10 resultaten

1445-05-28 |

Cartul St Jan Haarlem no 475
Jaartallenindex

Dirc van Assendelf doen condt allen luyden dat mij belieft ende van wairden houde dat Geryt van Nyendamme ende Dirc bastaerden tot Assendelf, mijn neven, ontfangen ende na hem trecken van heere Geryt van Schoten, commandeur van St Jan te Haerlem, alsulcke brieven van testamente, bespreeck ende instrumenten als heren Baertoud heere tot Assendelf, ridder, minen broeder zal. ged. sinen twee bastaerden voorn. gemaect ende besproken heeft, ende onder den commelduyer als een testamentoer mijns broeders gheleit sijn etc

1440-10-15 |

Cartul St Jan Haarlem no 473
Jaartallenindex

Dirc van Assendelf doe kondt allen luyden dattet mij te wille ende te dancke is dat die commelduer van St Janscloester tot Hairlem overgeeft ende levert in handen des prioers, Claes van Assendelft ende Geryt van Nyendams alsulken brief als ic onder hem ghearresteert hadde ende mynen broeder saligher ghedachten besproken heeft sijn twe bastaerden, ende scelde die commelduer ende alle dieghene die dese quitancie behoeven dair of quyt

1445-05-29 |

Cartul St Jan Haarlem no 474
Jaartallenindex

Gheryt van Nyendamme ende Dirc, bastaerden tot Assendelf, gebroederen, oorkonden ontvangen te hebben van heer Gheryt van Schoten, commandeur van St Jan te Hairlem, als een testamentoer heeren Bartouts heere tot Assendelf, ons vaders zal. ghedachten, ende van hem onder den commanduer voirs. gheleyt waren, alle alsulke brieven van testament ende bespreck ende instrumenten als ons heer Bortout voorg. onsen vader ghemaict ende besproken hadde, ende dair tot onser behoef gheleit. Daar zij zelf geen zegels hebben op deze tijd, verzoeken zij Wouter Spierinc voor hen te zegelen (opgedrukt zegel)

tughe: Dirc Ghysenz ende Geryt Maertijnsz

1463-11-13 |

Ms Opstraeten III fol 1288/Gaasbeekse lenen II fol 40
Jaartallenindex

Hyndersteyn. David etc oorkondt dat Jan die bastert van Gaesbeeck hem opdroeg een steenhuijs geheten Hyndersteyn metter hofstede daer t op staet, met allen synen toebehoren, gelegen in Nederlangbroeck, ende met 8 morgen lants. Ook Jacob ende Sweeder bastaerden van Gaesbeeck doen afstand van hun rechten. Daerna is gecomen here Willem van Hyndersteyn, Ridder Duytscher oerdens toonende ons besegelde brieven, daer hij ende syn overste, de lantcommandeur der Balye van Utrecht, gemachtigt was dese goeden ende landen te vercopen etc met synen mombers hant Jan van Suylen van Amerongen. Ende heer Willem voors. ginck des ut ende verteech daeraff. Vervolgens wordt Beernt Grauwert met dit leen beleend ten Zutphensen rechte, te verheergewaden met 1£ goets gelts

present: Roeloff van Bevervoerde, Raedt ende hoefmeester, Gerrit van Suijlen van Blieckenborch, deurweerder, Ernst van Meerten, schout tot Wyck; present: Roeloff van Bevervoerde, Aernt van Yselsteijn, Ernst van Meerten

Poort, van de | 1523-09-30 - 1524-09-30

Rek Rentmeester Land van Arkel no 3840 fol 2v
Achternamenindex

"ander ontfanck van bastaerde en onbeheerde goeden: van de erfgenamen van Adriane van der Port die zijn mitten drossaet overcomen van een half camer, gelegen in die Haerstraet besyden Jacop Quekels erff toebehorende Adriane van der Port selige die bastaert was ende die ander helft is comen aen die erfgenamen van haers moeders wegen, zoe die moeder nae den stadtrecht hier gheen bastaerden en winnen, zoe heeft die drossaert bij tusschenspreken van (...) die erfgenamen die half camer laeten coopen boven haer schulden die sij schuldig was alst blijct bij certificatie omme 13£ 4sc"

1463-01-27 (1462) |

R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Kennemerland fol 18v/Reg Et Finis fol 10
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat onse wail geminde Jan van den Coulster hem te kennen gegeven heeft dat hij als erfgenaam van wijlen zijn vader Willem van den Coulster, van ons tot een onversterfelijk erfleen houdende is een wintmolen staende in onser ambachtsheerlijkheid van Oesdem, met allen hoeren rechten, heerlycheden ende toebehoeren, als wint, grient ende bedwongen maelrye opten ondersaten ende den inwonende aldaer van den doerpen van Heyloe ende Oesdem voirs. op die broeke ende boete van 10£ te verbueren. En dat hem de voors wintmolen seere lastelyck is die te houden staende in refexien, ende dat hum dat jaerlycx komt tot grooten oncosten. Biddende daeromme ootmoedelyck dat wij bij onser gracien soe hij van den bloe van Hollandt van bastaerden gecoomen is, hum willen gonnen ende geven den rechten eyghendom van der voorsz. wintmolen, hetgeen de hertog doet

1469-09-10 | Lisse

R.A.H. 467 fol 10/Leenregister Brederode
Jaartallenindex

Reynalt heere tot Brederode etc oorkondt: alsoo Johan van Noortwyk Gijsbertse 5 mergen lands van ons tot een hofleen te leen houdt, geheten Arent Kallenweer, gelegen in Lisserbroeck, ende heeft belegen west: die Broeckwegh van Lisse, oost: Johan voors. selve, noord: Johan Symonsz ende Floris Boudijnsz, zuid: Dirck 's Papen kinderen, Lysabeth Willem Wiggersedochter en Jan van Tetrode. Om gunst wille wordt Johan er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen. Sterft hij zonder kinderen dan zal dit leen komen op zijn broeder Symon van Noortwyck of op diens oudste zoon. (Opschrift fiche: Ysbrandt van Sperwoude) (vgl 1473-01-16, 1469-11-10)

mannen: Reynoult ende Hendrik van Brederode bastaerden, Willem van der Goude

1469-11-10 |

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 77v/Leenregister Brederode oude register fol 41v
Jaartallenindex

Reynolt heer tot Brederode oorkondt alsoe Jan van Noirtwijck Ghijsbertsz 5 morgen lants van ons tot een hofleen hout, geheten Aernt Kallenweer ende gelegen sijn in Lisserbrouck, ende heeft belegen oost: Jan voirs. selve ende aen dat noirteijnde: Jan Symonsz ende Florijs Boudynsz, ende aen dat zuyteynde: Dirc Papenkinderen, Lijsabeth Willem Wiggerszoonsdoghter ende Jan van Tetrode. Om gunste ende liefte wille beleent hij Jan van Noirtwyck ermede tot een onversterfelijk erfleen. Sterft hij kinderloos dan te komen op zijn broeder Symon van Noirtwijck. Jan draagt dit leen op tbv Symon die er vervolgens mee wordt beleend anno 1473-01-16 (vgl 1469-09-10, dezelfde akte)

mannen: Reynalt ende Heynrick van Brederode, bastaerden, Willem van der Goude

Does, van der | 1461-07-07

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 23, 23v/Leenregister Brederode fol 11v
Achternamenindex

Reynolt van Brederode beleent zijn neef Dirck van der Does "met die husinge ende woninge ter Does mitten hoff ende singel ende mit 20 mergen lands daertoe behoerende, streckende van den Ryndyck te velde wert", belend zuid: een lantkae, noord: de Doeswetering. Uit 5 morgen van de 20 haalt Dirck de renten van 10 £ tbv een kapelrie die Dirck stichten wil; 1468-05-06: zijn broer Foije, in denselven rechte als sijn brueder Dirc die te houden en te verheergewaden plach

mannen: Walraven, Reynolt ende Henrick van Brederode, bastaerden; 1468-05-06: her Walraven van Haeften, Reijner van Hemerten, mannen

hoofdtak

1415-12-26 |

R.A.H. Coll Aanw 72 fol 289v/Memoriale B.A. fol 192v
Haarlem Algemeen

hertog Willem oorkondt "want wi in voirtiden een seggen ende soen geseijt hebben tussen Symons mage van Saenden aen die een side, ende die hantdadige waren an Symons dode voirs mit horen borgen an die ander side, welc seggen en soen voirs. noch niet te vollen betaelt en is, overmits alrehande gescille datter in valt, dat onse seggen niet daerlike begrepen en heeft". De hertog regelt nu de betaling en bepaalt dat Symonsmagen die brieven die zij van de handdadigen zullen overleveren aan Claes van Ruven of aan de daders. Die overeede in de eerste zoen vastgesteld, moet gedaan worden door Floirs van Adrichem, sijn oudste zoon of Florys daarvoor als een voogd, Claes Symonsz die bastaerd [van Zaenden], Gheryt van Spernewoude, Dirc Symonsz die bastart [van Zaenden], Claes Zeelander, Willem van Zaenden, Jan Willem Dirc Claesz, Jan Willem Dirc Claesz, Florys van Adrichem sijn soon naest den outsten of Florys dairvoor als een voocht. Ende dese overeede sal men doen tot Haerlem in de Grote Kerck opten Palmendach, en dan sullen die hantdadige weder voetval doen als daer toe behoirt. En ist sake dat Claes en Dirc Symons bastaerden voirs. comen overeede doen geliken voors. is (ook per brief), so willen wij dat zij uter soen elx heffen ende bueren sullen 50£ en Willem Hagen Symonsbastertzoen 25£". Doen zij dit niet, dan zal het geld onder Claes van Ruven blijven berusten totdat zij het wel doen. "Item so onse eerste seggen inhout dat ⅓ deel zal gaen ter voirsoen, ⅓ deel ter maichsoen en ⅓ deel ter erfsoen, die te smaldelen bi 4 mannen uter maechscip ist dat sijs niet eens en sijn, so is onse verclaringe en na seggen, dat die voirsoen sal hebben Claes Zeelander mit een deel Sijmons mage die dair cost om gedaen hebben. Item die erfzoen sal hebben Florijs van Zaenden also sijn wijf Symonsdochter van Zaenden. Item die maechsoen sal men smaldelen ist dats die mage niet [eens ?] en worden bi Vranc van Zaenden, Dirc Wyntgensz, Jan van Spernewoude en bi Claes Zeelander. En hiermede seggen wij die partyen aen beiden siden goede vrienden etc"