1550 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 910

Jaartallenindex

Anna van Nyenrode, weduwe van Splinter van Nyenrode, erkent in pacht gegeven te hebben aan Pieter Thomisz, 29 morgen lants gelegen tot Vechten genaemt het goet ter Weyden, met huys, berch, schuijr etc, zoals zijn vader Thomas Pietersz dat lest gebruyckt heeft, belend noord: de Vechter breijck oft Wycker heerwech, west: Jan van Doeijenburch erfgenamen, oost: die Reguliers binnen Utrecht, zuid: die Meersdijk, voor 9 jaren, voor 150 g. goude Kar gld en nog 20 capoenen sjaers en 6 pacht hoenderen en 1½ mud haver, met nog een vette weers [veers ?], eenen botter werg ende 100 eijer. Ingaende Petri ad Cathedram 1550 e.k. In margine staat: nota dese Anna was haer toenaem Suijlen van Watewisch [lees: Natewisch]

1553-04-29 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1116

Jaartallenindex

Jan Taets van Amerongen erkent vercoft te hebben aan zijn nicht Jacoba van Lunenborch Cornelis de Riddersdochter 9 goede gouden Keijsers gld erflijke losrente (vgl 1567-04-23)

1554-03-29 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 803

Jaartallenindex

schepenen van Antwerpen oorkonden dat Anna Snoeijs en haar man en voogd Jacob Grenier bekennen dat sij gerenuncieert, vertegen ende gerepudieert heeft etc. t sterfhuys ende naegelaten goeden van wijlen haar vader Cornelis Snoeijs (vgl 1554-10-08)

Cornelis de Vos en Henrick van Daesdonck, schepenen

1554-04-04 |

Ms Opstraeten III fol 1149

Jaartallenindex

Willem die Ridder, Wijnolt van Delen, Hermen Hermensz en Claes Holl, van wege Beerte van de Poll, weduwe van Johan die Ridder. Ende Hermen van Leeuwen, Claes die Ridder, Beernt Grauwert ende Olijphier van Leeuwen, van wegen wijlen Anthonis die Ridder, voorsoon van Johan die Ridder, hebben een erfmaaggescheid gemaakt tussen Berta en Anthonis die Ridder voorn, mit voorwaerden dat Anthonis voor sijns vaders versterf te weeten van reede en onreede vordel, cleynodien, gout ende silver, gemunt ende ongemunt etc behouden sal alsulcke 7 morgen lants ofte alsulcke erfpacht als daervan als geerfpacht sijn van de Domheren te Utrecht, te weten 4 morgen te Goije wert ende 3 tot Rijnwert. Verder moet Bertha aan Anthonis voor de 75 Keijser gld die hem toegededynckt waren, 50 gld betalen in 2 termijnen binnen ruim een jaar. Wil Berta het huis verkopen, dat zal zij dit eerst aan Atnhonis moeten aanbieden

1554-10-08 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 703

Jaartallenindex

schepenen des lants van Vossemaer oorkonden dat Jan Snoijs en Franchoijs Snoijs transporteren aan Jan Calosijn [= de Colozij], coopman en sijn huijsvrou Catharine Verbrugge, ½ van een hoeve in de heerlyckheyt van Vossemaer in een polder genaemt Kijckwijt aen Brabans [t ?], groot int geheel ± 42 gemeten, in dwerse percelen. Eerst een parceel en noch een stuck etc aen den dyck van Scuddeborse, zuid: Jeronimus van der Heyden ende Cornelis Braens erve, west: die wech van Kijckwijt, noord: Bernaert Pels erfgenamen (vgl 1575-05-20 en 1554-03-29)

Marinus Lems, Cornelis Bartels, Geleyn Jans, schepenen

1555-05-31 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 906

Jaartallenindex

Alijt Volcken Botsdochter weduwe van Roeloff Grauwert en haar zoon Roelof Grauwert, drost ter Meij, erkennen uit al hun goederen verkocht te hebben aan heer Jan van Zelbach, priester vicaris ten Dom, 5 g. gouden Kar gld

1556-07-09 |

Ms Opstraeten III fol 1174

Jaartallenindex

Herman de Ridder, Willem de Ridder, Niclaes de Ridder en Beernt Grauwert Henricsz van der eenre, Pauwels van den Berch, licentiaet in de rechten en advocaet in den Hove van Utrecht, Dirck de Wit, Steven de Wit, Johan Both en Pauwels van Blochoven, van der andere zijde, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Anthonis de Ridder van Groenesteyn ende Jacobgen Jan de Wittendochter, Daniel Pauwelsz van den Berchs nagelaten weduwe, met Elisabeth, haar dochter geprocreert bij Daniel voirs

1557-07-27 |

Ms Opstraeten III fol 1595

Jaartallenindex

Jan Pietersz en Martijn Adriaensz, ende voort die gemeene buerluijden in Portengen, bekennen dat wij gesamenderhant in pacht ende huerweren genomen hebben van Henrick Valckenaer, synen heniptiendt gelegen in Portengen, 8 jaer lanck, des jaars om 16 goede gouden Kar gld, van 20st Brab t stuk, ende daertoe 16 wilde goede Entvogelen, off voor elcken vogel die sij niet en leveren te betalen 3 groot etc. In sulcker gevalle den schout in Henrick Valkenaers gerecht alhier

Jacob Andriesz, schout in Portengen, met zijn zegel

1557 |

Ms Opstraeten III fol 1218

Jaartallenindex

schout en schepenen in Nederlangbroec oorkonden dat voor ons quamen joffr Beert van de Pol weduwe van Jan die Ridder, met haar oudste zoon Jan die Ridder Ajnsz, met Claes Hol haer beyder gecoren voogd ende hebben etc. vide G.. [?] fol 39

1559-06-23 |

Ms Opstraeten III fol 1593

Jaartallenindex

Albrecht van Egmond van Meresteijn, landcommandeur van de Duitse orde Balye te Utrecht, oorkondt dat zij overmits transport van Gerrit Willemsz van Bemmel, oudste soon van Willem van Bemmel, in een eeuwige erfpacht gegeven hebben Jan die Keijser 3 morgen lants gelegen in de Cleijne Grebse weert te Rhenen in t huijslant van Rhenen, zuid: de erfgenamen van Engbert Claesz, etc (vgl 1548-11-13 en 1585-01-15)