1580-07-26

folio 47

Transportregister Haarlem

Cornelia Joppendochter met Quiryn Joppen, leertouwer, haar broeder en gecoren voogd, verkoopt Dirick Pietersz, sander, een camerken met erve in St Jacobsstrate, aen d'een zide: Cornelis van Hattum, aen d'ander zide: Cornelia voors met een ander camertje, aechter streckende aen Willem Gael. Koopsom 100 Kar gld

1507-09-12 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 22

Jaartallenindex

Karel beleent Gheryt van Hoochtwoude na dode van zijn oom heer Adriaen van Poelgeest volgens diens makinge op grond van verkregen octrooi, met: 1) een huisinge ende hofstede gelegen tot Coudekerke met cingulen, boomgaerden, met 2 campen lants daeraen gelegen, daer dat ene af gelegen is aen dat oosteinde, ende dat andere an dat westeinde van den huise, met eenre laen daer men af ter kerk gaet. Tot een erfleen. Heergewade: een rode sperwer; 2) item noch dat achtende weer lants van der kerke oostwaerts in den voors. ambacht van Coudekerke, met een boomgaerd daer op staende, ende is groot 17½ morgen land met een elsbroek daer aechter aen wat breeder dan dat weer lant tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven, te verheergewaden met een rode sperwer

present: Willem van Cats, cleene Jan Bruyn

1581-12-30

folio 145v

Transportregister Haarlem

Gerryt Gerrytsz, scipper, verkoopt Jan Mathijsz, linnenwever, een huis en erf in de Grote Houtstraet, aen d'een side: Jan Baerntsz, snyder, aen d'ander zyde: Annetgen Heynricsdochter weduwe Oloff Pietersz, aechter streckende aen Baeff Jansdochter, metten waterganck over Baeff Jansdochters erve streckende in de Coninckstraet. Koopsom 925 Kar gld. Belast met 6sc 5 penn obolus sjaars. Noch met 12 Kar gld, losbaar met 200 Kar gld die een vrouwe van Aemstelredam daer op heeft

1577-09-03

folio bij fol 167

Transportregister Haarlem

Geertgen en Beatrix Roelendochteren, wonende binnen deser stede, met Cornelis Cornelisz Nyenburch, mede poorter deser stad, hun beider gecoren voocht, verkopen aan hun nicht Catharyna Jansdochter een huis en erf en twee camers daer aechter aen met noch een cleercasse aen der stede ramen, opt Crayenest binnen deser stede, bij hen comparanten bewoond. Streckende van t Crayenest westwaarts met een uytgaende poorte in de Witte Herenstege, zuid: de huysinge en erve van Tryn Roelen, der comparanten suster, ende achter met zeker erve van Pieter cCorssoens geruineerde huysinge, noord: de huysinge toecomende Griet, de weduwe van Jan van Gulick, ende achter met de huysinge van de erfgenamen van Cornelis Jan Barendsz

ondertekend: Hugo Bol van Zaenen, Baerthout van der Nyenburch