barbarengasthuis
23 resultaten
scheepmaker | 1562-08-20
G.A.Haarlem Recht Arch 83 fol 14v
Achternamenindex
Cornelis Symonsz, scheepmaker, is schuldig aan het St Barbaragasthuis een rente van 6 Kar gld per jaar, losbaar met 100 Kar gld
borg voor hem: Hendrik Jansz timmerman, zijn schoonvader
1558-05-31 | Assendelft
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 138
Jaartallenindex
Jan Fransz, buerman te Assendelft, ruilt land met St Elisabethsgasthuis te Haerlem. Jan Fransz ontvangt "de hoge maden", groot 3 morgen in de ban van Assendelft, noordoost: St Barbaragasthuis te Haarlem, zuidoost: Pieter uten Hage c.s, zuidwest: de jonge en de oude Pieter Gyzen met hun andere broers en zuster, noordwest: Jan Duvenz, houtcoper te Amsterdam
Jan Berentsz, schout van Assendelft zegelt en jonge Gheryt Jansz en Roelof Symonsz, schepenen aldaar
1418-05-30 |
G.A. Haarlem Inv no 1637 Lade T/Arch St Barbara Gasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
mandament van maintenu voor Johannes Backer, regent van het St Barbaragasthuis te Haarlem, in de reportage van den Dom van St Maarten te Utrecht voor zekere jaren aan hem opgedragen; gegeven door de fabriekmeesters van de kerk te Utrecht
1486-12
folio 46 XL 1486-1489
Transportregister Haarlem
Pieter Aelbrechtsz Pos verkoopt de H. Geestmeesters een stuk land gelegen op t Vlieland in Akedam, groot 2 maden, zuid: O. Vr. capel in St Jansstraet [= Barbaragasthuis], noord: mr Jan Dircsz, west: Ysbrant Wagenaers kinderen
1589-02-08 |
G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 97v
Haarlem Algemeen
regenten van het St Barbaragasthuis in de St Jansstraat te Haarlem erkennen schuldig te zijn aan Anna Pietersdochter weduwe mr Vranck de Jonge een jaarlijkse losrente van 12 Kar gld 10 st, losbaar met 200 Kar gld. Afgelost 1591-12-20
1452-03-31 | Velsen, Haarlem
G.A. Haarlem Inv 1651 Lade T/Arch Barbaragasthuis Haarlem
Jaartallenindex
Willem van Zaenden, schout in den ban van Velsen, oorkondt dat Jan Wybrantsz erkende verkocht te hebben aan Jan van Ruven ½ van een stucke lants dair OLVr gasthuys staende binnen Haerlem in St Jansstrate, die wederhelfte van den helen lande onderdeel of toebehoirt [St Barbaragasthuis Haarlem], belend zuid: Pieter Gerijtsz, noord: Danel uten Haghe, oost: Jan Symonsz ende Gherijt Willemsz kinderen, afterwaerts streckende an Velserlane. Door hem bezegeld anno 1452 des Vrydaghes na O.L.Vr dach Annunciacio. Zegel van Willem van Zaenden: een kruis [met barensteel ?]. Transfix dd 1488-07-08
Lameyten, van | 1663-05-11
Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 314, 315
Achternamenindex
leen van Vianen: no 699A) de helft van een ½ hoeve in Outena, Arnoud Jacobsz van Lumeyten of Lameyten, gehuwd met Maaike Hermansdochter Verweij, ook voor Cornelis Verweij Hermansz, Herman Verweij Jacobsz en Maria Jacobs Verweij, na dode van Judith Hubertsdochter Verweij, waarna overdracht aan het St Laurens en Barbaragasthuis te Utrecht
1558-05-31 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 138
Jaartallenindex
schout en schepenen tot Assendelft en schout en schepenen in den ban van Nyeuwerkerck oorkonden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haerlem, als Jan Willemsz, Jan van Suijeren, Dirick Heynricxz, Luijt Ghysbrechtsz en Jan Jansz Verwer ter eenre-, en Jan Franszoon, buyrman tot Assendelft ter ander zijde, bekennen met elkaar geruild te hebben: 1) het gasthuis ontvangt van Jan Fransz 2 maden lands ende es een vuyterdijck ghelegen tot Schalcwijck in den banne van Nyeuwerkerck voors, daer naeste lendens off zijn, oost: Schalckwijckerdijck, zuid: Heynrick van Wamel, west en noord: t Spaerne; 2) Jan Fransz ontvangt van het gasthuis een stucke lants gelegen in den banne van Assendelft, geheten die hoge maden, groot 3 morgen, daer naeste lenden of syn, noordoost: St Barbaragasthuis binnen Haerlem en Claes Diericsz tot Assendelf, zuidoost: Pieter vuyten Hage c.s, zuidwest: die Jonge ende oude Pieter Ghijzen met heur andere broeders en zusters, noordwest: Jan Duvesz, houtcoper tot Amsterdam
Jan Barentsz, schout tot Assendelf, jonge Gherrijt Jansz en Roeloff Symonsz, schepenen aldaaer; Jan Ruysch, schout, Jan Aerntsz en Cornelis Tatincxz, schepenen in den ban van Nyeuwerkerck
1567-12-31
folio 239v
Transportregister Haarlem
Aernt Jansz van Dordrecht, schepen deser stede, verkoopt Gerard van der Laen d'oude, een huis en erf aan de noordzijde van het kerkhof van de parochiekerk, aen d'een zide: Jacob Diricsz, an d'ander: Jan Jansz Kaarsschoon, achter streckende aen Sybrant van Berckenrode. Belast met 120 Kar gld hoofdsom tbv St Barbaragasthuis, den penning 16. Noch 3 Kar gld sjaars ter lossing met 50 gld die mr Anthonis, priester, of zijn erfgenamen daarop hebben. Noch 3 Kar gld sjaars, ter losse met 50 Kar gld, die Jan Verwer daarop heeft. Noch 50 Kar gld rentende 3 gld sjaars tbv Lanceloth Jacobsz. Noch 3 gld ter losse met 50 gld tbv de Getyden. Noch 60 Kar gld hoofdsom tbv Wigger van Paenderen. Koopsom 500 Kar gld
Beer, de | 1463-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 466v, 449v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Jan en Gysbert de Beer Rutgerszonen vermaken elkaar, indien zijn kinderloos sterven, de volgende leengoederen: 1) 1 ½ morgen veen after Zoesenge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezerveen then herden wert, belend noord: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen, 2) ⅓ deel van 5 morgen veen in Heserveen, strekkende van der meer te grafte weert, onderdeylt met Gysbert Heijnricsz, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; 1468-10-29: Jan de Beer Jacobsz maakt de helft van deze lenen tot lijftocht voor zijn vrouw Marie Aernt Willemsz, een rente van 5 gouden R gld per jaar en meer niet, sterft zij kinderloos dan komt de rente aan het St Barbaragasthuis te Utrecht
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell; 1468: Henric van Duven, Symon Jansz