16 resultaten
1456-06-23 |
R.A.H. 58 fol 301/Priv. Philippi fol 135v
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat Vroukin Reynersdochter, geboren uyt Wyeringen, hem te kennen gegeven heeft dat in voortyden an die noortsyde van onsen lande van Wyeringen, een dyck inbrak, waardoor veel land verloren ging en buitendyks bleef liggen, geheeten de Noordercooch, dat zij nu gaarne wilde bedyken. Gehoord het advies van Aelbrecht van Egmonde, schout van Wyeringen, vergunt hij haar nu deze Noordercooch te bedyken
Egmond, van | 1711-07-14
Bruinvis: Aanv Inv Arch p 69 no 101b
Achternamenindex
overeenkomst van Gerard van Egmond van der Nyenburch, heer van Petten, den Engh etc met regenten van het Burgerwees- en huisarmenhuis, waarbij dezen aan de eerste afstaan de hofstede Boekesteyn en landerijen in de door hem te bedyken Boekelermeer, tegen een jaarlijkse erfpacht van fl 140
1516-12-22 |
A.R.A. 490 no 174/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
heer Ghuy van Blaesvelt, ridder, in den name en als voocht van zijn huysvrouw, oudste dochter van wijlen heer Willem Ruychrock, impetrant in materie van naestinge, contra Joost Ruychrock, Anthonis van der Meer, Anthonis van Thienen, gedaagden, roerende zekere vercoping of uytgevinge bij heer Jan Ruychrock ende heer Willem Oom gedaen, van een vuytgors gelegen in Grisoort om te bedyken
1492-11-06 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten etc fol 2
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Louwerens Spernagel na dode van zijn moeder jvr Durff Poppe Heymanszdochter met ½ van ¼ deel van de hele heerlycheyt van Middelhernisse, in hoge, middel- en lage gerechten, met allen rechten prerogativen, thienden, chynsen, maelrije, vissery, vogelry, veeren. Met ½ van hetselve leste vierendeel van t vierde gemet Vroonland, dat in het uytgeven van t bedyken van de gorssen van de voors. Middelhernisse tot profyte van de uitgevers vrij gehouden is. Leen van Putten. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een nobel van 48 gr Vls
present: Pieter van der Goes, Lenaert Willemsz, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet
1460-07-11 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 849
Jaartallenindex
Elysabeth van Mattenesse, abdis te Rynsburg, geeft op verzoek van Jan van Poelgeest en de gebroeders Symon Florijs, Jan en Jacob van Noirde, aan Jan van Alcmade en Mathys Heynricsz vergunning tot het bedyken van 100 morgen land op Texell in Burchambacht, grenzend aan land van Jan van Poelgeest en genaamd de Noerdergrie. Welke 100 morgen de gebroeders van Noirde van de abdij in leen hebben. Na de bedijkiing zullen Jan van Alcmade en Mathys Heinricsz 9/10 van het land in eigendom ontvangen van de abdis, terwijl 1/10 ervan als erfleen blyft aan de gebroeders van Noirde (vgl 1477-03-31, 1477-05-19)
1533-08-23 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 10v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij heeft ontvangen de ootmoedige supplicatie van heer Jan Ruygrock van den Werve, ridder, inhoudende hoe dat hij nu ter tyt levende heeft twee zonen en 7 dochteren, ende daarbij vele schoone percelen van leene ende erfelijke goeden, zijn eigen goed heeft hij de naaste drie jaren wegens de inundatien moeten belasten, daar zijn leengoederen meestendeels tweemaal ingevloeid zijn, om die te bedyken. Na zijn overlijden zouden deze lenen komen op zijn oudste zoon "zodat zijn andere kinderen weinig behouden souden bij te leven". Hij wil daarom ten bate van deze kinderen enige los- en lijfrenten op deze leengoederen vestigen. Karel octroyeert hem nu om bij uiterste wil over al zijn goederen te beschikken (vgl 1536-04-06)
1506-11-04 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 6, 6v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij bij dode van Pieter Jansz van Ilpendam in leven sterfman van het Clooster v.d. Chartreusen in Savoye broeder Herman van der Sneeck, prior v.d. Chartreusen buiten Antwerpen, als sterfman voor de Chartreusen in Savoye, beleend heeft met ⅛ deel van de heerlycheit van der Middelharnassche in hoge, middel en laghe gerechten, niet daarvan uitgezonderd, met rechten, praerogatieven, tienden, erfchynsen, maleryen, visscheryen en vogelryen, mitsgaders ⅛ deel van t vierde gemet Vroonland dat t voors. clooster in t uitgeven van het bedyken van de voors. Middelhernisse vrij gehouden heeft. Leen van Putten, te verheergewaden met een nobel van 48 groten Vls. Hulde doet Gheryt van Ilpendamme des voors. Pieters zoon. Op 1518-11-24 soe heeft ons in de plaetse van Geryt van Ilpendamme, die minderbroeder geworden is, hulde gedaan Aert Joostez van Thienen
present: Dirk van Boneem, Tielman van Dullekum, Pieter Plumioen, Crispyn Jansz, cleene Jan Bruijn; 1518-11-24: Crispyn Jansz van Bushuysen, mr Cornelis Anthonisz, Cornelis Berthouts, Symon van der Goude, mij tegenwoordig: Vincent Cornelisz
1517-07-17 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 108
Jaartallenindex
Karel beleent Everaert Jan Evertsz na dode van zijn oom heer Boudyn Hart, ridder, met: 1) ¾ van de ambachtsheerlijkheid als maelrije, visscherije, vogelrye, veeren, gifte van kercken, costeryen, benefitien, bedyckt en onbedyckt, van Somerland ende Raemshille, gelegen in onsen lande van Voorne, leen van Voorne tot een onversterfelijk erfleen, 2) ¾ van alle de corentienden en smaltienden die in Somerlant en Raemshille vallen, bedyckt en onbedyct. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Behoudens onse heerlijkheid van Voorne, een erfpacht van 301£ van 40 gr. Vls sjaars op heel Somerlant ende Raemshille. Ende daertoe den erfpacht van 10 groten op elke gemete tienden van den voors. Somerlant en Raemshille, voor zover het nu bedyct is of bedyct zal worden. En dit na inhoud van de voors. brieven, daermede beide uitgegeven zijn geweest om te bedyken tot een coornlands. Daer Everaert onmondig is, doet zijn vader Jan Evertsz de eed
Jacob de Jonghe, here van baertwijk, auditeur van onse Rekeninge in den Hage, Cornelis Barthouts, leenmannen
1455-11-20 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 41v, 39v, 43/Reg Charolais fol 20v
Jaartallenindex
Jacob heer van Gaesbeek, Abcoude, Putten en Stryen oorkondt: dat Jan Meynfroijt, na dode van zijn oom mr Henrick ut den Hove, ons versocht heeft in leen te ontvangen 53 ½ morgen lants leggende in den polre die wylen die here van Moerkerken dede bedyken ende daerof dat die ambachtsheerlijkheid Vranke heer van Moerkerken en van der Merwede toebehoort. Welcke 53½ morgen lands wijlen mr Hendrick uyt den Hove van ons in leen ontfangen had en houdende is. Vervolgens wordt Jan Meynfroyt ermee beleend, te houden als leen van Putten, tot een goed onversterfelijk erfleen. Behoudelick alsulcke gifte en makinge van 25 morgen lants als wijlen mr Henrick uyt de 53½ morgen gemaakt heeft zijn bastaardzoon Heynen, welk gift en makinge wij met onse brieven geapprobeert en geconfirmeert hebben (vgl 1452-01-16); 1459-07-16: de heer van Charolais approbeert en confirmeert de geinsereerde brieven van belening op Jan Meynfroit en de gift aan Heynen. Op 1460-07-14 heeft Jan Meynfroyt de leeneed gedaan
onse mannen van leen: Willem Cuyser van Boschuysen, Beijen Doedynsz, Claes Goudtsz; 1459 present: mr Henrick van der Mye, Claes die Vryese, Gysbrecht van der Mije, leenmannen van Holland
1436-05-12 |
R.A.H. no 97 fol 80v-84v/Lenen Margaretha van Bourgondië fol 41v-42
Jaartallenindex
Margaretha van Bourgondië oorkondt dat er binnen eenre tyt van een deel jaren geleden an onsen lande van Texel buten 's dyks zeekere sliklanden en anworpen uten diepe van der zee angheworpen en ghecomen sijn, die welcke gaende int Barchambacht an Cleijersdijck ende Coghersdijck, ende voirt streckende metten noirtoisteynde an Bavenwall ende Wisschershoirn, ende die andere comende voir an die Spike, ende belandt sijn ende beleghen an dat westeynde mitten lande dat Willem Symonszoen bedycke ende is geheeten den Santenandell, an dat oisteynde den Suythaffalredyck ende Noirthaffalredyck, ende mede den Cuijst, midt sulke groote ende alsoe cleyn als die nu ter tyt is off hiernamaels werden mogen an die zuytsyde, ende alsoe voirt suytwaert op totten Marsdiep toe. Omdat dit land niets oplevert en van geen nut is, geeft zij het aan haar secretaris Daniel van Nyewail en Jan van Noorde tot eewigen dagen om die te doen bedyken tot een korenland, weiland of anderszins, binnen 16 jaar. Hertog Philips bevestigt dit 1436-08-12