1507-09-07 |

Inv Arch Predikheren Haarlem no 5

Haarlem Algemeen

copie authentique van het testament van Henricus Thé en Anna Allrdsdochter, echtelieden, legaterende de helft van hun na te laten goederen aan de capelle van Santvoort en de 4 biddende ordens tot Haarlem

Anna Allardsdr | 1507-09-25

Inv Arch Predikheren no 5

Voornamenindex

Hendrik Thoé (Thé?) en zijn vrouw Anna Allardsdochter legateren de helft van hun na te laten goederen aan de capelle van Santvoort en de 4 biddende orden te Haarlem

1544-04-07 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Sticht fol 62v

Jaartallenindex

leenmannen van de keizer oorkonden dat Mariek Heindrick Goessenszdochter met haar man Adriaen Elkertsz als voogd, opdroeg tbv mr Dirck Zas, 14 morgen lands in Diemerbrouck, boven oostwaarts: die koorheren der kerke van Montfoort, beneden westwaarts: die Coddewateringe. Biddende Marietgen Heindrick Goessensz, mitsgaders haar man en voogd, om mr Dirck Zas hiermede te belenen (vgl 1544-06-13)

Antheunis van Meerthen van Esschesteyn, met zijn zegel, en Jan Gysbertsz, leenmannen van de keizer. Daar Jan Gysbertsz zelf geen zegel gebruikt, verzoekt hij mr Cornelis Meynaertsz, burgemeester van Montfoort, voor hem te zegelen

1494-03

folio 80 LIX 1492-1495

Transportregister Haarlem

Dirc Jansz de wever en zijn vrouw Hillegont Henricsdochter maken elkaar de bruikwaer van hun goederen. Na hun beider dood te geven aan de H.Kerk, de H. Geest, t gasthuis en de vier biddende orden, elk 1 £ . Als Dirc Jansz sterft zal Hillegond geven aan hoir joncwijf Katryn Aerntsdochter, uit Dircs goederen 3 £ gr Vls en na Hillegonts doot ontvangt Katrijn haar kleren, en haar andere goeden gaan dan naar de kerk, de H. Geest en t gasthuis

1540-07-24 |

Inv Arch Heerlijkheid Heemstede no 420 p 135

Jaartallenindex

Jan van Alckemade verklaart, uit kracht van de procuratie van Roeland van Heemstede in 1539 voor notaris en getuigen te Leiden gepasseerd, te presenteren, in presentie van Gillis van Heussen en Pieter van Foreest als getuigen, met de kappelrije in de parochiekerk te Uitgeest, die nu vaceert door het overlijden van [mr] Hughe van Assendelft, zijn jongste zoon Huyghe van Alckemade. Biddende de aartsdiaken of de officiaal zijn zoon daarin te willen confirmeren. Door hem en getuigen ondertekend

1478-11-07 |

R.A.H. no 60 fol 47/Privilegia Karoli, ingestoken papier tussen fol 18 en 19

Jaartallenindex

Max. en Marie oorkonden dat Willem van Bushuijsen Willemsz, poirter binnen onser stede van Leyden, onsen stedehouder ende Rade van Hollandt te kennen gegeven heeft dat hij gaerne wonen soude te lande waert buijten onser stede voors. om te sparen sijn goet, mits dat hij geen ambocht noch neringe en can synen cost mede te winnen binnen onser voirs. stede, ende sijn renten cleijn sijn op te leven ende noch tans poirter te blyven ende poortrecht te houden binnen derselver onser stede, biddende oitmoedelic dat wij hem dat consenteren willen. De hertog consenteert hierin

1481-02-17 (1480) |

R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Kennemerland fol 18/Reg Maria Max. fol 18

Jaartallenindex

hertog Max. oorkondt dat Symon Reijnersz hem een brief getoond heeft, bezegeld door drie leenmannen, nl Aernt van Damme, Willem ut den Hage Gerijtsz, en Geryt Martijnsz, inhoudende hoe dat Bertelmeus van Pruyssen verkocht en opgedragen heeft aan Symon voorn. een crofte lands gelegen tot Berghen in Kennemerland bij de kerk aldaar, groot 500 roeden, die Bartholomeus van ons te leen hielt, certificerende dat die voorn. Bartholomeus soo oudt ende kranck was, dat hij niet reysen en mochte, biddende onsen voors. stedehouder dat hij hem die voors. crofte lants verlyen ende verleenen wilden. De hertog beleent Symon er vervolgens mee tot een onversterfelijk erfleen

1507-04-13 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 15

Jaartallenindex

leenmannen van de hofstad en heerlijkheid van Putten oorkonden dat Claes Beijenz uyt Biervliet als oudste ende naeste erfgenaem van wijlen Claes Florisz aan hertog Karel heeft opgedragen tbv Arent Loufsz alsulke 3 gemeten lands geheten die Reeden, die de voors. Claes Florisz van de heerlijkheid Putten in leen hield, behouden der heerlijkheid van Put alsulck 1£ Holl of 15 st daarvoor, als sij uyt die 3 gemeten jaarlijks ende erfelyken heeft, die voors. Claes Beijenz alsoo hy hemselven niet nut ende oirbaerlycken daertoe niet en bekent om t selve leen te bedienen ende aen te vaerden. Biddende daeromme om Arent Loufsz met deze 3 gemeten te belenen zoals Claes Florisz dat gehouden heeft (vgl 1507-11-08)

Ewout Zegersz en Dirck Ghysenz, leenmannen

1454-11-19 |

R.A.H. 58 fol 410/Priv Philippi fol 84v

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Gysbrecht Aertszoen hem en zijn Raad te kennen heeft gegeven dat hij een perceel leenland liggende heeft tot Catwoude, groot wesende 2 ½ deymde lants, opt welck staende is een oudt vervallen huijs dair nyemandt in wonen mach, overmits dat altemale ingevallen is, ende dat hij dat niet weder maken en mach overmits die cleynicheijt van den lande die daer toe behoert, ons oit moedelicken biddende him te willen consenteren dat hij mit dat voirscr vervallen huys synen oirbaer ende profyt doen mach, behoudelicken dat hy onze man blyve soude van den lande ende erve daer t voorscr vervallen huys op staet. De hertog staat hem dit verzoek toe

1451-02-11 (1450) | Heiloo

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 12v/Reg Principum fol 10

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Jacob oudste zoon van zijn vader Willem van der Couster, van ons te leen te houden plach die ambochtsheerlicheyt van Heylo ende van Oosdom, die mit rechte op hem geerft ende verstorven was, mar dat hij in die verdeylinghe van sijns vaders ende moeders erve overdragen was mit Jan van der Couster, synen jonger broeder, dat hij die voirs. ambachtsheerlycheyt van Heylo en Oesdom hebben ontfangen ende van ons te leen houden sal, biddende dat wij die Jan sijnen broeder voors. verlenen ende verlijen wouden. De hertog beleent Jan vervolgens met genoemde ambachtsheerlijkheden, het schoutambacht aldaar gelijkerwijs als die tot der prochikercke van Heylo voorn. behoeren, mit molen, molenstal, windt ende griendt, proffyten, bruecken, boeten, vervallen etc. Tot een onversterfelijk erfleen