37 resultaten
Vriese, de | 1351-09-05
Ons Voorgeslacht 09-1988 p 368
Achternamenindex
leen van Amstel: no 32) stuk land in Amstelveen, genaamd de Bancken, Govert die Vrieze bij koop, na de dood van Fekerdey; 13..: Herman van den Bossche
Annetge Jacobsdr | 1577-01-14
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 166
Voornamenindex
Annetge Jacobsdochter, wduwe van Pieter Van Backen, witmaker, voor ½ en Bartholomeus Huygensz van Bancken, nu residerende tot Dansyck [Danzig] voor hemzelf en als gemachtigde van zijn moeye Alyd Dircsdochter van Bancken, mede tegenwoordig tot Dansyck wonende, en Thomas Adriaensz, van Leyden, als erfgenamen van wijlen Pieter van Bancken, hun oom of broer, verkopen 4 huizen en erven in de Soyerstraat te Haarlem, koopsom 750 Kar gld
Haarlem
1560-06-23 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 94v/Leenregister Brederode fol 65
Jaartallenindex
Henrick heer tot Brederode beleent Dirck Jacobsz, poorter tot Leijden, met 2 ½ morgen land in het ambacht van Esselickerwoude, west: die Heerenwegh, zuid: Jacob Alewijnsz, noord: Willem Claesz, oost: Claes Dircsz, gelijk dieselve 2 ½ morgen op hem gesteld zijn bij transport van Jan van Bancken, ende hij daeraen gecomen is bij naestinge (na den rechte van Rynland) als naeste maegh van enen Geryt Aelbrechtsz, daeraf die voors. Jan van Bancken die hadde (1558-10-24, 1558-11-19, 1559-04-18)
Christoffel van Schagen, Claes van Adrichem, mannen van Holland
Dirc Heinkenz | 1399-05-25
Ons Voorgeslacht 09-1988 p 366
Voornamenindex
leen van Amstel: no 29) inkomsten van de ambachtsheerlijkheid van Nieuwer Amstel: 7) 26sc 8d van Dirc Heinkenz van de Bancken
1562-11-17
folio 201 CLXXXVIII 1557-1562
Transportregister Haarlem
Henrick Jansz biersleper verkoopt Hobbe Bouwensz een huis en erf in de Hoyerstrate [Hoyerstraet = Sloyerstraat ?] genaemt die oude kaerde metten erve daer besyden, an d'een zyde: Pieter Diricsz van Bancken, an d'ander zyde: Cornelis Jansz meijer, achter streckende an Pieter van Bancken voors en aen Aris Michielsz tesamen.Belast met 19 sc 6 penn. Koopsom 200 Kar gld. Pieter van Bancken is borge voor de eerste termyn
1499-07-23 | Haaften
Carth Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 52/Carth Sint Geerdenberg
Jaartallenindex
"den derden brief doirsteken van desen selven chyns". Schepenen in Tuel tughen dat dessen principael hoefbrief, daer dessen tegenwoerdigen brief mede doirsteken is met onsen ghelieven ende met ghelieven ende ghevolliich der anderen scepenen in gespannen bancke van Tuijl verlicht is van onsen gezworen schriver derselver bancken van Tuyl (vgl 1431-09-18)
1580-07-18
folio 43
Transportregister Haarlem
Thomas Adriaensz als erfgenaam van Pieter van Bancken, witmaecker, verkoopt Hubrecht Diricsz, volder, een huisken en erve in de Soyerstraat, aen d'een side: de scheercamere van t Vrouwen Broerissen convente, aen d'ander side: de weduwe Pieter van Bancken, achter streckende aen de thuyn van Cornelis van Hattum. Koopsom 120 Kar gld
1558-11-19 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 90/Leenregister Brederode fol 62v
Jaartallenindex
op huijden compareerde voor mij notaris ende die getuygen ondergeschreven, Michiel Jansz ende Claes Cornelisz Jan Roelofszoon als testamentoers ende executeurs van wijlen Gerijt Aelbrechtsz, in zijn leven poorter tot Leyden, en geven volmacht aan Jan van Bancken, hun mede broeder en exec. test. om het leen van 2½ morgen land, dat deze van Geryt voors. nog bij diens leven gekocht had, bij den heer van Brederode te verheffen (vgl 1558-10-24, 1560-06-23)
in presentie van Jan Florisz van Zoeterwoude, Pieter Dircsz in Gelderswoude
1559-04-18 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 84v/Leenregister Brederode fol 59v
Jaartallenindex
Henrick van Brederode beleent Jan van Bancken met 2 ½ morgen lands gelegen in het ambacht van Eslickerwoude, west: de Heerenwegh, zuid: Jacob Aelwijnsz, noord: Willem Claesz, oost: Claes Dircsz, gelijk hij die van Geryt Aelbrechtsz, poorter tot Leyden bij zijn leven gekocht hadde, ende dieselve hem mede bij testament, na voorafgaand octrooi van de Kon. Maj. verworven mit attestatie van des vooors. Gerrits testamentoers aangekomen zijn (vgl 1542-03-12, 1560-06-23, 1558-10-24 en 1558-11-19)
mannen van Holland: Joris van Treslong, Jan die Grebber van Persijn
1558-10-24 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 87/Leenregister Brederode fol 61
Jaartallenindex
eigenhandig testament van Gheryt Aelbrechtsz, liggen ziek te bedde (volgens octrooi dd 1540-03-12, [lees: 42/41]): 1) de nog onverdeeld in de boedel aanwezige goederen van wijlen zijn huisvrouw Elisabeth Claesdochter blijven buiten deze beschikking; 2) van zijn lenen maakt hij aan Jan Jansz van Bancken de hofstede van Rodemburgh, mitten boomgaard en mit 2 morgen lants, mitte laen ende mit andere nutschappen daertoe behorende, gelegen bij der stede van Leyden, oost, west en zuid: het clooster van Rodenburg, noord: Gherijt zelve, mit Dirck Jacobsz. Binnen 6 weken na de dood van de testateur zal hij dit leen moeten verheffen. Hij mag het verkopen, waarna hij ⅓ deel van de koopsom moet uitkeren aan Maghtelt Aelbrechtsdochter, huysvrou van Dirck Jacobsz, die bij niet-verkoop ⅓ van de vruchten van dit leen behoudt; 2) testateur verkocht vóór datum deser aan Jan Jansz van Bancken die lenen leggende op de Rijpwateringe, groot 2½ morgen, leen van Brederode, voor 350 Kar gld, te betalen in het jaar 1559. Hij draagt zijn exec. test. op om het dit leen op te dragen, het geld moet in de boedel komen; 3) de goederen hem aangekomen van Dirck Claesz Gel, te weten 16 hont lants bij der Waddinge, nu in gebruik bij Jan Pietersz van Rossum, en nog ander goed zal Machteld voors. vooruitnemen, waerjegens de 4 kinderen van wijlen zijn broeder Claes Aelbrechtsz weder hebben sullen uijt sijn portie van de goederen en de voors. gemene boedel so veel de goederen van Dirck Claesz gecomen bedragen sullen; 4) tot zijn erfgenamen in zijn andere goederen institueert hij Machteld voors. voor de ene helft, en de voors. kinderen van wijlen Claes Aelbrechtsz in de andere helft. Tot zijn executeurs benoemt hij Michiel Jansz, wijntapper, Jan Jansz van Bancken en Claes Cornelis Jan Roelofsz, huijs sittenmeesters van St Pancrasparochie alhier [Leiden]. Eodem die wordt dit testament door Pieter Claesz, onder-secretaris der stad Leiden ter hand gesteld aan notaris Schuijten (vgl 1542-03-12, 1559-04-18, 1558-11-19, 1560-06-23)
in presentie van heer Geryt Claesz Goel [Gael ?] en Cornelis Michielsz W