1 resultaten
1535-02-06 | Castricum
Arch Marquette 1106 no 248/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Dirck Claesz Mey heeft van die papelicke proeven van Castricom ontfangen in erfpacht: 1) 3 ackeren gelegen achter zijn huys daer hij op dese tijt in woent, te weeten die laanacker ende die acker daer bij westen aen, ende zijnt belend oost: Aelbrecht Bertelmeeusz, poirter van Alckmair, west: die weduwe van Jan Jansz mit hair kinderen, noord: die pastoersgraft, zuid: die oude wech; 2) die acker ghenoemt Papenwerff, belend noord: die wech voor t lant, zuid: t Waemlant, oost: dat kerckevennetgen ende die weduwe van Jan Jansz ende teynde haer, west: Gheryt Dircsz. Mit alsulck recht ende toeseggen als die papelicke proven daertoe heeft. Item noch soe is hem geconfirmeert alzulck erfpacht als dair staet op zijn hofstede ende op die hofstede daer bij naesten aen, welck hij heeft gecoft van Griete Uipprants erffgenamen. Ende al deze perceelen heeft Dirck Claesz ontfangen in een eeuwige erfpachte van die pastoer mr Sebastiaen Willemsz Schouten, bij consent van heer Gheryt van Assendelft als patroen ende ghifter van die papelicke prove cons. Dirck Claesz Mey moet hiervoor betalen jaarlijks aan de pastoor van Castricum voor de hofsteden en akkers 5 Kar gld, beneves 1£ Vls in eens voor de reparatie van het pastoorshuis. Arbiters ende segsluyden van dese erfhuyer: Aelbrecht Jansz ende Jan Nannincxz, buyerluyden tot Castricum. Op verzoek van de pastoor en van heer Jan Gavensz, vicecureyt tot Castricum, en van Dirck Claesz Mey, zegelt Jan Claesz, schout van Castricom
in presentie van Jacob Bertelmeesz en Gheryt Dircxz, schepenen van Castricom