Bedoelde u soms?
berekent | betekent

5 resultaten

1434-12-15 |

Coll Aanw 204 fol 574v/Mem Rosa II fol 205v
Jaartallenindex

upten Zonnendage 9 Januari is dach beteykent in den Hage te comen voir den Rade Heynric Vranckenz van den Vliete tegen Godefroit van den Torre, roerige enige goeden die Heynric voors him onbruyck gemaeckt is so hij secht, mit sulken bescheiden als hij dairaf heeft

1434-11-21 |

Coll Aanw 204 fol 552, 552v/Mem Rosa II fol 198
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat hij om bede willen ons liefs en getrouwe Raed en camerlinc de heer van Ysselsteyn, mits der goeder gunste die wij tot hem hebben, gegeven hebben en geven Pieter Jansz, zijn barbier en camerknecht, onze bode ambacht binnen onser baljuwschap van Kennemerland en Vriesland met zyn toebehoren. Durende tot onsen wederseggen. Zonder datum volgt: heer Dirc van der Merwede en Aernt van Zevenbergen is dach beteykent tegen malcanderen ter antwoerde te comen op OLVr Purificatio e.k. om hoirre beyder bescheit te hoeren van der geschille dat sij onderlinge hebben, roerende van dat Sant buyten Wyck, ende half die Medewairt en hoirre beyder bescheit gehoort, men zal elken laten geschien dair hy toe in gerichte zal zijn

1448-07-10 |

R.A.H. Coll Aanw 222 fol 17v, 33, 48/Memoriale Bossaert II fol 8v, 14, 19v
Jaartallenindex

die van Hillegom contra Symoen Frederic Gerritsz. Op ten 10e dach van Juli 48 soe namen dag die van Hillegom te repliceren op die cedulle overgegeven bij de voors. Symon Vrederic in diewelke hij die groote van zynen goede ende oick van zynen schulden overgegeven heeft, van huyden Woensdage in 14 dagen. Op 26 Juli d.a.v. wort bi den Hove overgelevert Symon Vrederic Gerytsz die repliek by den buren van Hillegom op hem overgegeven, diewelcke Symon dach nam om daerop te dupliceren ende die te Hove over te geven van huden in 14 dagen; 1448-08-10: Aan partyen voirs is dach beteykent op 25 Aug. te comen en te wesen in den Hage om an te horen tselve dat dan tussen himluyden verclaert worden zal

1434-07-23 |

Coll Aanw 204 fol 443v, 444/Mem Rosa II fol 164v
Jaartallenindex

also Dirc die Bloete den Rade te kennen gegeven heeft van 3 [?] morgen lands, hem angekomen bij dode van zijns broeders Phillips Hughenz die daarof een wijl vervreemt was in den oirloge ende him die deken en capittel van der Hage toeseggens an vermeten willen. So is daeraf bevonden by den Rade dat Dirc na utwisinge der soene tussen myn genad. here en de Vrouw Jacopa van Beyeren lest gemaect, in t besit van de voors. lande wezen en bliven sal, in allen schijn zyn broeder Philips dat placht te gebruycken. Ter tyt toe dat hy mit beteren recht daaruit gewonnen wordt. Actum ut supra: up Woensdag naestcomende is den bailiu van Rynland dach beteykent tgen de joncvr. van Reymerswale, becomen beyde dair myn heer van Santez zyn zal

1452-10-02 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 85/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 47; Roeperpapieren Haarlem Inv no 12 regest 41; G.A. Haarlem Inv 915 Ms v. Alkemade v.d. Schelling I fol 73
Haarlem Algemeen

ic Willam van Zanen, scout van Pieter van Zanenshofstede ende zate buiten Hairlem, oorkondt dat Jacob Huge Roeperszoen voor zichzelf, ende Willam Egbertsz als man en momber van Lysbeth Andries Roepersdochter, zijn geechte wijf, voor zich zelf en voor hoir beijder evenknijen, ende begeerde enen dach van recht op Pieter van Zanen, als een boelhouder van Machtelt Jacob Huge Roepersdochter, die Pieter van Zanens gheechte wive was, dien God genadich sij, welken dach ic als een scout van mijns heren wegen hem beteykent hebben op den Saterdag voir St Bavendag nae datum des briefs nagescreven, dair Jacob Hugezoen ende Willam Egbertsz voirs. een boeldinge begonnen hebben na den recht van den lande, dairoff gewijst weer mit vonnisse der scepenen dat men Pieter van Zanen als een boelhouder van sinen wive Machtelde ende den Regularissen van Zyle hoir ende horen rechten voochte sculdich wair een weet te doen, also Machtelt Pieters wijf van Zanen dair een dochter in heeft die een proffesside nonne is, ende voirt alle diegene die hem recht, eygendom ende erfnisse vermeten van Machtelden doot voirs. t Welc ic als een scout van mijns heren wegen gedaen hebbe, na vonnisse der scepenen. Vervolgens verschijnt heer Bartout, priester en rector van het Zylklooster, met zijn voogd Pieter Claesz en verklaart tevens als voogd van Katrinen, dochter van Machteld, non in het Zylklooster, dat hij geen aanspraak maakt op de erfenis van Machteld, doch slechts verlangt datgene wat Machtelt aan het klooster besproken heeft etc [zeer uitvoerig]. De schout stelt vast dat partijen overeenkomen de erfenis van Machteld elk voor ½ te zullen verdelen

Willam Andriesz, Jacob Pietersz, Jan Gherijtsz, Florys Willamsz, Heinric Dircsz, Dirc Woutersz en Pieter Dirck Willemsz, schepenen; zegel van Willem van Zanen: een kruis met randschrift Willem van Zanen