2 resultaten
Zuilen, van | 1435-11-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 65v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat jvr Agnijse en jvr Alijt van Zuijlen, dochters van heer Zweder van Zuijlen, ridder, hem opdroegen die rechte leenweer van: - ½ van 4 morgen land gelegen op t Oudelant bij Hermelen, geheten "die oude hofstede", onderdeylt met hun broer heer Dirc van Zuijlen, belend boven: de abdij van St Paulus, beneden: die scaepweyde; - ½ van 7 morgen land in het gerchte van Hermelen, geheten die Hogenesse, onderdeelt met heer Dirc van Zuylen, belend zuid: de abdij van St Paulus, noord: Willem Duerkant; vervolgens wordt Zweder van Zulen heer Zwedersz beleend; "dit heeft nu Dirck van Zuylen"; 1436-02-23: Sweder van Zuylen Zwedersz draagt dit leen over tbv Dirck van Zuylen Dircsz, die beleend wordt; eronder staat: "nu Dyrck van Zulen sijn soen"
mannen van leen: Albert van Baren, Aerent van Baren; 1436: Goessen Bosch Willemsz, Jacob van der Weteringe
Duijst, uter | 1474-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444v, 472v, 97v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Garbrant uter Duijst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, 6 R gld per jaar uit alingen 27 dachmaet land in de Duysten, dat hij in tijns heeft; Garbrant maakt zijn kinderen Gysbert, Jan en Agnies bij zijn vrouw Mechtelt, na zijn dood, elk ⅓ van 15 dachmaet land in de Duijst, binnen de nije wech en de nederenwech, belend zuid: Geryt van Scadijc, noord: Ricout Steven Ricoutsz.z; "Mit sulke voorwaerde: ist sake dat Ricout Garbrants outste sone die buten lants is op dese tijt doot, is off waer t dat hij storve eer Garbrant syn vader wirg, so sellen Jan en Angniese na hun vaders dood elk ½ van deze 15 dachmaet ontvangen"; 1482-11-14: Johan Garbrantsz van der Duijst draagt zijn deel over aan zijn broer Ghysbert, die beleend wordt tegen een erftijns van 2 oude Vls per jaar; Ghysbert maakt aan zijn broer Jan een rente van 11 Rijnse gld per jaar deze 15 dachmaet; Agnijse Gerbrantsdochter geeft over 5 dachmaet hiervan, en heeft Jan Willem Tylmansz ontvangen, die het overdraagt aan Willem Evertsz
tijnsgenoten: Willem Adriaensz, Rutger Jan Tymansz, Tyman van Heersell; 1482: Geryt van Rijn, Willam Adriaensz