22981 resultaten

1538-12-31 |

Ms Opstraeten III fol 1215
Jaartallenindex

Beernt Grauwert Henricsz, richter in Nederlangbroec, oorkondt dat heer Claes, pastoer aldaar, Cornelis Jansz de Wijt en Reyer Roelofsz dat het waar is dat in verleden tijden de olde Johan die Ridder begeerde van "Eernst van Sonderen ende Gysbert van Hardenbroec, Aryaen van Pallaes, ende voort van die gemene buyren aldaar, alsoo Jan die Ridder ons kerck veel goets om Goits wil gegeven had, soo had hij ons kerck enen outschilt sjaers gegeven die hem met toe en behoerde ende daer Jan van Oestrum rechte erfgenaem off was, ende begeerde van ons pastoer ende gemene bueren of sij den outschilt sjaers verlaten woude ende quytschelden". De pastoor consenteert hierin, en de door Johan gegeven brief van 4 oud schild wordt verminderd tot 3 out schild

getuigen bij gebracht door Jan die Ridder Thoenisz: Cornelis van Lochorst en Lambert van Noirdt

1539-01-18 |

Ms Opstraeten III fol 1190
Jaartallenindex

schout in Neder Langbroec oorkondt dat Alijt van Lunenborch en haar dochter Antonia eens oordeels begeerden off die 4 morgen min 1 ½ hont land gelegen te Rijnwert in de 40 hoeven, streckende ut de Langbroecker- in die Hoeftwetering, daer Jan die Ridder Anthonisz te middewege in gelant is etc. Zij dragen dit land over aan Jan. Ter selver tijt quamen voor ons mede in het gerecht Cornelia Peter Bittersdochter, Jan die Ridder en zijn broer Willem, Cornelis de Ridder natuerlycke sonen, Bartelmeus van Eck Weyndelmoet, syn wijf, Lambert Woutersz en zijn wijf Geertruid, ende Henricken haer zuster, Cornelis de Ridder natuerlycke dochteren bij Cornelia Peter Bittersdochter. Zij allen dragen al hun rechten op dit land eveneens over aan Jan die Ridder Anthonisz. Tevens beloven zij dat Peter, Cornelis die Ridder natuerlycke zoon, haeren zoon, broeder en zwaeger, nu ter tijt utlandich sijnde, bij zijn terugkomst eveneens afstand zal doen. Cornelis die Ridder, Willem die Ridder en hun zwager Eerst Taets van Amerongen consenteren in deze overdracht (vgl 1539-03-10)

Reyer Roelofsz van Wyckersloot, schout; lantgenoten: Beernt Grauwert Henricsz, Claes van Noodt, met hun zegel

1539-03-10 |

Ms Opstraeten III fol 1195
Jaartallenindex

voor de schout in Neerlangbroec draagt Peter Cornelis de Ridders natuerlycke soon over aan Johan Anthonis de Ridderszoon alle recht waarvan sprake is in de brief dd 1539-01-18

in presentie van Willem de Ridder, Gerrit van Bemmel, lantgenoten, met het zegel van Wyckersloot en Ridder

1539-12-01 |

Ms Opstraeten III fol 1148, 1217
Jaartallenindex

Willem die Ridder en Anthonis die Ridder, vanwege Jan die Ridder, Joryfaes van Leeuwen en Beernt Garuwaert vanwege Harman van Leeuwen sijde, als voochden, mombers en naeste vrienden van Anthonis die Ridder ende Harman die Ridder, Johan die Ridder twee zonen, die hij heeft bij salige doode joffr. Marije van Leeuwen, sijn geechte huysvrouw. Zij maken een maaggescheid tussen de vader en zijn beide zoons in zake haar nagelaten goederen. Jan zal zijn twee zoons geven ½ hoeve lants gelegen tot Rijnwaert besyden Waelenborch, waaruit de kerk van Nederlangbroeck jaarlijks 3 out schilden heeft, off 800 Kar gld voor die halve hoeve lants, als zij mondig zijn mogen zij kiezen. Bij hun huwelijk ontvangen zij elk 75 Kar gld. Voorts is beslotn tussen Jan die Ridder en zijn vrouw Beert van der Poll, dat Jan die Ridder zijn heerlick goet sel maechen dat elck kynt daer even veel off hebben etc, soo wel die kinderen bij Beert van der Poll als bij Maria van Leeuwen voor als nae etc

1540-01-05 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 678, 1172
Jaartallenindex

schout in Neerlangbroec oorkondt dat Anthonis de Ridder voor zichzelf en als voogd van zijn vrouw Anna transporteert aan zijn broer Johan de Ridder, de hofstadt geheten Groenesteyn, met huijs, hoff, bergen, schueren, vage beterschap van den landen, peerden en koeijen, vercken ende schapen, alle levende have, huijsraet etc, zoals Johan het nu bezit

lantgenoten en buren: Willem de Ridder en Beernt Grauwert Henricsz; Reyer Roelofsz van Wyckersloot, schout

1541-12-04 |

Ms Opstraeten III fol 1217
Jaartallenindex

Anthonis de Ridder, schout in Nederlangbroeck, Floris van Pallaes en Willem die Ridder, landgenoten en buren, certificeren dat die gemene bueren gemachtigd hebben de nagenoemde personen in die saeck van den Crommen Rijn aengaende die Hinderdam, nl Jan die Ridder, Beernt Grauwert Henricsz, Jacob Gysbertsz, Aert Mertensz, Weijn Harmensz

1543-09-13 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 335
Jaartallenindex

compareerde van den Hove van Holland Cornelis van Haeften als substituut van mr Cornelis Cappelle, procureur van heer Gysbrecht Jacobsz Vlistius, vicarius in den Dom tot Utrecht, impetrant in rauactie, die dach hadde omme te repliceren op de exceptie geproponeert bij Gerrit Willemsz, schout van Polsbroec, gedaagde etc. ende Jan Paets als procureur van de voors. gedaegde persisteerde voor duplyk bij zijn voorn. exeptie, gedaen in den Hage

Geleyn Segers en Ypolitus Perchijn, Raedsliuden

1546-07-31 |

Ms Opstraeten III fol 1173
Jaartallenindex

Eernst Taets van Amerongen en zijn zoon Jan oorkonden dat Cornelis die Ridder van Lunenborch, onsen swager ende oem voor onsen kinderen brueders ende susters, mundich ende onmundich, geloeft heeft ende borch geworden is aen handen Jan Jacobsz van Vulpen [er staat: Vuelpen], beroerende die opdracht en overgifte van het ⅓ deel van een bouwinge leggende op die Horst bij Driebergen den voorn. Jan Jacobsz bij ons daervan gedaen. Ende also die penn. daervan gecomen, wesende van ons ende onser kinderen brueders ende susters voirs. weghen geleijt ende gecomen syn tot behoef van here Willem Taets van Amerongen, Canonick te Oudemunster te Utrecht, onsen soon en brueder, ende der proeve aldaer, die hem deur gunste van goede vrunden ende oock naer recht ende reden bij t capittel gegunt ende gegeven is, soo ist dat wij daerom geloeft hebben etc aen handen Cornelis die Ridder, onsen swager ende oem etc schadeloos te houden van deze borgtocht

1548-11-13 |

Ms Opstraeten III fol 1592
Jaartallenindex

Aelbert van Egmondt van Meresteijn, landcommandeur van de Duitse orde, geeft in ewige erfpacht aan Henrick Henricksz van Bemmel en Pieter Hermansz van Dorsseveen als mombers van de achtergelaten weeskinderen van wijlen Willem van Bemmel, ende dat tot behoeff van Gerrit Willemsz van Bemmel als oudste zoon van Willem van Bemmel, 3 morgen lands in de Cleyne Grebse Weert gelegen in s huis lant van Reenen, belend zuid: de erfgenamen van Engbert Claesz van den aerlande in den Rijn, noord: de bandijk. Ende daertoe de cleijne Grebsche weert daer dit voors. land in gelegen is in den Noede buitendijks, zo Henrick Jansz en zijn huisvrouw Alijt nu ter tijt gebruiken, oost: Homensdyc, noord: die bandyc, zuid: de erfgenamen voors, per jaar om 11½ R gld current (vgl 1537-06-08, 1559-06-23)

1549-10-15 |

Ms Opstraeten III fol 1218
Jaartallenindex

schout in Nederlangbroec en lantgenoten en buren oorkonden dat Claes die Ridder met zijn huisvrouw Anna Albertsdochter van Leeuwen, daar hij op deze tijd wettelijke geboorte bij heeft, overdroeg aan Jan van Wael, pander in den Hove van Utrecht, tbv zijn kinderen Henrick, Claes ende Lysbeth, die hij heeft bij Geertruijt syn huysvrou was, 12 morgen lants gelegen in Nederlangbroec, streckende van de Langbroecker- tot de Goyer wetering toe, beneden: joffr. van Lunenborch. Ende noch ½ van ½ hoeve lants aldaar, gemeen met joffr. van Lunenborch, belend boven: die voors. 12 morgen

Jan de Ridder, schout, Beernt Grauwert Henricsz en Thonis de Ridder Jansz, lantgenoten en buren