1 resultaten

1434-01-23 (1433) (2) |

Coll Aanw 204 fol 370-376/Mem Rosa II fol 141
Jaartallenindex

(vervolg) 9) Aernt zal aan de kerk van Heusden betalen 36 cronen die noch gebraken an 60 cronen die buemen [?] aan Aernt geleend hadden, also Buemen voirs en zyn wijf dit geld aan de kerk van Heusden gegeven hadden; 10) van den gebreken die Heynric Polslauwer van Aernt eyscht zal Aernt hem 27 Wilh scilden betalen die Heynric eyschet van twee beersen. Vooraf zal men echter bezien de rekening die Aernt ten Hove gedaan heeft: Bevindt men dairin dat hij dat ghelt gerekent heeft, ontfangen van afterstallige beden van hertoge Willem, van Henrix vader, dan zal men Aernt ongemoeyt laten. Bevindt men dat Aernt niet gerekend heeft of Pieter van Drongelen in zyn naam, so sal Aernt aan Heynric weer dat geld uytreiken. Ende van de 82 cronen die Heynric van Aernt afgescat zijn, daeraf zal Heynric Aernt ongemoeyt laten; 11) van den lande dat Aernt die Coster en Jacob Rutgersz in hure hadden ende sy hebben laten liggen van den pacht, dat up deze tyt een deel besaijt is, dat sullen diegenen mogen gebruken die dat op dese tyt angevaert hebben, tegen betaling van de pacht aan Aernt's rentmeester; 12) van sulken gebreken als die here van Buren heeft an Aernt van Zevenbergen, dat zal Aernt moeten voldoen voorzover die here van Bueren bewijs kan leveren. Gegeven tot Leiden, des Vrydages na St Agnietendach anno 1433 na den lope v.d. Hove