21 resultaten
Boechout, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 11, 31, 45v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Willem van Boechout: 1) de helft van de veerstat tot Wijc; 2) 8 morgen in Ryswiker weert, in 4 ½ acker, belend met elke 1 of een ½ akker: Heinric Doijs van Mauderic, Gheertrut Zurmonts 2x, Heinric Doys, Jan Vrient, Henric Loef, Steven Bout, Elynes van Broechusen, Lampen kinderen, de heer van Culemborg; 3) 4 hont in de Polre, belend Gheryt Vrient en Alaert Vrient; - de eerste 1 ½ akker ontvangt Jan Zurmont, de andere 2 en 4 hont daarnaast Alaert Vrient, de laatste Heinric uten Weerde; -Ghijsbert Boechout 1 akker tot Duerdijc in het gericht van Wijc; - Jacob Tybout, 3 hont bij der Wade, belend Hubert Gelisz en Willem van Boechout, - 4 hont voor zijn hofstede, belend boven: Gelis Hermansz, beneden: Hubert Gelisz
1446-04-12 |
R.A.H. Coll Aanw 178 fol 310/Inv anno 1441 fol 157
Jaartallenindex
eenen brief onder des scoutensegel van Werkoude in den Stichte van Utrecht, daerinne hij kent dat Jan van Clarenburch overgegeven heeft Jan van Boechout den eijgendom van eenre hoeve lants gelegen tot Werkoude. Noch een brief onder des scoutensegel van Werkoude daerinne Jan van Boechout mynen genadigen heer van Bourgoignen, grave van Hollandt, opdraecht den eygendom van der voors. hoeve lants, die hem weder verlyet is, tot eenen erfleen
1370 |
Ms Opstraeten dl III fol 1158
Jaartallenindex
Arnout van Lunenborch en Herebaren van den Rine, knapen beloven Willem van Boechout en Henrick de Ridder, knapen, schadeloes te houden van alle costen die comen mach van 200 goede oude Francr schilden daer sij onse borgen voor geworden sijn aan hande Ghisebrechts van Lochorst
Bouchout, van | 1300-01-02
Brom regest no 2871
Achternamenindex
het kapittel van St Pieter te Utrecht verklaart dat het een ½ hoeve in Langbroek, die Lubbert van Damssche eerst in pacht hield, aan Willem Stevensz van Boechout in erfpacht heeft gegeven
Hemert, van | 1335
Cat Arch Kapittel St Pieter no 658, 655
Achternamenindex
gerechtsbrief van Renen, waarbij Johan van Hemert aan het kapittel van St Pieter opdraagt 7 morgen land in de Noede, vroeger [1315] geruild tegen het stenen huis van Sweder van Boechout te Renen
1469-07-15 |
Ms Opstraeten III fol 1298/Gaasbeekse lenen II fol 49
Jaartallenindex
beleent Meeus van Westrenen nae dode Peters van Westrenen sijns vaders: die hoffstadt tot Noortwijck mette toorn ende stenen huijs met 9 morgen lants etc, belend boven: Johan die Ridders kinder ende Odel van Gemen, met eenre halve houve lants, beneden: Jan van Broeckhuysen Aerntsz met 6 morgen, streckende metten een eynde aen 5 mergen lants nu toebehoort Melis uten Enge, ende mitten ander eynde aen een stuck lants dat toebehoert Willem an Boechout ende Johan Ridders kinder voers. Te verheergewaden met een paar witte hantschoen
present: Gerrit van Suylen van Blieckenborch, Ernst Taets van Amerongen, Jan van Suylen van Amerongen
Avesaet, van | 1310~
Reg Bisschoppen van Utrecht no 305
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht bepaalt als scheidsrechter in het geschil tussen Baudekin van Avesaet, zijn bro er Otto, Dideric van Lyenden en Steven van Lyenden enerzijds en Sweder van Boechout anderzijds, dat Dideric en Steven het erf in de Mersghe, genaamd dat Bredeslach, aan Sweder zullen afstaan en dat Otte 300 £ zwarte Tourn betalen zal
Buren, van | 1400
Catal Arch Kapittel ten Dom no 2386
Achternamenindex
Alaerd en Johan, bastaardzonen van Alaerd van Buren en Geertruid van den Krans Florensdochter, worden ieder met een hoeve land te Werkhoven beleend, met bestemming tot lijftocht voor hun moeder, en deze nog 4 morgen land van Willem van Boechout in erfpacht otnvangt, mits zij geen huwelijk aangaat nog kinderen krijgt, behalve bij de heer van Buren
Crans, van den | 1400 (05-06)
Inv Arch Kapittel ten Dom Inv 2386; Ons Voorgeslacht 02-1985
Achternamenindex
akten van belening van Alaerd en Johan, bastaard zoons van heer Alaerd van Buren en Gheertruid van den Krans Florensdochter, ieder met een hoeve land te Werkhoven; met akten waarbij de 2 hoeven worden bestemd tot lijftocht voor hun moeder en deze nog 4 morgen van Willem van Boechout in erfpacht ontvangt, mits zij geen huwelijk aangaat, noch kinderen wint dan bij de heer van Buren
1459-12-18 |
Ms Opstraeten III fol 1280/Gaasbeekse lenen II fol 28v
Jaartallenindex
Otto van der Stege na dode sijns broeders Willems de Vlieger: die hoffstadt tot Noortwyck metten toorn ende steenwerck ende met 9 morgen lants, belend boven: Johan Ridders kinderen en Udel van Gemen met ½ houve lants, beneden: Jan van Broeckhuysen Aerntsz met 6 mergen lants, streckende metten enen eynde aen 5 mergen lants, nu toebehorende Melis Utenenge ende mitten anderen eynde aen een stucke lants toebehorende Willem van Boechout ende Jan Ridders kinderen. Dese voors. hofstad, land en goede tesamen te houden tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: 1 paar witte handschoen. Nae op Melis Utenenge gelyck Otto van der Stege des utgegaen is ende mede Hubert Jansz, Willem de Vlieger outste broeders soon, van sijns vaders wegen heeft vertegen van alle recht ende toeseggen dat hij in eeniger wijs hebben mochte aen den voors. goede, ut supra. Nae op Peter van Westrenen gelyck Melis Uteneng des utgegaen is; 1460-01-18: Melis Utenenge Aelmansweert, ut supra
present: Jan die bastert van Gaesbeeck; present: Jan die bastert van Gaesbeeck, Henrick van Vliet