Bedoelde u soms?
bedijckte | bedijkt | bedijkte | bedijkten

5 resultaten

Kyfhoek, van~ | 1341-05-03

R.A.H. Coll Aanw 45 fol 472v
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "wij om bede willen ons liefs oems Jan van Beaumont, hebben ofghelaten en quytgeschonden 3 schell Holl van den morgen van 160 morgen lands die Witte Heijnric Yenzoens kinderen hebben in Zwindrecht ende Witte hoer vader voers. bedijcte"

1507-01-04 (1506) (4) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Kennemerland fol 4v-10
Jaartallenindex

(vervolg) hierna volgend de goede van de voors. Willem van Soutelande Gillisz: 1) 85 £ 8 schell sjaers losrenten op Jan van Vliets goederen; 2) een woninge liggende tot Monster, geldende 42 £ sjaars, die nu ter tijt bruict Adriaen van Veen; 3) twee hofstede tot Voorburg, die jaarlijks gelden tesamen 85£, die nu ter tyt bruict Philips van Dam; 4) zijn aendeel van dat nieuwe bedijcte land in Texel. Item hierna volgende goeden van de voors. Jan van Zevender: 1) een visserij gelegen tussen Schoonhoven en den Berch, jaarlijks waard wesende 80 £; 2) een rente van 50£ sjaars; 3) een tiende geheten die Nesse, gelegen in den dorpe van heer Arentsberge. Het Hof condemneert de verkoopers hierin. Met het verzoek aan de leenheer dit alles te bevestigen.

mr Geryt v.d. Mye, mr Jacob Bouwensz, raadsuden van Holland

1601-05-01 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 123v
Jaartallenindex

schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Pieter Pietersz alias jonge Pieter erkent schuldig te zijn aan Balich Willemsdochter, weduwe van Barthoud Dircsz, wonende tot Amsterdam, ofte thoonder van dien, een jaarlijkse losrente van 50 Kar gld, losbaar met 800 gld, onderpand: 2 geersen weijtland in een stucke lant, groot in t geheel 8 geersen, genaemt Dirck Claesz Jacobs [?] weyde, liggende in onsen banne, zuid: de Cromme Sydt, oost: een stuk vroonland geheten Vugethoren [?], west: die Cleymeer. Noch ¼ part van een stuk land genaamd "die Kirnemede" in de ban van Coedijk, groot in het geheel 8 geersen, noord: Symon Symons weyde, zuid: de Cleymeer, oost: Jan Claes Pouwels weijde. Pieter Gleijnisz en Pieter Pietersz oude Pieter, onse buurlieden, stellen zich borg voor jonge Pieter Pietersz. Pieter Gleijnisz stelt tot onderpand: 4 geersen land in t voors. stuk lants bij jonge Pieter hiervoren verbonden. Pieter Pietersz stelt tot onderpand een stuk weyland genaamd "de Butterhouck", groot 5 geersen, binnen onsen banne in de bedijcte maere, oost: Jan Cornelis Garbrants, west, zuidwest: de Rynstat (?) van de voors. mere. in margine; jonge Pieter Pietesz heeft de voors. brief afgekocht en deze is daarop geroyeert, 1611-05-18, get. Willem Ariansz, secretaris

Reyer Cornelisz, schout, Yff Dircksz en Wouter Aelbertsz, schepenen

1563-05-21 |

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 80
Jaartallenindex

Pieter Jansz, schout van Assendelft, oorkondt dat Maerten Jacobsz Seij, Maerten Maertensz, Claes Pieter Coenen en Engel Jan Coenen verklaren dat zij lange tijd een proces hebben gehad voor het Hof van Holland tegen de regeerders van de H. Geest te Haerlem, betreffende de grenzen van de Biescamp te Assendelft op ten Kaech. H.Geestmeesters beweerden dat de geheele camp hun toebehoorde, de tegenpartij dat 2 maden in de noordoosthoek van de Biescamp ende daermede in een partije van den anderen buyrlanden gesloot zijnde, hemluijden toebehoorde, ende dat het delleken of oude Rietvuer in de voors. campe gelegen, eertijts de scheijsloot geweest hadde. Partijen komen nu overeen dat de H. Geest de geheele Biescamp zal behouden, ende zoe breet ende lange vuijtgespreit als die nu ter tijt belent is zuidwest: de Volger of sluijssloot, noordoost: die bedijcte camp behorende het gasthuijs te Haerlem, zuidoost eynde: Nanne coeven mit jonghe Jan Dirck Claes Mijenencamp, noorwest: Jan Outgersz kaech. Alzoo dat voertaen het voors. delleken of Rietvuer gheen scheydinge geacht aff gehouden sal worden maer de landen an beyden zijden van tzelve delleken onder eenen naem een onverscheyden landt of aerde verstaen zal zijn (vgl 1445-08-23)

Louweres Melisz en Claes Jansz, schepenen

1515-03-01 (1514) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 64
Jaartallenindex

Karel beleent Karel van Praet here van Moerkercken, hem aangekomen bij dode van zijn moeder vrouwe Elisabeth van Loon, vrouwe van Moerkerken, lenen van Putten en Streijen: 1) de tienden van een block land in de parochie van Scobbe en Everocke, streckende metten enen ende tegen Jan Kokairtse over den zuijtwech tot den noortwech, met der oostzijde aen den Middelwech, west: op die oude watering, groot 52 morgen 2 hont. Daaraf die thiende bedraagt 4 ¾ morgen land, behoudelyk uit de voors. tienden de parochiekerk 1 R gld sjaars, tot een erfleen; 2) een block tienden in de ambacht van Scobbe en Everocke, ende is geheten dat Kerckblock, streckende met den enen egge van die oude wateringe westwaerts tot Botkijns wateringe toe, ten zuiden tot der Mase toe ende noordwaarts tot den Noortwech toe, voor Maes Pietersz, ende mit den anderen egge van Botkinswateringe westwaerts tot Jacob Pietersz lande, ende zuytwert ter Mase toe, ende noordwaerts ten Zuytwech toe. Ende is dat voorn. block groot tesamen 72 morgen land, tot een erfleen; 3) een gehele coirnthiende ende zaetthiende van 48 morgen 2 hont land, in het nieuwe bedijcte land dat men heet tsheren land van Moerkercke in den ambachte van Schobbe an die oestzijde: die grote kercke, west: de Westwech. Tot een onversterfelijk erfleen

heer Jan Ruychrock van de Werve, ridder, Jan die Bye, Jan van Bueren