1458-01-10 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 I fol 11, 12, 119 II fol 22/A.R.A. Origineel

Jaartallenindex

wy suster Burch Jansdochter, ministra en gemeen convent der besloten susteren t'Sinte Elisabeth binnen Scoenhoven op die Oude Haven, doen condt dat wij overmits testament ende uterste begheren ons eerbaren biechtvaders heren Pieter Gherijtsz overgheven den Reguliers St Michiels in den Hem buten Scoenhoven, de schepenbrief dd 1448-03-01 en die dd 1450-11-15

1496-09-25 | Schermer

G.A. Amsterdam Cartul Reg St Jan fol 160

Jaartallenindex

Yf Soijersz, scout van t suydeynde van Scermer, oorkondt dat Pieter Willem Hugesz verkocht heeft aan de Reg. van St Jan bij Amsterdam, ½ mat lants gheleghen in den ban voersz, dat belent hebben oost: die Regulieren voersz mit Borste Ven, west: Yef Soijers en Jacob Roenckesz. Daar Yf Soijersz geen zegel gebruikt "soe heb ic doer begheren van Pieter Willemsz voersz ghebeden Jan Willemsz van der Beets nu ter tyt scout in Graft"om voor hem te zegelen

1493-03-25 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 101

Jaartallenindex

schout en schepenen in Baern berichten aan schout en schepenen van Amsterdam dat Louwerens Pieter Gripenz "onse burgher is tot Baern ende alsoe langhe als hij eenloep (?) is sijn burgherscap te Baern niet verwoenen en mach, ende ghelt tijns ende tafelghelt gheliken ons ghemeen burghers doen, waarom wij seer vruntliken begheren op uwer liefden dat gij denselven Louwerens voers. ontslaen wilt [?] van der becommernissen roerende van lijfrenten der stat weghen van Amersfoirt, want hij daer gheen reden [?] en heeft toe te betalen meer dan enighe van onsen burghers te Baern en hebben te betalen, hierin doende in gheliken saken als wij altijt om uwer liefden wille doen willen

Jacob Jansz (zegel: een 6 puntige ster), schout, Aernt Dirksz (afgesleten, bovenaan links is nog een spitsruit zichtbaar, rechtsboven een vrijkwartier [?]), Roelof Louwen en Goert Ewenzoen, schepenen

1552-03-21 |

R.A.H. Coll Aanw 255 fol 454v-457v/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

request van Jasper Symonsz, ingeseten poorter van Haarlem, inhoudende dat hij om de cost te winnen voor zijn huisvrouw ende cleene kinderen, hem wel zoude begheren te generen met Duytse boucxkens ende andere van cleynen prijse geapprobeerd ende gepermitteerd zijnde te verkopen al duer onsen lande ende graefschap van Holland". Het Hof admitteert hem tot de verkoop "zoowel van boecken, refereynen, baladen, lijdekens, epistelen, pronosticatien, almanacken, beelden, schilderijen als andere gelycke dingen". Hij zal echter geen boeken mogen verkopen "geprint in onze landen van herwaerts over indien deze niet geprint zijn bij erkende printers". Hij wordt op 28 april beedigd. Eodem die wordt eenzelfde verzoek van Donys Hubertsz, ingezeten poorter van Haarlem, onder dezelfde voorwaarden toegestaan. Ook hij wordt op 28 april beedigd

Demerijne, van | 1422-04-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 507v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, prior en convent oorkonden "want Udelint van Demerijne, Alijt Dijsemaers ende Gheertruijd Disemaers, Jacobs kinderen, ons ende onsen godshuse kuermedige luden geweest hebben ende noch sijn. Ende sij eijn oerde ind religie approbeert van de stoel van Romen begheren aen te nemen of in een vergaderinge te gaen daer si onder gehoersaemheit onsen lieven Here God volcs melic (?) in reijnicheden dienen mogen"; zij worden te dien einde uit de kerumede ontslagen

1425-01-09 |

Kroniek Hist Gen Utrecht jg 185 p 266-280/Thesauriersrek Leiden 1424-11-12 - 1425-11-11

Jaartallenindex

toghen in den Haghe Jacob Ysbrantsz, Jan Heerman, Jacob Heerman bi onbieden van den Rade, daar mede waren van der vroescip Ysbrant van der Laen, Willem Bort, Dirc van Busch en Gheryt Emenz om te horen die begeerte van myn heer van Bourgondië. Op 27 Jan. worden in den Hage ontboden Pieter Ryswyc, Jan Heerman, Ysbrant van der Laen, Mees Ymenz, Dirc van Busch, Heyn Heermansz, Willem Bort en Gheryt Aerntsz om de hertog te ontvangen. Op 10 Febr. also onse genad. heer van Brabant geheelt was, bi begheren van hun togen mit him tot Haerlem Jacob Ysbrantsz van der Laen, Willem Stoep en Symon van der Laen. waren ut 3 dagen, 9£ 18sc. Op 19 Febr. togen in den Hage Claes Claesz, Mees Ymenz, Willem Stoep en Symon van der Laen op een gemene dagvaart. Op 28 Febr. worden Pieter Ryswyc en Heynric Paedze en Gherit Aerntsz door den ruwaard heer Willem van Egmond naar den Haghe ontboden roerende van der draperije van den Haghe. Na 24 Aug. so wordt Floris Paedzenz tot tween tiden ghescicht in den Hage mit Pieter van Leyden en Dirc van Oestgheest om den Rade te kennen te geven van onser Vrouwen comite van Holland te Schoonhoven. Op 10 Sept. toghen in den Haghe Jacob Ysbrantsz, Claes Horst mit brieven die te Leyden gecomen waren van onser Vrouwen van Holland. Doe mijn genad. heer van Bourg. gheheelt wordt tot Haerlem toogh mit him, bi begheren van him, Jacob Ysbrantsz, Jan Hugh van der Hant en Claes Horst mitten anderen steden van Holland. Op 24 Sept. 1425 quam Hairper van Foriest uten heer (voor Schoonhoven) te Leiden. Op 5 Sept. 1425 kwam Lyoen van Ghent te Leiden mit sonderlinge bodscippen van onsen genad. here van Bourgondie, him gegeven 2 can wijn

1415-02-12 |

Arch Abdij Egmond Inv no 930 regest 799

Haarlem Algemeen

Jan Gherytszone van Limmen, daer God die ziele of hebben moet, dat testament dat hi den Lazersschen luden buten Haerlem besproken heeft doe was dat sijn begheren da die moniken ende die heren ut den cloester van Egmonde dat voirscr. testament den Lazersschen voirnoemt betalen souden, ende dat namen si an, ende die heren hebben mitten zieker ludemeesters ofte bewaerres also overeen ghedraghen dat si hem liden dat se vol ende al betaelt hebben dese meesters of die hier namaels comen moghen. In oirconde bezeghelt metten zeghel van onsen Hove anno 1415, met het zegel: zwaard vergezeld van 4 sterren

1411-04-28 |

Nederl. Heraut jg 1885 p 223

Jaartallenindex

Jan van Zandwijc en Willem Heinricsz oorkonden dat heer Willem van Egmonde, ridder, Kerstant van den Berghe die op die tijd baljuw van Delflant en Schieland aensprac want hij ende syn pachtenaren van sinen moer gelegen aen den ambocht van Zevenhusen hem verwilcoert hadden aen sijn hant voir myns genadigs heeren Raet van Hollant, die t hoir begheren mede was voor hem te recht te comen ter Ouderscye voor die vierschaer op ten eersten Sonnendach na Meydach naistocmende, als van sulc recht als voor hem begonnen ende ghesproken was, ruerende van sulke pandingen als die pachtenaren van den voirs. moer van heren Jans wegen van Hodenpijl ende der jvr van Acoeijen ghepandt wairen, dair die pachtenaren pantweringe of gedaen hebben. Heer Willem noodigde de voirs. baljuw uit voor hem recht te doen, doch deze toonde een akte van 20 april 1411 van hertog Willem. Toen dit plackaert gelezen was, antwoerde die bailiu heer Willem, overmits dat hem alsulken brief ghecomen waer, so en dorste hi noch en woude dair gheen recht verder off doen. De beide oorkonders bevestigen dit alles. Dit ghesciede in den Hage in heren Gheryts herberge van Egmonde, ridder

Ackoy, van | 1411-04-20

Ned Heraut jg 2 p 223

Achternamenindex

Jan van Zandwijc en Willem Heinriscz oorkonden dat heer Willem van Egmonde, ridder, Kerstant van den Berghe, baljuw van Delftland en Schieland, "aen sprac, want hij ende syn pachtenaren van sinen moer ghelegen aen den ambocht van Zevenhusen hem verwilcoert hadden aen syn hant voir mijns ghenadichs heren Raet van Hollant, die t hoir begheren mede was voir hem te recht te comen ter Ouderscye voir die vierschair op den eersten Sonnendach na Meyedach naist comende van sulc recht als voir hem begonnen ende ghesproken was, roerende van sulke pandingen als die pachtenaren van desen voirs moer van heren Jans weghen van Hodenpijl ende der joncfrouwen van Acoeijen ghepandt wairen, dair die pachtenaren pandtweninge off ghedaen hebben"

1574-10-07 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 143/St Bavo Haarlem

Haarlem Algemeen

notaris Jacobus Wy Nicolai, clericus et presbyter Traject. pastor magni beginagii Harlemensis, instrumenteert het testament van de eerbare ende verstandige maecht Maritgen Engbertsdochter, sieck en cranck van den lichame, begaeft van God almachtich met de gave des pests, maar goed van verstand. Noch voor zij het laatste oliesel ontving, gaf zij een cedul over die haar uiterste wil bevatte. "Begheer ick dat die 6£ groet die myn seer lieve broeder van myn ende myn broeder mr Florys op losrenten heeft die penninck 18, dat hy dat gelt geeft die grote cerck om daer mede te laten maken een begin soe var als dat strecken mach tot dat Heilich Sacramentshuys of dat Heylich Crus voer dat coer of een lieve Vrou een beelt in die son middel in die kerk", behoudens haar seer lieve moeder, solang zij leeft 6£ gr alle jaar. Dit is myn utterste begheren ende wil, Marigin Engbertsdochter met haer eygen hant gescreven om reden merct genomen op myn seer lieve broeder mr Florys sal. ged. Tot Haerlem den 7e October 1574 ende was ondertekent door Claes Dirksz, priester, en Claes Claesz custos. Maritgen Engberts verzekert vervolgens dat dit haar uiterste wil was. Aldus ghedaen en gheset binnen Haerlem ten huyse van Maritgen voors, in presentie van heer Claes Dircksz, priester, capellaen des bagynhofs van Haerlem, Claes Claesz, coster desselfs bagynhof, die beiden de akte ondertekenen