1511-09-16 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 101-103v, fol 105

Jaartallenindex

(doorgehaald) leenmannen van Holland oorkonden dat heer Gerrit van Poelgeest, ridder, erkende verkocht te hebben aan vrouwe Alyt van Kyfhoek, vrouwe van Assendelft en Goudriaen, een rente van 30 £ Vls jsaars, losbaar den penning 15 of 450 £ Vls sjaars. Heer Gerrit stelt tot onderpand al zijn goederen en speciaal de corentiende en smaltiende in den ambachte van Monster in den Poeldyck, geheten die thiende van Arkel. Leen van Holland. Hij verzoekt toestemming voor deze bezwaring. Eodem die bevestigt het Hof van Holland deze bezwaring (ook doorgehaald). Op 1511-09-17 geapprobeerd door Max. en Karel

Thielman van Dullekem, Pieter Plumion, Reynier Willemsz, leenmannen; in presentie van mr Jacob Ruysch, Reyner de Jonghe, Jan van Duvoirde, heere Jan van Beloys, ridder, Jacob Bouwensz, Aelbrecht van Loo, Jan Benninck, Raadsluden van Holland

1514-05-11 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 57-58v

Jaartallenindex

(doorgehaald) leenmannen van Holland oorkonden dat Jan Hendriksz van Schoonhoven erkende verkocht te hebben aan Jacob Adriaensz van den Wiele een erfelijke vrije rente van 3 £ gr Vls, uit een waart gelegen voor Arckelle op der Lingen, met het verzoek aan de Kon Maj. deze belasting te willen goedkeuren. In margine: op 1539-02-15 (1538) compareert Augustyn Stalpert vergezeld met zijn broeder Cornelis Stalper en erkent van Jan Henricsz van Schoonhoven 324 £ ontvangen te hebben ter aflossing van deze rente. Op 1514-05-22 keurden Max. en Karel deze bezwaring goed (hier ontbreekt iets ?) en in deze rente te handhaven (ook deze akte is geheel doorgehaald)

Pieter Hanneman, Adriaen Jacobsz en Pieter Plumion, leenmannen

1518-04-27 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 4, 6v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Frans Hoochstraet Thomasz erkende verkocht te hebben aan Jacob Heerman Gysbrechtsz een rente van 2 £ gr Vls sjaars, durende tot de rente afgelost zal zijn met den penninck 16, belopende 32 £ gr Vls. Tot onderpand stelt Frans al zijn goederen in het graafschap Holland en de heerlijkheid Voorne, speciaal op een ¼ deel en ⅛ deel van alle ambachten en ambachtsgevolg van den lande van Natairs, gelegen in den lande van Voorne, die hij van de heerlijkheid Voorne ten erfleen houdt. Daar dit leen een goed leen, verzoekt Frans de Kon. Maj. deze bezwaring te bevestigen. Karel voldoet aan dit verzoek

Thielman van Dullekem, Raad en mr v.d. rekening in den Hage, Jacob de Jonge, here tot Baerdwijk, Raad en auditeur v.d. rekening, Cornelis Barthouts, leenmannen

1531-03-09 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 190, 193

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Jan Oom van Wyngaerden Gootschalcxz erkende verkocht te hebben aan Jacob Adriaensz v.d. Wiele alias Stalpert, 25 Kar gld eeuwige erfelijke renten losbaar den penning 16, of 400 Kar gld, onder verband van zijn huys, hofstede, boomgaert, bosch en land, gelegen in den ambachte van Soeterwoude, uyt eenre laen aen langes op Rodenburgerwatering, streckende noordoost waert aen alsoo verre als t landt streckende noort behooren plach heeren Floris van Alckemade. Welcke huysinge, hofsteden, boomgaert, bosch en lant groot wesen mach mitten graften omtrent 20 morgen lants, ende nu genaemt is Groenesteyn, ende de voors. Jan Oom van Wyngaerden te leen houdende is. Op 1531-06-15 keurt Karel deze bezwaring van dit leen goed en beleent Jacob Adriaensz v.d. Wiele alias Stalpert met deze rente

Willem Oom van Wyngaarden, ridder, heer van Allebrantswaerde, Vincen Dammas, auditeur, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen van Holland; 1531-06-15: Andries van Bronckhorst, heer van Schoot, Raad in de Camer v.d. Rade, Cornelis Barthout

1478-02-13 (1477) |

Reg App Hof van Holland/Genealogie van der Does/Fam Arch Bredius

Jaartallenindex

Anthonis Jansz als procureur van de heer van Wassenaer antwoordt bij monde van zijn advocaat op het request van Philips van der Does. De heer van Wassenaer stelt dat het leengoed van Philips al tot de volle waarde belast is, met 15 sch, 25sc, noch 1£ gr jaarlijkse renten en nog 1£ gr, zonder dat Philips met de opbrengst van deze renten zijn schulden betaald heeft. Philips stelt dat zijn leengoed wel 30£ gr sjaars waard is, en dat hij het goed reeds met 12£ gr heeft verbetert, en dat hij nog meer renten wil verkopen om land te bedijken en zo het goed nog meer te verbeteren. Dat dus de heer van Wassenaar zijn consent tot verdere bezwaring ten onrechte weigert. Nog iets over deze zaak op des Woensdags in Aug den Vrydag 1487

1536-08-28 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 421v, 424

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Claes Symonsz, wonende te Wateringen, erkende schuldig te zijn aan mr Cornelis Barthout Jansz een losrente van 20 gouden Kar gld per jaar, losbaar den penning 16, of 200 gld. Verzekerd op 7 morgen 3 hont land met huizinge te Wateringen en een smaltiende. Streckende de 5 morgen 1 hont voor aen den gemenen wech. Ende de 2 morgen 2 hont oost van de voors. 5 morgen 1 hont, westwaarts de Quawatering placht te wesen die nu gestopt is, nu de erfgenamen of actie hebbende van Claes Jansz in den Haen, aen t zuyteynd Jan van der Weere, nu mr Jan de Heuyter als man van zijn huisvrouw, an t noorteynde: de ban wech, zoals Cornelis die aan Claes getransporteerd heeft. Met het verzoek om deze belasting te confirmeren. Op 1536-09-04 confirmeert Karel deze bezwaring en beleent Cornelis Barthout Jansz met deze losrente

Arent van Duyvenvoorde, schiltknape, Willem Pietersz Criep, Anthonie le Bucq, leenmannen van Holland, Willem Pietersz Criep verzoekt mr Nicasius Hanneman, advocaat voor den Hove van Holland, voor hem te zegelen; 1536-09-04: Joost van Wyngaerden, ambachtsheer van Ysselmonde, Willem Pietersz Criep

1519-11-21 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 18

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor mr Nicolaus Everardi, president van onsen landen van Holland in absentie van onse stadhouder-generaal de grave van Nassau etc, gecompareerd is heer Willem van Alcmade, ridder, als gemachtigde van Jan van Heemstede heer van Liesveld (procuratie 1519-11-13) en daarop de condempnatie van heden, gepasseerd voor het Hof van Holland, en verzoekt geconfirmeerd en geapprobeerd te hebben alsulcke eeuwige erfelijke renten van 500 R gld, losbaar met 8000 R gld, die Jan van Heemstede schuldig is aan Jacob van Recourt heer van Liques, syn scoenbroer, als man en voogd van jvr Philippa van Heemstede, geassigneerd op huis en heerlijkheid van Heemstede. Karel confirmeert deze bezwaring uit alle des voor Jan van Heemstedes haer broeders goeden, leen of eigen en beleent jvr Philippa ermede. Adriaen van Dorp als daartoe verzocht de eed voor haar, welverstaande dat haar man Jacob Van Requiort binnen sjaars zelf de eed zal doen. Op 1520-03-07 doet Jacob Van Recourt zelf de eed in handen van de graaf van Nassau

mr Frans Nicolaesz, Cornelis Anthuenisz, secretarissen in onsen Camer v.d. Rade, Cornelis Barthouts, Marinus Symonsz; 1520-03-07 (1519): Vincent Dammas, clerck ord. in de Camer v.d. rekening, Cornelis Barthouts, mr Cornelis Anthuenisz, leenmannen van Holland

1525-11-02 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 138v

Jaartallenindex

Adolfs van Bourgoingnen, heer van Beveren, van der Vere en Vlissingen, oorkondt: Alsoe wij bij andere onse brieve verkocht hebben Gerardt Sterck, coopman, wonende te Antwerpen, de somma van 405 R gld en 16 st sjaars erfelyke renten, losbaar den penning 16, bij twee brieven van 1522-03-01 (1521), de een van 100 R gld op ter Vere en de andere van 25 R gld en 16st sjaars op onse domeinen van onser stad van Vlissingen. Ende bij andere twee brieven dd 1523-02-26 (1522) elk van 125 gld sjaars, d'een op onse domeinen van onser stad van der Vere en de andere op onser stad van Vlissingen. En dat hij bij die voors. bireven procureurs gesteld had om die renten te bekennen voor den leenhoven van Holland, t welk de voors. Gerard Sterk binnen sjaars na datum van de voirs. brieven niet gedaan heeft. Om dit in orde te maken machtigt hij nu andermaal Adriaen van Daem [Damen], Vincent Dammassen en mr Cornelis Bertolomeusz om deze bezwaring voor het leenhof tot stand te brengen en te doen confirmeeren

1537-02-05 (1536) |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 5v, 8v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gerrit Ysbrantsz, wonende te Ryswyk, erkende verkocht te hebben aan heer Jan Jansz, priester, en aan heer Jan Claesz, priester en pater van St Elisabeth susterhuis in den Hage, hun leven lang, een vrije lijfrente van 6£ Kar gld tot 20st per stuk per jaar, verschijnende voor het eerst 1538-02-05, onder voorwaarde dat heer Jan Jansz, ontfanger ende bruyckwaer van dese lyfrenten wesen sal zijn leven lang, en na zijn dood zijn oom heer Jan Claesz. Voor de betaling verbindt hij: 1) 11 morgen lants, in leen gehouden van de keizer als leen van Voorne, gelegen in Zuyd Maaslant, belend oost: de middelwatering, zuid: Cornelis Dirc Symonsz.z met zijn kinderen ende Jacob Jansz tot Delft, west: de Maeslantse weg, noord: Machtelt Dirck Symonsz weduwe; 2) ½ huis met geboomte, schure en barch, hier toebehorende, daer hu nu ter tyd in woont, staande tot Ryswyk, ende het geboomte staende op 1½ morgen bruyckwaer hem toebehorende, ende den eigendom t Clooster van St Aechte tot Delft, belend oost: Frans Joris Fransz, west: de cappelrij van Steenvoorde, noord: de Laechsloot, zuid: de Heerwech. Hij verzoekt deze bezwaring te willen goedkeuren. Op 1537-02-08 confirmeert de keizer bovenstaande akte

Nicasius Hanneman, advocaat in den Hove van Holland, Cornelis Barthout Jansz (met hun zegels en handtekening), Barthout van Outena (ondertekent), leenmannen

1511-06-13 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Heusden etc fol 12v-15, 15v, fol 16v-18

Jaartallenindex

Maximiliaen oorkondt dat onse getrouwe neve die grave van Nassouwe heere van Breda, van Huesden etc indertyd gekocht heeft de heerlijkheid etc van Huesden. Hij verzocht aan de regeerders van land en stad van Breda, om hem te willen verstrekken 16000 £ tegen een erfelijke rente, waarvoor hij alle inkomsten van Huesden. Hij verzoekt en verkrijgt nu toestemming tot deze bezwaring. Op 1511-06-09 belooft Hendrik, grave etc dat hij mr Evert van der Veere [lees: de Veer], Raad, en Tielman van Dullekem, auditeur van de rekenkamer volmacht gegeven heeft om voor de stadhouder en heren van den Rade van Holland te beloven land en stad van Breda kost en schadeloos te houden van de koopsom van Huesden, die Breda hem voorgeschoten heeft. Op 1511-06-13 oorkonden burgemeesters en schepenen van Brussel dat Henrick grave van Nassau volmacht geeft aan Everaert de Veer en Thielman van Dulleken, auditeur, om te compareren voor stadhouder en een hypotheek van 1000£ per jaar te vestigen op Heusden tbv Breda, losbaar den penn. 16, get. A. de Meldert; 1511-07-04: Heinrick grave tot Nassouw etc geeft volmacht aan mr Everaerdt de Veer, Raad in Hollandt, Tielman van Dullekem, auditeur van de camer van de rekeningen om stad, slot en land van Huesden in leen te ontvangen, onlangs bij ons gekocht tegen de aartshertog van Oostenrijk (fol 10v) (vgl 1511-07-14)

op zijn verzoek medebezegeld door Pauwels van Nassouw, schout van Breda, Godevaert van Nispen, schepen aldaar, Heinrick van Bruheze, schout van Baerle, Anthonis Heinsberchs, rentmeester van Huesden