysbert van Weede, zijn gesette mombers van den Rade der stadt Utrecht, versocht aen mij ter goeder tijt nae dode sijns vaders, 6 Bourg schilden per jaar erffelijker rente uter hofstede ende potingen die gelegen is aen die Putcuijp, daer Claes Philipsz nacomelingen nu op wonen, te houden tot een goed onversterfelijk erfleen, welke rente Claes Philipsz off zijn nacomelingen aan de voors. Gerrit Jan Heerenz schuldig zijn

mannen van leen: Geryt uten Ham, Gysbert van Sulen de bastaard

1506-05-28 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1104
Jaartallenindex

testament: Sibilla van Rijnesteijn, weduwe van Geerlof van Vorsselaer, oorkondt dat zij nae den utersten wil ende begeerte Geerlofs gesticht ende gefundeert hebbe een vicarie in de kerke tot Wyck bij Duerstede, die zij begiftigen zal en haar drie dochters Magdalena, Agniet en Ermgaert

mede bezegeld door: mr Samuel Gijsbertsz, Canonick te Wyck, Jan van Herdenbroec en Willem van Meerten

1507-06-28 |

Ms Opstraeten III fol 54
Jaartallenindex

Frederic van Baden, bisschop van Utrecht, oorkondt dat Abraham Braemsdochter van Luttekenhuijse, onse leenman, met Loeff van Jutphaes als haar man en voogd, hem opdroeg die leenwere van 3 hoeven lands mitten gerecht van Oude Wulven aen de gemeene wech die door Oude Wulven gaet, belend boven: de wech, beneden: die nonnen van St Servaes te Utrecht. vervolgens beleent de bisschop Abraham ermee, sterft hij kinderloos dan komt dit leen op haer zuster Henrick Braemsdcohter van Luttekenhuijse Steessen wedue van Braeckel. Tenslotte op Braems haars vaders rechte erfnamen. Haar man Loef van Jutphaes doet hulde

mannen: Henrick van Gent, Gerrit van Greuwenberch

1507 |

Ms Opstraeten III fol 1572
Jaartallenindex

op St Anthonisdach: Gheryt van Culenborch, bastaard, gemachtigd door heer Johan van Lutzemborch, here van Vilis tho Culemborch, ten Weerde, tho Borsselen tho Hoichstraten etc en jvr Cornelia dochter tho Culemborch, te staen over de lenen, behorende te hore hofstede te Zuylen, oorkondt dat Gerijt van Oestrum Dircsz opdroeg de leenwere van ½ hoeve lants, veen en velts gelegen in Maarssenveen in Thienhoven, belend boven: Henrick Gheryt Walichsz nacomelingen, beneden: het convent van Vrouwenklooster, en dat hij vervolgens zijn broer [van Gheryt] Willem van Oestrum Dircxz hiermede beleend heeft

getuigen: Pieter Willemsz, man van de hofstede tot Sulen, Johan van Gaesbeeck en Johan van Doegenborch, mannen van het Sticht

1510 |

Ms Opstraeten III fol 1211
Jaartallenindex

des Saterdages na St Valentynsdach: Ariaen van Pallaes, schout in Nederlangbroec, oorkondt dat Jan die Ridder (mede voor zijn vrouw Wendelmoet en zijn kinderen) en zijn broer Cornelis die Ridder, zijn zuster Alyt van Lunenborch, Henrick de Riddere ende joffr Antonia, syn suster, kinderen van Alijd, delen de erfenis hun aangekomen van hun vader, moeder en broer: 1) Jan krijgt van de 12 morgen in het gerecht van Lunenburch tot Rijnwert 4½ morgen, Cornelis 3 morgen en jvr Alyt en haar kinderen 4½ morgen, 2) 6 morgen aldaar te Rijnwert, ende Henric die Ridder nu bruict, hiervan zal Jan hebben 2 morgen 1½ hont, Cornelis 1½ morgen en Alijt en haar kinderen 2 morgen 1½ hont, 3) 5 morgen aldaer te Goijwert en Gerrit Jacobsz nu ter tyt bruict in Gerrits voors. lant. Jan zal hebben 5¼ hont, Alijt eveneens en Cornelis 7½ hont, 4) dat lant op ten Broeck gelegen te Barnevelt zullen Jan en Alijt hebben voor ¾ en Cornelis voor ¼, 5) een hofstede te Barnevelt, Jan en Alyt ¾, Cornelis ¼, 6) dat erff by Callenbroeck, dezelfde verdeling, 7) dat veen gelegen in Amerongense veen, daer Jan van Vorsselaer ½ of toebehoort, Jan en Alijd samen ¾ en Cornelis ¼ (vidimus 1526-04-14)

hier waren over: Cornelis van Yselsteyn, Gerrit Petersz van Merenborch, lantgenoten

1512-11-16 |

Ms Opstraeten III fol 1113
Jaartallenindex

Ysbrant van Weede Evertsz, schout tot Leusden, oorkondt dat jvr Magdaleen Willems van Amerongen weduwe begeerde eens oordeels off dat erf also dat gelegen is int gerechte van Leusden an dat Heetvelt, belend tussen Willem Aerntsz en Willem Taets van Amerongen voirs. nacomelingen, also vrij ende also losse haer waren dat sijt vercopen mochte. Ende hoer wert gewijst dat sij dat wel doen mocht. Zij geeft het vervolgens over aan Gerrijt Knoep, borger te utrecht, op alsulcke 10 R gld current per jaar als here Danelt van Amerongen, hoeren soen, daer jaerlicx tot sijnen lijve ut heeft

hier waren over: Jan die Ridder, Jan Gijsbertsz Vercats, Roelof Willemsz, landgenoten en buren, met hun zegels