12 resultaten
1507-04-08 |
Arch Abdij Leeuwenhorst Inv 454 regest 730
Jaartallenindex
Roelof bastaart van der Buchorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Adriaen Claesz Duijcker aan Leeuwenhorst verkoopt omtrent 1 morgen broekland
1440-10-08 |
Memoriale Rosa dl V no 391 p 270
Haarlem Algemeen
consent gegeven der vrouwe van Sandemire, heren Lodewycx de bastaart wyf van Holland, poorteresse van onser stede van Haerlem, dat zij overal in het graafschap mag wonen waar zij wil zonder haar poorterschap van Haarlem te verliezen. voor haar leven
1478-11-18 |
R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Arkel fol 4/Reg Maria Max. fol 2v
Jaartallenindex
Max. en Maria oorkonden dat jvr Kerstyne Henrick Claeszdochter met haar voogd Zweder die bastaart van Vianen heeft opgedragen tbv jvr Alyt Florisdochter van Kyfhoeck, 13 morgen land gelegen op Noordelose, streckende van den Noordelose totter lantscheydinge toe. Alijt wordt beleend en Gheryt van Poelgeest doet hulde als haar voogd
1540-04-20 |
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 59v
Jaartallenindex
Rutger van den Boetzelaer beleent Aert van Wyck met 5 morgen land in de ban van Wyck in de Zuethooven, belend west: Hessel van Gameren, noord: Jan die bastaart, oost en west: die gemeyne strate, en zijn huisvrouw Agatha van Gent heeft haar lijftocht hieraan. Vervolgens wordt hij met 4 morgen beleend op dezelfde plaats, belend west: Joest van Wyck en Willem Spyerinck, noord: die gemeyn strate, ook lijftocht voor zijn huisvrouw
1557-11-17 |
R.A.H. Coll Aanw 261 fol 50v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoe Jannitgen Boudewynsdochter, weduwe van Aert de bastaart van Wyngaarden, het Hof bericht heeft, dat met haar consent Pieter Jansz Kinderen, procureur, aangesteld was als curator over haar zoon Jacob van Wyngaarden. Dat deze dit curatorschap nu 3 jaar lang heeft uitgeoefend, docht dit niet wil continueren omdat hij het te druk heeft. Dat hij goede rekening en verantwoording gedaan heeft. Dat zij nu Willem Jorisz van der Mota, deurwaarder bij het Hof voorstelt als curator, die vervolgens door het Hof benoemd wordt
Egmond, van | 1479-02-01 - 1479-05-26
A.R.A. Graf Rekenkamer Rek Rentmeester land van Arkel no 2214 losse katern achterin
Achternamenindex
rekening van Loys van der Heijde, onlancx capiteyn ende rentmeester van Leyerdam mitten lande van der Lee ende dat daer aen cleeft als daer toe gecommitteert ende gestelt wesende by mijnen here van Ysselsteyn omme deselve stede ende slot te bewaren, mit een getal van ruijters tot behoefende in den name van mijnen here den hertoge.... Uitgegeven: Eerst van 25 diversche gesellen van oorloge op den voirs slote van Leyerdam: Clais de bastaart van Egmondt 2£. Jacob van Egmondt die bij ontbieden ende ter lieften van den voorn. capiteyn quam tot Leyerdamme mit 14 gesellen, maect 15 persoonen te samen, omme de voirs stede te hulpen bewaeren ... ende die aldaer lagen 9 dagen: 16£ 17sc 6d
Brederode, van | 1432-04-22
Van Mieris IV p 1002/Memoriale 1445-1453 Cas N p 113
Achternamenindex
gravin Jacoba geeft aan Margriet van Brederode vrouwe van Steyn de wildernis van de Vogelensang, zoals die tevoren aan die van Brederode toebehoorden, leen van Reynoud heer van Brederode en Vianen, en nu gekocht en gelost heeft. Op verzoek van haar man Willem van Brederode heer tot Steyn wordt aan Margriete vergund dat haar pachters de gevangen konijnen mogen verkopen, gedurende haar leven. De pachters moeten ieder jaar voor de gouverneur komen vertellen hoeveel konijnen zij gevangen hebben
Raad: Franck van Borsselen, gouverneur van Holland en Zeeland, Jan die bastaart van Bloys
1508-08-02 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 261-267, 206/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Heynrick die bastaart van Nyenrode klaagt aan de Staten van Utrecht over het uitvoeren van zijn paarden door de Gelderschen "die een reysie voor ende die ander reysse na becomen hebben" en hem voor vijand houden, omdat de Bourgondischen zijn huis ingenomen hebben. Gedaen op het huis te Abcoude. Op 23 Aug d.a.v. klaagt Karel hertog van Gelre bij de Staten van Utrecht dat men hem over het uitvoeren van 8 of 10 paarden door de Gelderschen ten nadele van Henrick de bastaard van Nyenrode "zoo hard verdedingen will", daar aan hem huis, hof en goed door de Bourgondischen zijn ontnomen, en de Gelderschen dagelijks uit het huis van Nyenrode worden aangetast en beschadigd. Op 24 Aug. d.a.v. verzoekt Henrick aan de bisschop van Utrecht hem behulpzaam te zijn met het terugkrijgen van de hem ontnomen paarden. De bisschop verzoekt aan de Staten van Utrecht om hem daarbij behulpzaam te zijn. Op 22 Oct verzoekt Henrick aan de Staten te bewerken dat hij in het bezit van zijn huis worde hersteld. Hij bericht dat hij met veel moeite Floris van Ysselsteyn bewogen heeft, om deszelfs kapitein Heinrich Prijcs naar den Haag te zenden, ten einde betaling te erlangen voor hem en deszelfs knechten. Hij klaagt dat zijn huisvrouw op weg naar de stad Utrecht, door de Gelderschen van al haar goed is berooft, en verzoekt hulp en raad in deze, gedaen huis te Abcoude. De bisschop meldt dat hij aan bovenstaand verzoek gevolg heeft gegeven. Op 1 Nov. bericht Henrick van Nyenrode aan de Staten van Utrecht dat hij zijn huis heeft terug bekomen, en verzoekt te mogen weten hoe hij zich verder als een goed Stichtsch man moet gedragen
1498-06-08 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 42
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Willem van Mairle Medaertsz opdroeg al de goederen die zijn vader Medairt van Mairle bij zijn leven gekocht hadde: 1) ⅔ van eenre tiende in Schumenoorde, streckende van den Staden totten Tweeschilt toe. Sonder tyns en met 6 roeden dycx gelegen an die Lingen, dairt blockhuys plach te staan tussen den dyck des lants van Dalem ende Dirck Roelofsz. Met 2 paar zwanen te houden in de heerlijkheid van Dalem totter voors. tiende. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een stoop Rynwyn; 2) die tiende gelegen in Dalem, onderdeylt mit heren Willem van Yzendoorns erfgenamen, streckende van den Hogen wege totten Spycxen lande toe. Noch ¼ deel van de tienden in Dalem en ⅓ deel van de tiende in het oude lant van Dalem. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een paar witte handschoene. De opdracht geschiedt tbv Daniel van den Merweden als voogd en witachtige man van jvr Lysbethe van den Haire, synre huisvrouwe. Willem van Mairle verzoekt Daniel hiermede te willen belenen tot een onversterfelijk erfleen
Claes van der Merwede, bastaart, heer van Baartwijk, Claes Spierinck van Ailburch, Hendrik Anthuenisz van Outheusden, leenmannen
1479-06-28 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 95 IIv - 104v
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Holland Claas van der Merwede, bastaart, heere van Baarswijk, en toont een octrooi, dat hij geen wetachtige zonen heeft, maar wel dochters, waarvan de oudste zijn leengoederen zal erven, en dat hij daarom over deze goederen bij testament zal mogen disponeren, dd 1479-01-21. Claes maakt nu zijn uiterste wil en ordineert dat zijn drie dochters, als jvr Machteld, Lysbeth en Maria, daer moeder af geweest is jvr Margriete Willem Bogaertsdochter, zyn geechte huisvrouw sal. ged, na zijn dood al zijn goederen hebben, gebruiken en aanvaarden zullen in deze condities: 1) jvr Machtelt gehuwd met mr Cornelis de Jonge, Raad, ontvangen zullen de heerlijkheid van Baardwyk met dorp in het land van Heusden. En het aandeel in de tienden dat Claes aldaar heeft, die hij in leen heeft van de abt van St Truyen. Benevens alle onroerende goederen die Claes in Baardwijk heeft, mitsgaders die huysinge mitten schuren en timmeringe met toebehoren. Zij zal legaten uit betalen en de kosten van zijn begrafenis. 2) jvr Lysbeth en Maria zullen na zijn dood ontvangen vier hoeven moers, mitten gronde, gelegen in Zuid Holland, gelegen boven den ambocht van Zuydwinde in die parochie van Capelle, zoals Claas die van de grafelijkheid van Holland in leen houdt. Al zijn andere goederen zullen zijn 3 dochters delen. Met bepalingen over de vererving. Vervolgens hebben jvr Machteld met haar man mr Cornelis, en haar zuster jvr Lysbeth met haar gecoren voogd Daniel v.d. Merwede, deze making geconfirmeerd. Daar jvr Marie nog onmondig is, zal zij als zij mondig geworden is, voor schepenen van Heusden afstand moeten doen van alle erfenis haar van haar vader aangekomen binnen den bedrijve van Baardwyk, en voor het Hof van Holland de making van haar vader moeten confirmeren. Zij zal niet meer hebben dan ¼ in de vier hoeven moers, vermeld sub 2 (vgl 1479-01-21)
bij here Philips van Wassenaer, ridder, Gerrit here tot Assendelft, Tielman Oom van Wyngaarden, Raadsluden; get. van Swieten