Bedoelde u soms?
becommen | becommeren | betimmert | betymmert | blommert

10 resultaten

Oostrum, van | 1473-1474

Thesauriersrekening Haarlem 221 fol 58v, 222 fol 40
Achternamenindex

Alfertsdochter van Oostrum, becommert te Utrecht Pieter Gerritsz van Aventuren, uit Haarlem, voor een niet betaalde lifjrente die zij op Haarlem heeft; 1474-1475: betaald aan jvr Agniese en Jan, Alfertsdochers van Oostrum te Utrecht 7 £ 14sc van lijfrenten

1434-10-12 |

Coll Aanw 204 fol 522, 537v/Mem Rosa II fol 189, 193v
Jaartallenindex

op huiden syn utgeset alsulke geschille ende gebreck als staen tussen Gerrit Jansz, voorspraak tot Delft en Doedyn Dircsz vanaf huyden tot over 3 weken; 1434-11-07: Also Geryt Jansz die voorspraak van Delft, mit rechte becommert hadde binnen de stad Delft een man uit Maasland, geheten Doede Dircsz om schulden die hij hem eyschte, daer die voors. Doede voor schout en schepenen van Delft by vierschaar sittende syn onscult voer voet te doen, na den rechte van der stede van Delft. Gerrit wilde dit niet toestaan kon (!), daar Doede met craft en gewelt land bezat en zich beriep op de gemaakte zoen. De Raad verbood daarop aan Delft om zelf in deze zaak recht te doen. Over de eigendom van het land in kwestie zal het gerecht van de plaats waar het land ligt uitspraak moeten doen. Volgt nog een stuk hierover op fol 540

1376-06-06 |

Cartul St Jan Haarlem no 796
Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat broeder Jan van der Heyden met zijn momber Willaem Weent, dinghede als commandeur van St Jan te Haerlem, op mr Jan den glasemaker, dat deze laatste aan genoemd huis schuldig is 30 £ Holl "daer hem zijne claghe of wyst wert ghewonnen op hem ende op die 14½£ die hij zeide dat hij onder Pieter Willaemsz becommert heeft om dat mr Jan tot zijnre weer nijet en quam noch nyemant van zynre weghen, ende wert ghewijst te betalen binnen den 3e daghe wast hem te weten ghedaen als recht is, hij en mochtet weren met rechte"

Symon van Zaenden, Symon van der Scure en Symon van Ghervliet, schepenen

1452-05-13 |

Genealogie van der Does Voorburg fol 63/Familiearchief Bredius/Leenregister Wassenaar B fol 94
Jaartallenindex

Johan here van Wassenaer doen cont te weten mit desen onsen brieffve, want Bartholomeus van der Does onse neve alsoe t'achteren, belast ende becommert is, dat hij syne medegave in huwelycker voorwairde mit Juffr. Iden sijne gechte wive van Jan van Muylwijck haren vader gegeven ende bewijst tot 00 (?) Bourg. scilden, vervreemt ende vercoft heeft om hemselve mede te behelpen uijt synen lasten ende sculden te coomen. Soo heeft deselve onse neve voirs. joncr. Yde, sijn wijve, ende haere erfgenamen verseeckert ende bewijst 50 der schilden sjaers op alle sijne leengoeden die hij nu van ons houdende is gelegen te Zwindrecht, te betalen alle jaer op St Jansmisse middezomer en dat Bartholomeus confirmatie hiervan verzocht heeft. Hebben daeromme onse neve voors. te helpen, naevolgende t verbant van sijnre huwelycxe voirwaerden sijne wijve haer erfgenamen, indien daer geen en waren Jan van Muylwyck, Cornelie sijnen wijve ofte den langstlevenden van hen beiden deze 50 schilden op Bartholomeus leengoed in Zwijndrecht geconfirmeerd. In margine staat: van dese 50 schilden heeft Philips van der Does gelost 25 scilden van Geryt mr Jan Bomenzoon, blykens brief dd 1490-01-02

1368-11-23 |

R.A.H. 44 fol 193/Reg Albrecht IV fol 116v
Haarlem Algemeen

dit is die maniere alse mijn heer hertogh Aelbrecht soude meynen dat die stede jof poirten van Hairlem soude vereffenen moghen op desen tijt van den eijsche die de vrouwe van Waterlant eyscht binnen der stede van Haerlem alse van den hopgelde, dat die stede aengenomen heeft. O.a. Voirt van dat die heer van Wesemale ende sijnre ghunres die om dese saken jof om eneghen dair ut rorende, belast, becommert of wedersien sijn van der stede jof Poorters van Hairlem, loesende quite wesen sullen ende al versoent, ende die stede ende poerters sellen weder vrij wesen sonder alle veede of aentale van den heer van Wesemale ende sijne ghunres etc

1424-11-13 |

Kroniek Hist Gen Utrecht jg 185 p 266-280/Thesauriersrek Leiden 1424-11-12 - 1425-11-11
Jaartallenindex

togen Pieter Ryswijc, Claes Claesz, Symon Jude, en Willem Philipsz naar den Haghe, daar mijn genad. Here naar Zeeland reizen wilde om een ruwaard aan te stellen. Op 24 Nov. toogh op die Goudesluyse Jacob Ysbrantsz, Heinric Hermansz, Jan van Reijnsburch en Gherit Louwens daar de steden Haarlem, Gouda en Oudewater overlast hadden van water. Op 5 Dec. toghen in den Haghe Pieter Ryswijc, Jan Herman, Ysbrant van der Laen, bi ombieden heer Willems van Egmond als ruwaert van onze etc. Op 9 Dec toghen Pieter Ryswijc, Jacob Herman, Willem Philipsz. Daar het water zeer hooch was so voeren op den Ryndyc Claes Claesz mitten ambachtsbewaarders om de Ryndyc te besorgen. Op 18 Dec. toghen in den Hage Claes Claesz, Ysbrant van der Laen, Mees Ymenz en Claes Betgen op een gemeenre dagvaart. Op 21 Dec. worden in den Hage ontboden Jacob Ysbrantsz van der Laen en Claes Claesz roerende van den gelde van den grave van Verreberch. Op 26 Dec. toghen in den Hage Pieter Ryswijc, Claes Claesz, Symon Jude, Willem Philipsz om overmits dat Willem die bastaert, Bertelmees Harnich [te lezen: Harinck ?] onsen poorter goed becommert hadde om hem te verantwoorden doch mijn heer van Beyeren was ziek

Does, van der | 1469-09-23

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex

Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden

mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve

hoofdtak

1458-1459 (3) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 208
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 21) op 1459-04-28 reisden Jacob Gherytsz van Hillegom, thesaurier, Joost Danielsz van der stede wege, en Jan van Schoten op zyn zelfs cost in Brabant over de lyfrenten, 40£ 8sc; (fol 21) op 29 Mrt reisde Jan van Huessen tot myn vrouwe van Noordelois tot Heemskerc om van der stede wegen te eysschen zekere bossen der stede toebehorende, verteert mit wijn en carrehuer 13sc 4d; (fol 22) Jan van Rietvelt, houtvester; (fol 22v) van Jan van Aemstels gelden te betalen; (fol 23) Loeff Pellegrimsz gezent an myn jonchere van Gaesbeke mit enen besloten brieve, was ut 4 dagen 32sc; (fol 23v) op 8 Aug. Loeff Pellegrimsz naar Amsterdam, op 9 Aug. gesent Hubert tot Geervliet mit enen brief an Ysbrant uten Hage, roerende van de poirteren die te Dordrecht becommert waren, op 15 Aug. Loef met een brief naar Alcmaer; (fol 24) op 16 Sept. Huyge Cock naar Akersloot, op 1 Oct. Hubert naar de schout en buren in die Lyer mit enen brief van dat zij geen recht doen en zouden op Jan van Berkenrode noch op zijn goeden aldaar; (fol 24v) op 8 Sept Claes Persijn naar de gemene stapelsteden, op 8 Oct. Hubert naar Antwerpen naar Jan van Put de wisselaer; (fol 25) 17 Dec. Claes Persyn naar Amsterdam etc; (fol 25v) Jan Trant, myns genad. heren Bode; (fol 26) Gheryt Pekelharinck by zyn toedoen toeft Hubert te Utrecht, daer hy en zyn borgen op die tijt ontslagen worden; (fol 27) Claes Persyn en Hubert der stede messagiers, elc voor hun Kersavond 10st, 26sc 8d, Walich des scouten clerc 13sc 4d, Claes Willemsz die der stede huijs bewaert 10sc, den schouten knechten om te verdrinken tesamen 2£

1447-1448 (2) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 200
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 8v) op 18 Jan. van Gheryt Braeuwe van sijn pontgelde ontfaen gelijc hi metter stede daerof gedadinct heeft, 25 £ 6sc 8d. Item op 16 Mrt van Willem van Assendelf ontfaen van pontgelt van sijns wijfs goeden so hi die uut der stede getogen heeft, gelyc hi metter stede daerof gedadinct heeft, 22£ 16sc; (fol 68) Claes van Yperen betaalt namens de stad aan den Coninck van Denemarken 837£ 12sc; (fol 76) op 21 Oct. Everardus (secretarius) naar den Haghe gesent naar de Raad om Gherijts weduwe van Spernewoude, onse poirteresse, te verantwoorden jegens die van Zassenem; (fol 76v) op 21 Oct. Everardus met een knecht naar den Hage gesent om Luijtgen Claesz lant te verantwoorden dat Jacob Jansz hun met recht afgewonnen had ende jeghens den schout van Woerden also hij t gepant hadde voir zijn boeten. Dit land was door de schout voirs. aangesproken als een Haarlems eigendom tbv Jacob Jan Willemsz die een lijfrente op Haarlem had (fol 77, 78); (fol 77v) Hughe Jansz, vroedschap, (fol 78) Claes van Ruven, vroetschap, (fol 78v) Jan Willemsz, burgemeester, Jan van Adrichem, vroetschap, (fol 79) Claes van Yperen, vroetschap, Pieter Jordensz burgemeester; (fol 80) op 14 Febr. voeren Pieter Jordensz als burgmr en Gheryt van Huessen en Willem van Assendelf v.d. stede weghen van H'lem tot Aemstelredamme om Bartout van Assendelft, onsen poirter, also hi van Jan van Aemstel sinen zwager aldaer becommert was roerende van sinen hilixen voorwaerden, voir cost en veerschat 2£ 10sc 8d. Also Jans kinderen v.d. Burch verdaecht waren voir die Schive in den Haghe jegens Adriaen Nachtegael, so wort Jan Hert (schepen) op 26 Maart van der stede weghen geschickt mit Gheryt v.d. Burch in den Haghe te trecken, om him ende sijn broeders ende zusteren van der stede wegen aldaer te verantwoerden, 3£ 16sc; (fol 80v) Claes Jansz van Hillegom, burgemr; (fol 81v) Hubert de bode, op 11 Oct. wordt Claes Aerntsz der stede knecht gesent an Otte van Egmonde om een hantvesten te halen roerende tusschen die van Castrickom ende die van Uutgheest, was ut 1 dach, 8sc; (fol 82) Jacob van Barry (bode) met brieven naar Dordrecht; (fol 83v) Pieter Grebber, der stede messagier; (fol 84) idem op 16 Dec. met brieven naar A'dam roerende van Bartout van Assendelft, onsen poirter, die aldair in heftenisse gebrocht was van Jan van Aemstel, sinen zwager, ende was ut 2 dagen, 16£

1448-1449 (2) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 201
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 82) Gerrit van Noertich bleef als zesse van t jaer '42 der stede schuldig 10 £, Pieter Gerritsz van Bennebroec als zesse van t jaer '42, 7 £ 12sc; (fol 93) Jan Huijsheersz, burgemr en Gheryt Adamsz doen betalingen; (fol 94) Claes Jansz van Hillegom, Wisse Pietersz, Claes die Vryese en Bertelmeus Godevaertsz, thesoriers van 1447-10-01 - 1448-05-02, ontvangen alsnog 234£ 17sc 6d; (fol 114v) op 9 Juni reisden Claes v. Yperen met een knecht Everardus [secretarius], Claes Florijsz ende des heren knecht van Yselsteyn van Hairlem in den Hage, op 15 Juni Pieter Jordensz en Claes Jansz van Hillegom als burgemeesters naar den Hage; (fol 115) op 26 Juni Claes Jansz v. Hillegom als burgemr, Jan van Adrichem als schepen, met Jan van Barrij als knecht naar de stadhouder; (fol 116) 1448-08-06 reizen Pieter Jordensz als burgemr en Claes van Yperen en Jacob van Neck naar den Haghe, 3 Sept wordt Thomas van Rietvelt door de burgemeesters naar den Hage gesent om Geertruid Dirc Claesz weduwe, onse poirteresse, voir den Rade te verantwoorden, 30 sc 8d; (fol 117) 12 Sept twee burgemrs, een schepen en Claes Gheryt als clerc naar Leiden, met de gedeputeerden van Delft om Jan van Zwietens kenninge te horen van der grafelichede lyfpensien; (fol 118) op 19 Nov. Pieter Jordensz als burgemr en Lottyn Gherijtsz der stede bode naar Ryswijc om van der stede wegen t beste recht te vervoegen op Claes van Warder; (fol 118v) twee burgemeesters naar den Hage op verzoek v.d. heer v. Egmonde, also Jan van Alcmade den heer v. Egmonde aldaer te recht getogen hadde an die Schyve voor den heren van den Rade, daer die heer v. Egmonde off meende also hi ende Jan van Alcmade beide poirteren waren tot Haerlem dat sij niet scoudich en waren aldaer te recht te staen maer totten recht der stede van Haerlem staen zouden; (fol 119) op 16 Dec. Pieter Jordensz als burgemr met Thamas van Hogendorp naar den Hage over de tollen te Geervliet en ter Goude, Pieter ontvangt 15st sdages en Thomas 10 st sdaags, 5£ 17sc 4d. Enigen van het gerecht naar de Raad in den Hage met Jan Claesz Raet om aldaer te verantwoerden van den drien taerningen lakens die Jan Claesz voirs. becommert hadde den burgeren van Hamburg toebehorende