14 resultaten
1492-06
folio 4 I 1492-1495
Transportregister Haarlem
Wolfaert Gerijtsz aan Willem Aetntsz een huis en erf in de Zijlstraet, an d'een zide: Willem Aerntsz, an d'ander: de Witte Heren van St Anthonis, after streckende an die Witte Heren, mitte bruikwaer van der stege after uytgaende an der stede cingel. Ter lossing met 71 gouden gld 12 st. Hij huurt dit weder an 5 R gld sjaars
1486-05
folio 90v XCIII 1484-1486
Transportregister Haarlem
Claes Vechtersz en Vechter Garbrantsz [boven staat Roepers, doch het is niet zeker of dit wel hierbij behoort. Het woord vercopen is bovengeschreven, maar weer doorgehaald en een koper wordt niet genoemd]. Volgt: Ende Machtelt Garbrant Roepersweduwe met Vechter Garbrantsz hand, haers zoens en voogds, verkopen aan Arijs Claesz ½ van een huis en erf onderdeelt leggende in de Zijlstraet op de hoeck van de Craijenhorstergraft, an d'een zide: Willem de Volder en Dirck Jansz backer, an d'ander zide: die graft, after streckende an Jan Claesz
1495-10
folio 6v VI 1495-1498
Transportregister Haarlem
Maritgen Pietersdochter, bagyn op ten Groten Hof, met haar neef mr Florys Claesz de barbier als voogd, lijt dat zij na haar dood gegeven heeft Geerburch Gerritsdochter, haer dienstmaecht, indien deze tot haar dood bij haar gebleven is: Eerst 22 sc 6 goets gelts op Claes Braeuwen huis en erf in die Zijlstraet, an d'een zide: Dirc Jansz van Lisse, an d'ander: Aernt Jansz Welmolen [!], afterwaerts streckende an de voirs Dirc Jansz. Verder nog 22 sc 6 d gr sjaars op deselve Aernt Jansz Quelmolen [!] huis en erf daer besyden an, naest Arys Claesz. Zo lang de voirs Geerburch leeft en niet langer
1492-04
folio 155v CLII, CLIII 1489-1492
Transportregister Haarlem
Willem Dircsz, mandemaker, van Catwyck opten Rijn, als man en voogd van Heijl Dammesdochter, lijt dat zyn schoonmoeder Aecht Jansdochter hem uijtgecoft heeft en voldaan heeft van de erfenis, in t byzonder van ⅛ deel van het huis en erve in de Zijlstraet, ende thans bewoent Jan Jansz de backer der voors Aechten vader ende voirt anders van alle goeden roer en onroer nyet uytgesondert dan alleen een huis en erf dat zij nog tesamen gemeen houden, staende in de Scaestraet, ende de voirs Willem aanbestorven is bij dode van wijlen Dirc Dammasz [Dammas Dircsz ?], zijns wijfs vader, toe hij leefde den voors Aechten geechte man