2 resultaten
Holle | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Deuken van Ecke Lamphollenz 6 morgen te Ecke op de nederste hulle, belend boven: Dierck van Thuenen, beneden: de Maudericse wetering, strekkende tot de Zudermate (fol 38); - Willem van der Woert Gerijt Hollenz 11 morgen land in Mauderiker maelscap, strekkende van Heinrics land van Mauderic en van Aleit Zijbrants op in Mauderiker Weteringe, belend boven: Evert uten Weerde Roelofsz, beneden: Ot Doijs, Jan Doijs en Ot uten Weerde; - 3 morgen 16 roeden op de Bulcken, beleend Angnijse, zuster van de leenheer, vrouw van Wolter van Overrijn Hackenz, belend boven: de vrouwe van Langeraeck, beneden: Dierck Aernt Hollenz (fol 59v); - Lamp holle van Ecke 4½ morgen, belend boven: Lamp holle Dyeriksz, beneden: Jacob van Scerpenborch (fol 60); getuige: Claes Holle van der Woerde (fol 62v)
Roelof van der Eme Diercksz, Alart van der Eme Lamphollenz, Johan van Derthesen Diercksz van der Eme, ledige mannen. Mannen: Dierck Doijs van der Eme en Deuken Lamphollenz
Doys | 1410~
Leenregister Culemborg fol 55, 58, 59, 59v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Gerit Doijs Willemsz 2 morgen tot Scalcwijck in het gericht van Kulenborg, belend boven: de heren van St Mertyn Utrecht, beneden: Henrick Geritsz van Kleve, onderdeeld met Johan Tullenz; - Goesen Heinricsz 6 ½ hont ter goeder mate, op den Perrick, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: Henrick Doijs; - Johan van Beesde 10 morgen in de maelscap van Mauderic van de Perric tot aan de Zoelenre wetering, belend boven: Hubrecht Koevoet Woltersz en Dyerck Doys Gerijtsz, beneden: Henrick Doys van Mauderick; - Konegont die Jorden Doijs vrouw was 4 morgen tot Rijswijk en heeft zij Arnt Scelen opgedragen; - Jorden Doys 3 morgen en 1 ½ hont tot Ravenswade op de Zijl, belend boven: Otte Allartsz, beneden: de heer van Culemborg. - Konegont 3 morgen land en 1 ½ hont te Ravenswade; zij heeft dit land opgedragen en Jan Herman Potsz heeft het ontvangen. - Angnijse des heren zuster van Culemborg, vrouw van Wolter van Overrijn 3 morgen ½ hont op Rotte, belend noord: Doijs van Avezaet, zuid: Otte van Arkel en Scakenland, oost: Johan van Rossum