1626-05-03 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1156

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat Ysbrant Pietersz, poorter van Beverwyk en Cornelis Pietersz Huysman, nu wonende in de Beemster, gheswagers, tesamen transporteren aan Jacob Jansz Slommer, poorter van de Beemster, een stucke geestland gelegen in de ban van Wyck aen Duyn, genoemd Jaspaerslandt, oost: een gemene wagenwech, zuid: Gerrit Woutersz lynbaen, west: galgwechgen, noord: t sieckhuys van Beverwyk

Elias Jacobsz, schout, Willem Jacobsz (met zijn merck) en Symon Claesz, schepenen, Cornelis Teunisz, secretaris

1638-04-14 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1153

Jaartallenindex

compareerde voor schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn de Ed Sr Balthazar Coymansz ter eenre en de Ed. Sr Cornelis Hammius ter ander zijde, beide ingelanden in de ban van Wyck aen Duyn in "die Ros entreders saet" ende verclaerden eendrachtig geaccordeerd te zijn in een gerechtelijke grontscheydingen tussen haar landen, boomgaerden of bosschagien aldaar gelegen, daar nu tegenwoordich in den jare 1638 opgericht is een nieuwe houten heyning, streckende van den duyn aff t'enden de boomgaert van Ed. sinjeur Hammius (dorsale aantekening op 1624-06-23)

Pieter Wyllem Schuyt, Cornelis Fomysz, Cornelis Teunisz, secretaris

1638-11-18 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1159

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat Hillegont Cornelisdochter, weduwe Gerrit Pietersz ofte Gerrit Pieter Ooms, geassisteerd met Dirk ..annsz [?], haar zwager en gecoren voogd, erkent voor zich en haar kinderen getransporteerd te hebben aan Mees Symonsz, poorter van Beverwyck, ½ van een stuck lands genaamd dat dyckercroftgen, gemeen liggende mit Jooris Cornelisz, schepen der stad Beverwyck, in het geheel groot 715 roeden, zuidoost: de stad Haerlem en de stad Beverwyck, noordoost: Cornelis Fransz, noordwest: de Hoflanderwech, zuidwest: de erfgenamen van Ysbrant Dircsz, schoenmaker

Symon Jansz Sij (met zijn zegel), schout tot Wijk op Zee en Wyk aen Duyn, Dirck Engelsz en Pieter Willemsz Schuyt, schepenen

1638-12-05 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1157

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat de eersame Joris Cornelisz, oud burgemeester en nu regerend schepen der stad Beverwijk, transporteert aan Mees Symonsz Schotten, mede poorter van Beverwyck, ½ van 750 roeden lands gemeen met de coper selfs, met de wederhelft welcke hem mede is opgedragen Hillegont Cornelis, weduwe Gerrit Pieter Ooms, op 1638-11-19, genaamd "het Dyckcroftgen", gegelen bij St Aechtendyck, in het geheel belend zuid en oost: de stad Haerlem en de stad Beverwyck, noordoost: Willem Cornelisz, noordwest: de Hoflanderwech, zuidwest: de erfgenamen van wijlen Ysbrant Dircksz, schoenmaker, in allen schijn en manieren tselve land hem comparant is opgedragen by Claes Aryaensz Loo van Limmen blijkende bij de brief daervan dd 19 november. Belast het geheele land met 1 gld 2st 12 penn per jaar, competerende t gasthuys der stede Beverwyck, die de koper tot zijn last neemt, alhoewel daeraf in de voors. brieven van Claes Reynaertsz en Hillegond Cornelis geen mentie maeckt, t welk abusievelyk is gedaen, ende is nochthans in de protocolle in margine gestelt tussen de voorverhaelde opdrachten dd 19 november 1638. Betaelt met een custingbrief van 795 gld 8st (vgl 1644-03-13)

Symon Jansz Sij (met zijn zegel), schout tot Wijk op Zee en Wyk aen Duyn, Dirck Engelsz en Pieter Willemsz Schuyt, schepenen

1644-03-13 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1158

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat de eersame Cornelis Cornelisz en Evert Harmansz Claver, poorters der stede Beverwijk, wettelick geordonneerde voogden over Maertgen Ysbransdochter, nagelaten weeskint van wijlen Isbrant Dircksz en Guertgen Gerritsdochter, in heur leven wonende in de stede Beverwijck. Erkennen verkocht te hebben aan de eersame Mees Symonsz een stuckgen geestland genaemd "het dyckcroftgen", groot 319 roeden, zuidoost en zuidwest: de steden Haerlem en Beverwyck, noordwest: de hoge Hoflanderwech, noordoost: de coper self. In margine: belast met 11st 12 penn. sijnde memoriegeld (vgl 1638-12-05)

Symon Jansz Sij (met zijn zegel), schout, Cornelis Claesz en Cornelis Engelsz Smacker, schepenen

1682-08-01 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1160

Jaartallenindex

schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn oorkonden dat de eersame Cornelis Jansz Velsen, wonende in de Beverwyck, als last en procuratie hebbende van de heer Geleyn Lampsints heer van Brigdamme, en wonende te Vlissingen in Zeeland, als in huwelijk hebbende vrouwe Aletta Coymans, gepasseerd voor notaris Abraham Huyssen te Vlissingen, dd 1682-07-18, transporteert aan de heer Jean Bernard, woonende tot Amsterdam ¼ part in de hofstede Westerhout met sijn aenhorige bouwhuys, schuer, landen, boomgaerden en plantagien, gelegen in desen banne aen Duyn, streckende van de wildernis oost aan tot aen de Cleyne Houtwech toe, noord: jhr Rochus van Veen, cleyn Pieter croft en Nanningscroft, zuid: de erfgenamen van Maritgen Symons Boschmans. Mitsgaders nog ⅓ part in twee erfpachten van 41 gld en 10st per jaar bij de voors. heer Lampsints vercoft, alles volgens de oude brieven daervan zijnde. Koopsom 9487 gld 10st, onder welcke cooppenningen mede begrepen sijn ¼ part in 3 stukken hoyland gelegen in Velsen en daer opgedragen, quiterende de heer coper daarvan bij deze

Jan Jeremiasz, schout (met zijn zegel), Paulus Pietersz Schuyt, Cornelis Michielsz, B.J. [?] Velsen, secretaris

1624-11-17 | Egmond Binnen

Not Arch Egmond 786 akte no 81

Jaartallenindex

testament van de eerbare jouffrouw Josina Comans, huisvrouw van de E. Adriaen van Emskerck, wonende te Egmond op tie Hoeve, ziek te bedde liggende. Na haar overlijden institueert zij in de achtergelaten goederen gekomen van wijlen haar vader Cornelis Comans en die kinderen van Jan Aelbertsz Comans, mitsgaders die kinderen van Claes Aelbertsz Comans in de plaetse van haar overleden vader. En in die goeden gecomen van wijlen May van Coolwyck, daerinne institueert zij de broers mr Jacob en Clement van Berckel. Aan haar man Ariaen van Eemskerck legateert zij het vruchtgebruik van de goederen gekomen van wijlen haar moeder Beatris Spoutens [ Splinters ?] en na zijn dood voor ½ aan Cornelis Aelberts Comans en voor ½ aan mr Jacob en Clement van Berkel. Mitsgaders jouffrouw Margriete Splinters haer testatrices .... ende nichte. Gepasseerd ten huize van de testatrice staande aan de Hoeve in presente van de eersame Jacob van Egmont, burgemeester en Aris Pietersz, oud burgemeester

1459-1460 |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 Caput 5

Jaartallenindex

leenregister St Paulusabdij Utrecht: dese nabescreven personen hebben hoir leen versocht mitter lediger hant te goeder tyt, bij tyden heren Johan Clauwerts, abt: Dirc Gout, Gysbert Spruijt, van wege zijn wijf Geryt Jan de Conincsdochter, Pouwels Cornelisz, van wege zijn wijf Mechteld Jacob Nenninc Rutgerszdochter, Goesen Bosch, Jacob Jansz, Evert van Loijensteijn, Wouter van der Maet, Willam Jansz, Roeloff Woutersz, Henric Bosch, Henric Botter van wege zijn dochter Margriet en zijn zoon Gerijt, Goijert Vlug, Lambert Pijl, Dirc Aelbrecht Heijn Nagelsz, Willam Doem, Lauff Mouwerijnsz, zijn zoon Mouwerens, Goert Jacobsz, Reijer Lambertsz, Willam van Lijelaer, Steven Maesz, Lambert Willamsz van Lijelaer, van wege zijn vader also dese beddevast was, Eerst van Drakenborch, Eerst Taets van Amerongen, Johan van Ameronghen, Aernt Evert Jacopz.z, Dirc van Oestrum, Rutger die Beer Jacopsz, Ghysbert Henricsz, Jan Willam Willam Jansz, Willam Ricoutsz 2 lenen, Wouter Woutersz, Wouter Scaij, Peter Willamsz, Peter Lubbertsz, Jan Stuep en Evert zijn wijf Jan Evertszdochter, Jan de Beer Jacobsz, Gysbert de Beer Jacobs, Jan die Sluter Steven, van wege Lysbeth Jacop de Beer Rutgerszdochter, Dirc van der Beeck en zijn vrouw Alijt, Gysbert Willem die Brouwersz, Loeff van Jutfaes, Lambert Jacobsz van Lienden, Evert van Benscop, Jan Seijbert, Jan Hermansz, Tyman Mouwer van Heersel van wege Kerstijn Bannen, Jutte Geryt Krijex wedue, lege man [= ledig man] Henric van Duven, Peter Tymenz, Jacob Nennijnc Petersz, Peter Hamersvelt, Lambert Hamersvelt, Willam Scael, Evert Freijse van Dolre, Dirc van Zulen van Hermelen van der Zevender, Gheryt van Lochorst en van der Merwe, Gosen van Scaijc, Gosen van Voird, Geryt Zoudenbalch en mede voir myn jvr van Culenborch, Jan van Blochoven, Peter Lubbertsz

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495

Jaartallenindex

dit is alsulcke dijck als van den gericht van Lienden gelegen is end in eenen ijgheliken synen dyck van beneden opwaert tot des papenstege toe: 1) Trude Slewen neffens hoer anschot omtrent 10 ½; 2) die heerlicheit van Lienden, 15 roeden; 3) Dirck van Elten, 8 roeden; 4) Willam Wijnaltsz, 7 roeden; 5) die abt van St Poulus, 28 roeden 4 voet; 6) die buer van Lienden, 4 roeden; 7) Jans ende Dircks erfghenamen van Groetvelt, 3 roeden; 8) Henrick Foijert, 1 roede; 9) die heren van Merrijendael, 4 roeden; 10) Pieter Wijnaltsz, 4 roeden; 11) 13 roeden verloren dijks die zijn ½ gegeven den abt van St Pauwels, andere helft gegeven Peter Wynaltsz; 12) die abt noch 8 roeden dycx; 13) daer naest Peter Wijnaltsz tot Hermans dijck van Oemeren; 14) Herman van Oemeren sijn aenschot; 15) die heericheit van Lijenden daer na hoer anschot; 16) Jan Foijerts erfgenamen daer naest; 17) Bely Zuermonts ende haer kijnder, daer naest haer anschot; 18) die kerc van Lijenden, idem; 19) die beghinen tot Rhinen, idem; 20) Jan Foijerts erfgenamen, idem; 21) die heerlicheijt van Lijenden, idem; 22) die pastoer van Lyenden, idem; 23) der capellen van Verhusen, idem; 24) die abt van St Pouwel, idem 35 roeden; 25) daerna Ot van Meerten; 26) daerna des H. Cruijsaltaer tot Lijenden 1 roede; 27) die pastoer van Lyenden daer naest 2 roeden gegeven; 28) Deenken Foijert Arnt Walravensz en Dirck van den Brenck 2 roeden dycs; 29) heer Goijert Jager van der capellen weghen, 3 roeden gegeven; 30) heer Goijert Jagher van der capellen weghen sijn anschot teghen die weem tot Verhusen; 31) daarna Jan Vonck Gerijtsz ende Haes van der Meije, 1 roede; 32) die kerck tot Lyenden, 1 roede; 33) onse vrouwe tot Verhousen vijff roeden dycx; 34) Ludolfs erfghenamen van Hoeve en Gherijt die Kemp, 6 roeden; 35) die abt van St Pouwel, 4 roeden; 36) Dirck Foijert, 1 roede; 37) Roelof van Mouderick, 1 roede; 38) Jan Foijerts erfgenamen, 1 roede; 39) die kerck van Lyende, 1 roede; 40) daernaest Henrick Foijert sijn anschot; 41) daernae die heerlicheijt van Lyenden, 4 roeden dycx; 42) Deeuken Foijert, Dirc Foyert en Geerfaes Zuermontsz, 4 roeden; 43) Goessen Maessz, 9 roeden; 44) Gosen die Leeu, 9 roeden; 45) daernaest die abt sijnen dijck, 37 roeden; 46) daernaest die heerlicheijt van Lyenden, 6 roeden; 47) Deeuken Foyert, Dirc Foijert en Dirc van Derthusen, 5 roeden; 48) heer Hubrecht van Mouderick op den Coekamp, 12 roeden; 49) Deuuken Foijert, Claes Jan Claesz en Margariet Jan Claeszdochter, 8 roeden; 50) Gosen die Leeu, 3 roeden

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495

Jaartallenindex

vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden": 51) Dirc van Zoemeren, 4 roeden dycx ende 4 voet; 52) heer Jacop, priester tot Ysendoren, 3 roeden; 53) die heren van Mariendael, 2 roeden; 54) Gerefaes Gelisz, 1 roede; 55) Deeuken Foijert, 1 roede; 56) die heren van Mariendael, 1 roede; 57) die heerlicheijt van Lyenden, 19 roeden; 58) Gherit Doijs, Jan van Meeren Stevensz, Geerfaes van Ham ende Geerfaes Maesz, 3 roeden onder hem allen; 59) Geerfaes van Groetvelt, 1 roede; 60) Haes van der Meijen, 2 roeden dycx; 61) Hubrecht van Triest, 1 roede; 62) Elijs kinder van Beijnhem, daer naest; 63) die abt daer naest; 64) Elijs kinderen van Beijnhem daer naest, dus voor en na de abt hebben zij 27 roeden dycx; 65) Huesen Hermansz daernaest, 14 roeden; 66) Hubrecht van Triest, 2 roeden; 67) die heerlicheijt van Lyenden, 15 roeden; 68) Dirc Foijert, 8 roeden; 69) Eerst van Ewick, 4 roeden; 70) die heerlicheyt van Lijenden, 41 roeden; 71) Elijs kijnder van Beijnhem, 12 roeden; 72) Deeuken Foyert, 1 roede; 73) Dirc Foijert, 2 roeden; 74) Henric Foijert, 1 roede; 75) die heren van Mariendael, 3 roeden; 76) Henric van Loenen, 1 roede; 77) Hubrecht van Triest, 1 roede; 78) die kerc van Lienden, 1 roede; 79) Jan van Meerten en Dirc van Elten, 1 roede; 80) Geerfaes Jelisz, 1 roede; 81) Jan Claesz kijnder, 1 roede; 82) Jan Bor, 1 roede; 83) Geerfaes Zuermontsz, 1 roede; 84) Maes Roelessz, 3 roeden; 85) Deeuken Foijert, 4 roeden; 86) die pastoer van Lijenden, 9 roeden; 87) Hubrecht van Triest, 1 roede; 88) Wouter uten Asschengaat, 1 roede; 89) Andries Schuerman, 1 roede; 90) Lijsbeth Spaens, 4 voet dijcx; 91) Alijt Jan Claeszdochter, 4 voet; 92) Jan Noest van Renen en Jan Noest Gerijtsz, 1 roede; 93) Rutger Dirksz en Arnt van Zoemeren, 1 roede; 94) Geerfaes Maesz, 1 roede; 95) Herman Henricsz, 1 roede opt Oert; 96) Henric Foijert, 1 roede op die Buijcrot; 97) Dirc van Elten, 2 roeden, die een op sijn hofstat, die ander op sijn buijcrot; 98) Dirck van den Brenck, 1 roede; 99) Gheryt van Groetvelt, 1 roede; 100) Jan Foijerts kijnder, 1 roede; 101) Bernts erfgenamen van Broechagen, 4 roeden, 102) Elijs kinder van Beynhem, 8 roeden; 103) die heerlicheyt van Lyenden en de abt van St Pouwel, 28 roeden