bastaarddochter | bastaerddochter | bastaerdsdochter | bastaertsdochter | bastertdochter
11 resultaten
1467-04-28 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 154/Reg Charolais fol 71
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz beleent Herberen van Hoede met 10 morgen land in t Broeck, aen d'een zide: Mechtelt Dircks bastaertdochter van Hoeckelem, ons broeders, aen d'ander zide: Foerkens zijdwen, streckende van den gerichte van Vueren tot den hooghen weghe toe in Dalem. Leen van Heukelom volgens zijn leenbrief dd 1454-03-17
1440-01-07 (1439) |
R.A.H. no 97 fol 151v/Lenen Margaretha van Bourgondië fol 75v
Jaartallenindex
Margaretha van Bourgondië oorkondt dat Florys van der Boechorst Willemsoen, wijlneer onse dienre, daer Godt die ziel aff hebben, Willem synen bastaertzoen, ende synre bastaertdochter elck wat lant gemaeckt heef die een ten anderen te erven, ende na hoirre beyder doot weder te coomen op synen rechten erve, zoo consenteert zij daarin
1527-11-10 |
Ms Opstraeten van der Molen III fol 851, fol 924 (met volledige datum)
Haarlem Algemeen
testament van Gerrit van Berckenrode. Aan Anna sijn bastaertdochter, daer moeder off is Rissent Hugendochter, vermaakt hij 32 Rijns gld sjaers losrenten, ter lossing den penning 18, op de stad Haerlem. Sterft zij kinderloos dan komt deze rente aan zijn erfgenamen terug. Aan Anthonis sijn bastaertzoon, daer moeder of is Janneken, vermaakt hij 3£ losrenten sjaers op de stad Haerlem en bovendien nog 200 R gld om daarmede terstond na Gerrits dood een lijfrente te kopen. Verder vermaakt hij aan Kathryn sijn bastaertdochter daer moeder of is Celye Roelofsdochter 250 R gld om een lijfrente te kopen
presentibus dominis Petro filio Jacobi, Henrico filio Adriani, presbyteris, Lambertus filius Jacobi, clericus notarius etc
Riedewaert Entetz | 1356-1357
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Riedewaert Entetsz: van besterfte in Scagen van sire bastaertdochter ende hoir suster die men seide dat dienst wesen soude 24 £ (804 fol 13); 1357-1358: de biertollen en vlastienden in Scagercogge 10 £, Gerbrand Riedewers swager: van besterfte in Scagen van zijn broeders doet 24£ (805 fol 13v, 14v)
1460~ |
R.A.H. 465 fol 100/Leenregister Brederode ingestoken papier tussen fol 51 en 52
Jaartallenindex
item dese ½ hoeff en heeft heer Willem van Zweten joffrou Katrijn bastaertdochter van Montfoirt nyet muegen maecken of geven buten consente van den heer van Brederode als leenheer, ende buten consent van den heere van Montfoirt als rechte erfgenaem van den voirs. heer Willem van Zweten. Item al was het dat haar dit goed door beide genoemde personen toegestaan was, dan zou dit toch op conditie zijn dat het bij haar kinderloos overlijden zou terugkomen aan den heer van Montfoort. Item synt der doot van Heer Willem van Zweten, soe en heft dat den heer van Montfoirt niet versocht als rechte erve. Item sijnt der doot van Joffrouwe Katrijn en heft dat die rechten erve oock niet versocht, te weten den here van Montfoirt (zonder datum)
Boeije | 1430
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Hugo Boeije, zoon van Andries But, zijn bastaarddochter Machteld Hugo blijft heffer van de rente, Dordrecht: 26 Beyers gld per jaar op Haarlem 188 £ 1sc 4d (184 fol 15); 1440: (195 fol 58) jvr Machteld Huge Boye Andries Butszsdochter, ½ jaar rente 11 £ 19sc 9d 1mite; 1431: (fol 44) jvr Machtelt Hughe Boijen, 13£ 17sc 4d; 1434: (188 fol 18v) jvr Machtelt Huge Boeije Andrijs Butssoens bastaertdochter, bi handen Huge Boeye, so hi syn leven lang heffer daerof is, 15£ 12sc; 1435-1436: (fol 53) als 1434, 11£ 11sc 1d; 1442-1443: (fol 49v) Machteld Huge Boyen Andries Butssoen bastaerddochter, haar rente 26£
1431-10-19 |
G.A. Haarlem I no 1380/Frans Halsmuseum: Costeriana no 11/8 (Origineel)/Joh. Enschedé en Zonen 1862 11 no 8 p 30
Haarlem Algemeen
schepenen in Haarlem oorkonden dat voor hen kwam Jan de Grebber voor hem zelf en joncfrou Lisebet heren Jans bastaertdochter van Heemsteden, zijn wijf, verkopen aan coman Dirc Andriesz een stuk land dat gelegen is op t Vlielant, oost: Lottyn Gerritsz en Jacob Claes Aerntsz.z, west: Jan van Berkenrode, Meynaert Jacobsz weduwe, zuid: Aernt Florisz, Jan Florisz gebroeders en Allyn Gherytsz, streckende metten noordende an Velser lanc. Buren en lenden: Aernt Florisz, Jan Florisz, Allyn Gerritsz, Wouter Dircsz, Jan Hughenz en Dirc Ysbrantsz. In oorconde bezegelt met onsen zegelen, ende om die meerre zekerhede wille so heb ik Jan die Grebber die brief meebezegeld
Louwerijs Jansz (los zegel: klimmende leeuw met barensteel, daaroverheen een bastaardstreep, randschrift: Lourens, [niet zeker is of dit hoort bij het genoemde stuk]) en Dirc van Saenden, schepenen
1468-10-27 |
R.A.H. Coll Aanw 240 fol 1353/Mem Hof van Holland fol 374
Jaartallenindex
opten dach van huyden soe compareerde voir den Hove van Hollant Beatrys joncker Jans bastaertdochter van Hueckelem ende stelde ut hoeren vrijen moetwille in handen van Jan van Lezanen tot myns genadichs heren behoeff sulcke vier margen lants als sij leggende heeft in die Cromme Kamp in die Hofhoeve, ende dit voir LXXXII Rijnsgulden, t stuck tot XL groten gerekent, ende oick voir soe veel huijshuijers als die voirs. Jan van Lezanen bewijsen sal konnen dat Dirck van Hueckelem mynen voirs. genad. here schuldich is van dat dieselve Dirck zes jaren lang binnen mijns voirs. genadigen heren huijs tot Hueckelem gewoont soude hebben gehadt. Mit condicien dat indien de voirs. Beatrix die voirs. vier morgen lants niet en lost mitten voors. LXXXII R gld ende van den VI jaren huijshuyers voirs. tusschen dit ende Grote Vastenavont naest comende dat dan die voirs. vier mergen lants vrij gecomen ende verstaen sullen wesen an den voirs. Jan van Lesanen tot behoeff van mijn voirs. genad. here
presentibus: Alcmade, Ass[endelft], Halewijn, Mije en Wilde
1486-03-15 (1485) (1) | Haarlem, Schoten, Velsen, Castricum, Monikendam
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 335-338
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden huwelijkse voorwaarden tussen Jorden Gerbrant Claes Pelgromsz aen d'een sijde, Hase van Saenden Aelbrecht Bollendochter ende Lysbeth van Noortijck Aelberts Bollen weduwe derselver Hasen moeder, met Floris Bollen handt haers beijder bestorven voochts aen d'ander zijde. Jorden brengt ten huwelijk: 1) 4 stucken lants in de ban van Schoten, gebruict Erm van Sloten om 24 R gld sjaers, 2) een stuck lants gelegen bij t moordenaerssteechgen, bruict Jan Harken om 9 R gld sjaars, 3)een stuck erfhuer lants achter Pieter utten Haghe in de ban van Velsen, gelt jaerlics 6 Beyers gld, 4) 1 Eng nobel sjaers pacht op een stuk land in de ban van Castercum, 5) ½ weijtgen, gelt 17 st sjaers, gelegen in deselve ban, 6) 3£ Holl sjaers losrenten op Haerlem, 7) aen heerlyck goet ende hij te leen houdende is van de Graf. van Hollant, te Monickendam, 5 R gld sjaars, 8) een boomgaert met geboomte daerop, gelegen buiten de Cruijspoort [te Haarlem], 9) een huis en erve dat hij nu bewoont in de Voorstraet [= Veerstraat ?] met huisraet, inboedel, 10) 400 lewen tot 30st t stuk aen gelde. Ut welcke Jordens goeden jaerlijx gaen ende sijn broeders bastaertdochter heeft 2½ R gld, te lossen met 50 R gld [Jutte de bastaard van Jordens Gerbrants broeder, genaamd Pelgrum Gerbrants van Waterlant, marginale aantekening]
Dirck Spijcker (zegel: keper waerop 3 rosen) en Adriaen van der Voorde (seven meerlen aldus ter syden een cruys en 4 sterren met 6 tacken), schepenen
1427-07-28 |
G.A. Haarlem N 184 fol 85/Cartul Leprooshuis/Origineel: I no 1525a Lade R
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat zij zich begeven hebben naar Claes Jacop Ysbrantsz.z, ziek op een stoel zittende, en dat deze gelied: "want hij ghepruijft ende bevonden is als dat hij besmet ende besijecht is van Lazarien, soe dat hij daerom buyten der ghemeenscap der gesonder menschen uyter stede van Haerlem bij den anderen Lazariser ziecken wesen, wonen ende bliven moet". Hij scheldt daarom kwijt aan de Lazarusziekenmeesters tbv de Lazaruszieken wonende buiten de Cruyspoort binnen de vrijheid van Haerlem, ½ van een stucke lants dat in voirtijden plach toe te behoeren Dieuwer Screvels, gelegen in den ban van Heemstede in Roesenprieel mit Jan Claes Sniederszoon die wederhelft daerof toebehoirt. Onder voorwaarde dat de ziekenmeesters hem en Gheertruyd, zijn bastaertdochter "om heem te meer ghemacx te hebben ende toe doen" in het ziekenhuis op te zullen nemen en onderhouden. Na zijn dood zullen zij uit zijn goederen mogen nemen ½ camp lants daar Louwerijs Jansz die wederhelft of toebehoort, gelegen binnen de vrijheid van Haerlem buyten Spaerwouder poerte en daarvan de bruickweer hebben van 2 nobelen sjaars zoolang Geertruid voorn. in het ziekenhuis woonachtig blijft. Gaat zij er echter uit dan vervallen die 2 nobels aan haar. Blijft Geertruid tot haar dood in het ziekenhuis, dan zullen zij na haar dood 1 nobel van deze 2 nobel sjaars eeuwig behouden, en zal de andere nobel komen aan Claes Jacobsz erfnamen. Sterft Claes binnen sjaars na datum des briefs, dan behouden zij de bruikwaar van de 2 nobel zoolang Geertruid in het ziekenhuis blijft, doch bekomen daarvan, ook niet naar haar dood, nimmer den eigendom (in het Cartularium staat: 1527, doch het origineel zegt: 1427)
Doeve van Riedwijc (zegel: een keper rechtsboven 6 puntige ster), Jan Claesz van Dam, schepenen