24 resultaten

1472-02-10 | Velsen

R.A.H. 465 fol 76v/Leenregister Brederode fol 41
Jaartallenindex

Reynolt heer tot Brederode beleent Willem en Cornelis Gerrit Willemszoonszonen, elcx die recht helfte van een stuck landts mitten conijnen daertoe behoerende, gelegen in den banne van Velsen, achter aen hoir huys ende hofstede, ende belent is noord: mitten Kerckwech, zuid: Leverdaelsbeeck [Lieverdaalsbeek]. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer (vgl 1459-10-18)

1580-02-26

folio 16v
Transportregister Haarlem

Arijs Claesz, metselaer, verkoopt Pieter Jansz voerman een huis en erf in de Grote Houtstraat, aen d'een zide: Jan Willemsz wielmaker, aen d'ander zide: het erve aen desen huijse nu behoerende eermaels gecoft van Dirick Luytsz en Cornelis Willemsz Pottaige c.s, achter streckende aen de voors. Jan Willemsz. wielmaeker en Cornelis Pottaige. Belast met 27 sc 6 penn sjaars. Koopsom 450 Kar gld

1489-04

folio 185 CLXV 1486-1489
Transportregister Haarlem

Claes Gerytsz verkoopt Lambert Arijsz de molenaer ½ van de molen -werve en -huyse geheten de Spiegel op Sceepmakersdijk by de Sparenwouderpoort, west: Vechter Jacobsz en Claes Pietersz Otter, oost: Jacob Aerntsz, zuid: der stede Vest, noord: Jan Lambertsz (die zijn notweg heeft over de molenwerf). Ende de voors. Jacob Aerntsz de bruickwaer van de stege tussen zyn huijs en de molenwerf behoerende eijgenlick totter selver molen; 128 R gld

1469-02-22 (1468) |

R.A.H. 465 fol 117/Leenregister Brederode fol 59
Jaartallenindex

beleent Pieter Claes Colensoon dat ¼ deel van den tween huysen mitter erve daertoe behoerende, gelegen in der vrijheden van Monickedamme, ende belegen hebben zuid: Melys Hannenz, noord: Wendelmoet Claes Colen wijff mit hoeren kinderen. Ende noch ⅛ deel van den dijckcamp gelegen in Monikebroeck, ende belegen heft zuid: Willem Jansz, noord: Symon Burchmansz. Ende noch een half deymde lants in Catwoude, daer lenden af zijn oost: Jacob Jan Tymansz, west: Claes Mathijsz. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar capoenen en met een rode sperwer

1459-10-18 | Velsen

R.A.H. 465 fol 72v/Leenregister Brederode fol 39v
Jaartallenindex

Reynolt heer tot Brederode beleent Gerijt Willemsz met een stuck lants mitten konijnen daertoe behoerende, gelegen in den banne van Velsen, after aen Gerrit Willemssoens hofstede, ende belent is noord: mitten kerckwech, zuid: Leverdaelsbeecke [Lieverdaelsbeek]. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer. Na zijn dood te komen op zijn twee zoons Willem en Cornelis. Sterven deze zonder wettige geboorte, dan te komen op Adriaen van Dael, Gerrits natuerlicke soon. Sterft deze zonder nacomelingen dan weder te komen op Gerijts rechte leenvolger

mannen: Ghijsebert Pelgrimsz, Jan Willemsz

Does, van der | 1461-07-07

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 23, 23v/Leenregister Brederode fol 11v
Achternamenindex

Reynolt van Brederode beleent zijn neef Dirck van der Does "met die husinge ende woninge ter Does mitten hoff ende singel ende mit 20 mergen lands daertoe behoerende, streckende van den Ryndyck te velde wert", belend zuid: een lantkae, noord: de Doeswetering. Uit 5 morgen van de 20 haalt Dirck de renten van 10 £ tbv een kapelrie die Dirck stichten wil; 1468-05-06: zijn broer Foije, in denselven rechte als sijn brueder Dirc die te houden en te verheergewaden plach

mannen: Walraven, Reynolt ende Henrick van Brederode, bastaerden; 1468-05-06: her Walraven van Haeften, Reijner van Hemerten, mannen

hoofdtak

1496-03-02 (1495) |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 106/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

Jan Reyersz, schout in den banne van 't Hofambacht, oorkondt dat Claes Baertsz geliede vercoft te hebben aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haerlem ½ madt lants in 3 maden lands gemeen, zoe groot ende cleyn alst in de sluyse ende wateringe gelegen is, ende mit wege ende werck wair dairtoe behoerende, gelegen in den Hoerne in den banne van 't Hofambacht, ende belent hebben noordwest: Baert Woutersz erfnamen, zuidoost: Dirck Claesz, streckende van Katrijn Jan Maerts weduwe an dat Ye. Bezegeld door de schout, na den gemeenen scrijven

Jan Claes Baertsz en Jan Willemsz, schepenen

1449-05-23 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 7/Reg Principum fol 5v
Jaartallenindex

hertog Philips beleent joncfrou Airlant Willemsdochter van Saenden, Clais van Wedigen weedwij, met een hofstede ende woninghe mit der ambochtsheerlicheyt van der selver hofstede, ende mit den lande dairtoe behoerende, gelegen tot Schoten, streckende van den Vreedsloot [Breedsloot] tot in die Spairne. Item die groote corentiende te Groede, die smaltiende, die vlastiende, ende die uterdycstiende aldair terselver stede die haer aenbestorven sijn bij dode joncfrou Yden Jans van Saenden, hairs broeders dochter. Tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven. Hulde en manschap doet Jacob Penne haar gecoren voogd

1489-02-28 (1488) |

R.A.H. Coll Aanw 109 Caput N.H. fol 149v/Reg Max. Philips fol 45
Jaartallenindex

koning Max. en Philips oorkonden dat onse getrouwe Raed Jan van Rietvelt gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Johanna van Egmonde, alsulck een hofstede mitter huysinge daerop staende mitter heemwerff ende boomgaert daertoe behoerende mitten corten lande after der voors. woninge, liggende in die prochie van Hillegom met noch 3 acker lants leggende voor die voors. huysinge nedergaende uyt den Houte an des papen heemwerff. Item noch alsulcke duynen ende waranden gelegen in onser houtvesterye van Haerlemmerhout, bij den Velre [? Beke ?] van Hillegom, omtrent ½ mijle groot, beginnende ten Grietenburgge, oostwaart tot Diericken Boomkens huys toe, mit noch een stucke lants gelegen an Bindelmerbroeck, geheten Wedeghenoirt

1517-02-21 (1516) |

A.R.A. 490 no 230/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

Thyman van Waveren, impetrant, en de procureur generaal met hem gevoegd, contra Lodewyk van Treslonge, gedaichde mitsgaders heere Cornelis Crusinck, ridder, houtvester van Hollant, gevoechde voor zijn interest. Contenderende de voors. impetrant gespolieert te wesen bij den gedaichde van zekere connijnen behoerende in de duynen die voors. impetrant van Z.M. in pachte heeft, eysschende voir scade ende interesten 20£ gr tot zynen prouffyte, ende dat bij provisie gedaichde geinterdiceert soude wesen eenige netten te stecken buyten zijn eygen duynen. Houtvester eischt dat de zaak gerenvoyeert zal worden aan hem en zijn meesterknapen. Het Hof renvoyeert de zaak en partijen voir den voors houtvester en zijn meesterknapen, en condempneert impetrant in de costen