22981 resultaten

1622-08-30 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1150-1154, 1154-1157
Jaartallenindex

deductie van de heeren Strick, van der Haer en Bijlen overgeven ut naem ende van wegen Daniel ende Cornelis de Ridder van Groenesteijn en zijn broer Anthonis de Ridder, waarin zij bewijs leveren dat zij gequalificeert zijn tot de jacht en dat hun voorvaderen edellieden waren en dat haar hofstede Groenesteijn altijd riddermatig is geweest. Zij noemen enkele voorouders die zelf ook met edele personen gehuwd zijn geweest; 1585-02-23: is Willem die Ridder van Groenesteyn door de prince van Oraengien tot maerschalc van het Overquartier aangesteld als jonchere. Door de troebele jaeren ende viandelijcke affbrandinge van de hofstat Groenesteijn ende berovinge sijnder goederen heeft hun grootvader Anthonis de Ridder van Groenesteijn syn wooninge moeten verlaten en heeft zich binnen Utrecht toegelegd op de exercitie van brouwen. Ende geleth de supplianten anders niet en obsteert dan het partijdich opritsen van de here maerschalck jonker Eernst van Reede, ende dat deselfde sulcx alleenlyck doet ut bittere viantschap, vermits hij seijt dat de supplianten iedtwes van desselfs moeder geseijt souden hebben, hetwelck nochtans expresselyck ontkent wordt. Dezelfden requestreren ook over beledingen hun door Eernst van Reede en lichamelijk letsel hun door diens dienaars aangedaan. Die Gedeputeerden van de Staten gehoort het voors. rapport doen aff bij desen d'interdictie van jaegen, in de voors. appte geroert etc etc (kort samengevat)

1623-04-26 |

Ms Opstraeten III fol 14, 15, 16, 20
Jaartallenindex

Geertruyt van Rheede, weduwe joncker Johan Utenbroeck, attesteert op verzoek van de broers Gerrit en Johan Pelt, dat zij door wijlen Cristina de Swart, der requiranten moeder in april 1621 toen haar man overleden was [stierf april 1621] en boven aerde was staende, hebbe doen halen verscheyden partijen van laeckenen, baije en anderzins tot een rouw en sterfhuis noodig, ten huize van Thonis Jansz van Andijck, die haar zowel bij het leven van Catharina als na haar dood herhaaldelijk maande om te betalen 230 gld onder dreiging van gijzeling. Zij vroeg uitstel tot het proces tussen haar en jhr Henrick Jolijns de Karmans here tot Manegem beslist was. Het Hof van Utrecht gaf echter een sententie in haar nadeel. Mr Jan van Mynden zeide toen dat Thonis Jansz wel een zeker hennepwerfjen in betaling wilde aannemen; 1623-07-24: nog meer getuigenissen hieromtrent waarin genoemd "ten huyse van Adriaentgen weduwe Gerrit Sael aen de Ruimebaen te Utrecht", zij was een dochter van Dirc de Swart; 1624: Adriana Salen out in de 50 jaren. Christina was weduwe van Carel Pelt, deurwaarder der stad Utrecht, ontvangt op 1622-03-22 vergunning van prins Maurits om de erfenis van jonker Johan uten Broeck (belast met vruchtgebruik voor zijn weduwe) onder beneficie van inventaris te aanvaarden. In 1622 ook genoemd Caerl Cornelisz Speelman, Jacop Gerritsz van Westrenen, Jan Sael van Vianen, de weduwe van Gerrit Sael

1624-09-19 |

Ms Opstraeten III fol 1587
Jaartallenindex

Bernardt van den Bongaert, here tot Nyenrode en ter Lucht, beleent door Johan van den Bongaert, onse stadthouder der lenen des Hoves Nienrode, mr Jacob de Wijs, advocaet voor den Hove van Utrecht als gemachtigde van joffr. Margaretha van Wassenaer van Duvenvoirde (procuratie gepasseerd voor notaris Anthonis van Deutecum te Utrecht dd 1621-05-08), na dode van haar moeder vrouwe Odilia van Warmont [= Valckenaer], met 2 morgen lands gelegen op Nycop in joncker Johan uten Ham gerecht, in een sate lands van 10 morgen (vgl 1597-05-10)

onse leenmannen: Bruno van Westervelt en Jan van Coeten

1625-06-04 | Haarlem

Ms Opstraeten III fol 1587
Jaartallenindex

Bernardt van den Bongaert, here tot Nyenrode en ter Lucht, oorkondt dat mr Jacob de Wijs, advocaet voor den Hove van Utrecht als gemachtigde van jonker Jacob van Wassenaer van Duvenvoerde, here tot Warmond, als successeur feudael van vrouwe Odilia Valckenaers gewesene fidei commissaire erffgen. van wijlen jvr Henrick van Woerden van Vliet, en in die qualiteit belening verzocht met seeckere halve derdendeel van landen, pachten, huysinge binnen de vrijheijt van Haerlem, buijten de Cruijspoorte, belend zuid: Balthasar die Visscher, noord: Jacob Gerritsz van Montfoort, streckende metten oostende van den Spaerne metten westende an St Janswech. De rest van dit land is eygen goed

onse leenmannen: Bruno van Westervelt en Ellert van Bylert

1625-07-09 |

Ms Opstraeten III fol 31
Jaartallenindex

Aen den Hove van Utrecht. Request van Gerrit Jacob Huygen, wonende in Westbroeck, dat hij suppliant bij L. van Vueren, pander in desen Ed. Hove, gesommeert ende met executie gecommineert sijne, ten versoecke van de weduwe van Gysbert van Lochorst, in syn leven procureur van de cleyne rolle s Hoofs voors, voor de betalinge an sekere acte tbv de voorn. weduwe verleent, ende wel behoort hadde dat hem suppliant daeraen te goedt gecomen etc. hadde de somme van 7 gld ettelycke st, die hij op 9 Martis hujus anni 1625 aen de voorn. Lochorst selver in desselfs leven in de harbarge genaemt de Brandenburch voldaen ende betaelt hadde

1625-10-22 |

Ms Opstraeten III fol 32, 91
Jaartallenindex

Aan den E. Hove van Utrecht. Request van Gerrit van Ryssen, cleermaker te Utrecht, hoe dat hij suppliant op 1619-05-18 hem borge geconstitueert hebbende voor joffr. Ida van Suylen van Nyevelt, tbv mr Gysbert van Culenborch, advocaet, ende Cornelis Jacobsz, secretaris tot Harmelen, voor de lichtinge van de coffers en goederen staende ten huyse van Jacques Verbeeck, ende dewelcke de voorn. joffr. Ida bij appointemente van den Hove in dat 5 april daer tevoren gepermitteerd waren geweest onder cautie naer haer te mogen nemen. Soo vervoecht hij suppliant u.E. appoinctement volgenst welcke de voors. joffr. Ida mitsgaders mede voor soo veel het noot sij ende anders niet Abraham van Goorle als man en voogd van deselve belast en bevolen sij die voors. schadeloos obligatie ofte beloften cum effectie te voldoen etc ende schadeloos te houden van de borchtochte; 1626: extract uit het accoord opgericht voor de Raetsheer Helsdingen tusschen Ida van Suylen van Nyevelt ende Abraham Goorle; 1633: request aan het Hof van Utrecht. Vonnis ten nadele van joffr. Ida als curatrice over de boedel van haar man. Rente uit het erf Emelaer

1625-11-29 |

Ms Opstraeten III fol 62-65
Jaartallenindex

compareerden Henrick van Amerongen, oud burgemeester der stede Rhenen, mitsgaders Belichgen van Amerongen, weduwe van Wouter Pelen, en hebben geconstitueerd cautie pro judicato vor Aeldt van Amerongen, haerlieder broeder, omme t gewijsde van processe by Julius Portina jegens den opgemelten Aeldt voor den Hove van Utrecht aengegaen nopende de coop van s kerckeveen etc. In een akte van 1614-03-29 voor Aeldt, scholte van Rhenen genoemd, en nog meer stukken over deze zaak

1626-06-20 |

Ms Opstraeten III fol 58-61
Jaartallenindex

Aert Willemsz Pauw, gedaechde, contra Aeltgen van Rynevelt weduwe van Cornelis van Weede, eyscher, etc hij houdende voor verhaelt etc mitsgadeders daer bij doende dat sijn gedaechdes inconventie huysfrou met hem gedaechde in den echten staet was vergadert geweest op 1512-05-20 etc, dat alle die waren bij eijsch geeyscht aen des gedaegdes huys vrou moeder gelevert waren ten tijde sijn gedaechdes huysvrou met hem gedaechde onder trouw stonden ende oock die selve bij haer moeder ende tot desselfs costen ende lasten gecleet ende eerlyck nae haren staet in cledinge ende anders als een bruijt utgerust most worden. Dat oock in teyken van dien op deselve specificatie als de ghemeene boel ende syn gedaechdes huysvrou aen moeder aengegaen hebben, de eyscher mede gestelt hadde soodanige waren als Jan van Vianen, syn gedaegdes huysvrouwen broeder op date van de gehaelde waren noch ongetrouwt geweest synde tot laste van syn moeder ende desselfs boedel gehadt hadde; fol 61: Aert Willems Pauw woont in de Corte Lauwerstraat te Utrecht

1628-02-28~ |

Ms Opstraeten III fol 80, zie ook fol 92-94
Jaartallenindex

van wege die here Adriaen Ploos, ridder, here van Thienhoven, als man en voogd van vrouw Agnes van Bijler, enige geinstitueerde erfgenaam van wijlen Catharina van Rhijn in haar leven huysvrou van wijlen Elbert van Bijler, in zijn leven oud burgemeester der stad Utrecht, met open buyden in gereden gelde te presenteren Johan van de Pol, ontfanger van de 4oe penning als man en voogd van zijn huysvrouw Anthonia Both, de somma van 800 Kar gld in specie. Ter voldoening van het legaat aan Anthonia door Catharina besproken. Ongedateerd, volgt de kwitantie en nog een akte hierover dd 1628-02-28

1628-10-23 |

Ms Opstraeten III fol 79
Jaartallenindex

gegeven bij den Hove van Utrecht het proces tusschen Barta den Otter weduwe van Jan Stuijver, impetrante ter eenre, ende Catharina Thijemans weduwe ende boedelhoudster van wijlen Gerrit Willemsz Ploos, in zijn leven Raedt ter Admiraliteyt tot Amsterdam, ter andere zijde, condemneert de gedaagde om aan de impetrante te betalen 1800 gld volgens de obligatie dd 1615-05-28