Bedoelde u soms?
ambachtsgevolg | ambachtsgevolge

5 resultaten

1527-02-07 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 167v
Jaartallenindex

Karel beleent Lodewyk van Waerwijck na dode van zijn broeder joncker Joost van Waernewijck met ⅓ deel van ⅛ deel van de heerlijkheid en tienden van het land van Vossemaer met ambocht, ambochtsgevolg en ambachtsrecht. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet Jan Cornelisz Zijdwind, volgens zijn procuratie gepasseerd voor burgemeester, scepenen en Raede der stede Tholen

heer Floris van Wyngaerden heer tot Ysselmonde, ridder, Raad ord. in de Camer v.d. Rade, Gerrit van Loo, Cornelis Barthouts, Anthonne le Bucq

1520-06-19 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 41, 42
Jaartallenindex

Karel oorkondt: dat hij na opdracht door Adam Claes de Waertszoon van de ambachtsheerlijkheid van den lande van Natairs met ambochtsgevolg en met ambachtsrecht met boeten van 10 £ toe, met thienden, visscherijen, vogelrij, ende daertoe noch mede 20 gemeten Vroonlanden, gelegen in denselven lande van Natairs, ende die middeldycken tussen Dreijschor en Zonnemer, gelegen tegen den lande van Natairs, die hij van de grafelijkheid hield, tbv zijn broeder Jan Splinter Claesz. En dat hij Jan Splinter hiermede vervolgens heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen, geheel zoals Daem Claesz dat tot nu toe gehouden heeft; 1520-05-24: Adam Claes Jacobsz alias de Waert draagt al zijn recht op de ambachtsheerlijkheid van Natairs etc. en nog 20 gemeten vroonlanden op tbv zijn broer Jan Claes Jacobsz alias Splinter, met verzoek om deze te belenen

leenmannen: Nicolaes Willemsz, Cornelis Bartouts, Simon van der Goude Jacobsz; 1520-05-24: Vranck Pietersz, Adriaen de Milde Claesz, Cornelis Bartout Jansz

1534-03-01 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 105
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor de stadhouder van leenen compareerde Jan Cornelisz Sijtwint, burgemeester der stede van der Tholen, als gemachtigde van jhr Lodewyck van Vernewyck opdroeg tbv onsen lieve en getrouwen neve, ridder van onse ordene van den Gulden Vlies, Raad en Camerlinck heren Antheunis van Berghen, marcgrave van de stad en lande van Berghen, graaf van Walam, gouverneur van het hertogdom Luxemburg en graafschap van Namen: ⅓ deel van ⅛ deel van de heerlijkheid en tienden van het land van Vosmaer, mit ambocht, ambochtsgevolg en ambachtsrecht, zoals de voors. joncker Lodewyk van de grafelijkheid van Holland en Zeeland te leen hield, en dat hij heer Anthonis van Berghen vervolgens hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen. Mr Cornelis Boomgaert, stadhouder van Bergen, doet de leeneed namens hem (vgl 1533-07-23, 1533-08-13)

Jan van Nederveen, Laurens de Veer, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1521-06-03 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 67v
Jaartallenindex

Karel beleent Cornelis Oom van Wyngaerden heren Willemsz na dode van zijn moeder vrou Maria van den Werve, met ⅙ deel van alle alsulcke gorsen, lande en slycken, geheten Grisoirde, Duvenwairde, die Tonge, Hugenvliet, Hellebrensgat en die Battennoirt ende alle andere hoe die ook genoemd mogen wesen, als gelegen sijn tussen die naegschreven bepalinge ende mercken als Hontsloo noortoostwaert of, of dat Heydiep van Bomer zuijtwert, of dat Heijdiep van Greveninge zuidwestwaert, Wellenvliet, Herckinge ende die Riere noordwestwaert, en met anders alle toebehoren. Met nog 1/16e deel van de moerneringe ende brant daertoe behorende. Ende daerenboven ⅙ deel van den ambochte, ambochtsgevolg, thienden, molen, visserijen, vogelrien, giften van kercken, boeten, foerfeyten, in de voors. gorsen, landen en slycken. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Behouden ons alsulke jaarlixe goeden en penningen daeruit, mit onse recht van der moerneringe, boete, foerfeyten en anders naer inhout der ouder brieven

leenmannen: Ysbrand Oom van Wyngaerden, zijn oom, Adriaen Ruychrock van de Werve, mr Everardt Nicolaesz, onse Raad, Cornelis Berthouts

1534-07-26 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 110, 113
Jaartallenindex

(doorgehaald) mit conditien en voorwaerden hiernae beschreven soe transporteert Jan Oom van Wyngaerden Goodscalcxz zijn 1/12 deel van zijn heerlijkheid van Grisoerde in handen van Pieter van Halmale als man en voogd van jvr Christina van Wyngaerden, mynder huisvrouw, ende dat voor de som van 30£ Vls die Jan Oom van Wyngaerden synder suster jaerlicx schuldig is, ter losse den penning 16. Er blijkt dat heer Jan Jacobsz, priester ter Goude, reeds een rente heeft op Grisoorde van 7£ Vls per jaar, ter losse den penn. 16. Op den dagh van huyden compareerde alhier Jan Oom van Wyngaerden en bekende te buyten gegaen en gereniuchieert te hebben alle actie van lossinge die hem uyt desen contracte competeren mochte, ende verset totdat dit deur geslagen soudde zijn tot verseeckertheyt van Jan van Bont, die deselve ½ van ⅙ deel bij synen consente bij transporte van zijn zwager Pieter van Halmael gecoft heeft [zonder jaar]. Op 1534-07-26 beleent Karel jvr Christina van Wyngaerden, huisvrouw van Pieter van Halmale, suster van Jan Oom van Wyngaerden, na opdracht door laatstgenoemde, met 1/12 deel van Grisoerde: 1) ½ van ⅙ deel van de gorssen en slycken geheten Grysoerde, Duvenwaerde, de Tonge, Hugenvliet, Helle Bremsgat, en Battenoord, gelegen tussen noordoost: Hontsloo, noordwest: Watervliet, Herckingen en de Riere, zuid: dat diep van Greveningen. Met ⅙ deel van de moerneringe en brand daertoe behorend; 2) ½ van ⅙ deel van het ambacht, ambochtsgevolg, tienden, molen, visserij, vogelrij, ghiften van kerken, boeten, foerfeyten. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Belast met erfpacht. Haar man Pieter van Halmel doet de eed

Zeger van Alveringen heer van Hofwegen, Cornelis Barthouts, Cornelis van Wyngaerden, leenmannen