31 resultaten

1467-06-08 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 663/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam fol 20
Jaartallenindex

schepenen in Scellinchout oorkonden dat Gheryt van Beerhem ende heer Claes van Beerhem, ghebrueders, mit Grabrant Baertszoen ende Gheryt Jansz, hore beijder gherechte voechden, verkocht hebben aan suster Catrijn van Beerhem, hoir beijder zuster of hoeren convent der Regulierissen binnen Amsterdam geheten ter Lely, van hoeren weghen, 4 deymde lants in den ban van Scellinchout, waarvan lenden zijn Gheryt Jansz an die een zijde, ende Jacob Jansz an die ander zijde. De akte is in het Cartularium doorgehaald, in margine is erbij geschreven: "is vercoft"

Thomaes Petersz (zegel: 2 zespuntige sterren boven elkaar) en Jacob Gaelmaensz (zegel), schepenen

1410-04-12 |

R.A.H. Coll Aanw 72 fol 6v/Mem. B.A. fol 5v
Haarlem Algemeen

item so die commelduer van Haerlem gegeven heeft heren Danel en Wouter Boon, gebroeders, hoire beijder leven langh sgraven kamer te bewonen en op te timmeren, soo heeft myn heer dat geconfirmeert mit sinen brief duer steecken. Gegeven in den Haghe

1489-08

folio 16 XVII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Pieter Aelbrechtsz erkent dat zyn zuster Barbere Aelbrechtsdochter hem voldaan heeft de erfenis hem aangekomen by dode van Aelbrecht Pietersz en Janne Pietersdochter, hoer beijder vader en moeder

1489-11

folio 22v XXV 1489-1492
Transportregister Haarlem

Jan Claesz en Margriete Claesdochter met Jan, haar broeder voirs als voogd, erkent dat Elze Jansdochter Claes Jansz weduwe hoir beijder stiefmoeder hun voldaan heeft van de erfenis van Claes Jansz wijlen hun vader

1494-02-08 |

G.A. Amsterdam Arch B.W. Amsterdam Inv no 554/St Lucienklooster Amsterdam
Jaartallenindex

"dit naebescreven sijn voirwairden ende eenen Vasten coop. Ersstern Huge Jansz als voecht ende mombre van Jan ende Evert Louwerens Hugenz sijn soens kynderen, ende Meijnert Govertsz optie ander zide. In den eersten soe heeft Hughe Jansz voirs van wegen Jans ende Everts voirg. in hore beijder bijwesen ende bij hore consent verkoft aen Meynert voirg. erre morgen lants alsoe die gelegen is tot Apcoude in der heren gerecht van St Pieters t'Utregt, in Meijnerts voirs. bruijcweer, voor 43 Postulaet gulden"etc

1496-02-16 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 21v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

scepenen in Purmereijnd oorkonden dat Jan Jacopsz als voecht van Gheertruud Jansdochter, sijn ghetroude huusvrouwe, gegeven heeft den broederen van Galileen nu in der tyt wesende ende hier niemels comende voer Jan Jacopsz mit sijn huijsvrouwe Gheertruut ende Jan die coster mit syn huusvrou Karstyn ende haer beijder kinderen sal. ged, tot enen ewighen testament ende memorie een brief inhoudende een nobel sjaerlic, staende op een stucke lants leggende in den ban van Oesthusen gheheten Oesthuserkoech (vgl 1438-11-02, 1441-06-25)

Jacop Jansz ende Jan Pietersz, schepenen

1491-02

folio 86 LXXXVII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Jan Borwoutsz is sculdich Gaef Mathijsz 3½ R gld sjaers zolang de voirs Gaef in leven is. Hiervoor scheldt Gaef zijn broeder quijt van de erfenis hem angecomen by dode van hoer beijder oem Borwout Jansz

1331-02-01 (1330) |

Cartul St Jan Haarlem no 692
Haarlem Algemeen

Dirc van den Oerde, priester, commandeur van St Jan te Haerlem, oorkondt dat hij verhuurd heeft aan Wybrand van Schothem ende zynen wive Elzebe die helft van dien huse dair si nu in wonen, ende 2 ½ made lants leggende in den Waert, twisschen den heren van St Jan ende Gheryde van Scoethem tot hoerre beijder live om 12 sc Holl jaerlicx

op zijn verzoek mede bezegeld door Willem van Tetrode en Gheryd Voshol, scepene in Haerlem

1485-05

folio 14 XIII 1484-1486
Transportregister Haarlem

Dirck Jacobsz en Katrijn Jacobsdochter met haar broeder Dirc voors. als voogd, erkennen dat Pieter Pietersz hun voldaan heeft de erfenis hun aangekomen bij dode haer beijder moeder Alyt Dircsdochter, in haer leven derselven Pieter Pieterzoons geechte wijf

1491-03

folio 90v XCI 1489-1492
Transportregister Haarlem

Aernt Pietersz als man en voogd van Adriaen Pietersdochter, lijt dat Goelt Pietersdochter, zijn wijfs zuster, hem voldaen heeft van de erfenis die Alyt Pieter Claesz weduwe, hoer beijder moeder die noch in levenden lijve is, thans heeft