5 resultaten

Bouchorst, van der | 1362

Inv Abdij Rijnsburg 414, Bruggeman
Achternamenindex

rentebrief voor Claes van der Boeckorst Jansz van 16 sch per jaar op het huis van Oem Jan te Katwijk

Bakenesse, van | 1452-03-25

Inv Arch Leiden p 238/Arch Klooster Marienpoel
Achternamenindex

voorwaarde waarop Vranck van der Boeckorst en zijn vrouw Katharina van Bakenesse hun twee dochters Kunera en Elisabeth in het klooster plaatsen

Alkemade, van | 1473-09-20

Arch Kloosters Leiden regest 1522/Klooster Marienpoel Inv no 858 fol 37
Achternamenindex

jvr Lysbeth van Alcamade jvr van Noortigherhoute weduwe van Jan van der Boeckorst, geeft aan haar tweede zoon Florys van Noortich, priester, voor zijn vaderlijk bewijs, een rente van 20 £ Holl, verzekerd op de helft van het haar toegewezen deel in de landerijen in Nyedorp, haar aanbestorven van haar broer heer Willem van Alcamade, ridder

1451-03-04 (1450) |

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 13v, 14/Reg Principum fol 11, 11v
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Jan van der Boeckhorst Jansz met het goed hem aanbestorven van zijn vader: 1) een hofstede ende huysinge geheten Boeckenberch mit hoeren toebehoeren, gelegen in den ambochte van Voirhout mit 18 margen 5 ½ hondt 23 gaerden lants bij de genoemde hofstede en huysinge gelegen; 2) 4 mergen veens gelegen tusschen der Delf en Hillegommerbeeck, en 2 paar oude zwanen met hoeren broeden den voirs. huijse toebehoerende. Tot een recht erfleen, niet te versterven, te verheergewaden met een zeel winden; 3) 2 weren lands gelegen tot Over Slijdrecht dair dat overste weer af belegen hebben oost: Jan van der Boechorsts voirn. broederen, west: Jan Aerntssoens erfnamen. Ende dat nederste weer af belegen hebben oost: Martijn Apersz, west: die Vogelensanck. Tot een recht leen, als zijn vader. De minste helfte van dit goed maakt Jan van der Boeckorst tot lijftocht aan zijn vrouw jvr Meyne Gysbrecht Bueckelsdochter

1448-1449 (3) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 201
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 119v) op 1449-01-15 Gerrit Steffensz vroetschap met twee burgemrs naar den Hage van Gerbrand Berwoutsz, onze poorter, die met zijn schip en goed te Geervliet opgehouden was. Ook genoemd Joseph Dircsz, poorter van Delft; (fol 120v) twee burgemeesters met Aernt Pietersz als gasthuismeester van St Elisabethsgasthuis naar den Hage om zich te verantwoorden voor de Raad van des gasthuisland "daer hun Florys Gale in vercorten wilde"; (fol 121) weer naar den Hage voor de zaak van Jan Claesz Raet; (fol 121v) brief van de Raad aan Haerlem, dat zij t recht van Jan van der Haven wilden uitstellen tot Mei toe. Naar den Hage 10 Mrt; (fol 122) item also Gheryt Steffensz over gesprenget wert dat mr Voppe geseit soude hebben dat Gheryt Steffensz voorn. qualyc gesproken soude hebben roeerende van myns genadichs Heren brieven, so voeren Pieter Jordensz als burgemeester en Symon Berwoutsz met hem op 24 Mrt naar de Raad etc; op 30 Mrt Everardus naar de Raad in den Hage om te antwoerden op die beclachten die Jan van Bekesteyn op der stede van Haerlem voir den Rade gedaen hadde, roerende van der stedevesten. Nogmaals (fol 123) op 14 April; (fol 123v) op 27 April naar de Raad over klachten door Jan v.d. Haven tegen de stad ingebracht; (fol 124v) Dirc Boudynsz van Zwieten, quitantie 1449-01-20, ontvangt 33 £ 2sc die hij voor de stad voorgeschoten had voor de betaling van de reis van een gedeputeerde naar Calisse, waar dachvaart was; (fol 126) op H. Sacramentsavond wert Pieter Grebber metter stedebrieff gesent tot Noirtich an Jan van der Boeckorst inhoudende dat hi hier tot Haerlem bij hem quame, ende was ut 2 dagen, 16sc; Pieter Jacobsz der stede messagier, evenzoo Jan van Barry; op 9 Juli werd Lottyn Gherytsz tot Delf gesent om Claes van Warders pontgelt in te manen, ende gaff den scout van Ryswyc, daer hi Claes van Warders goet mede vrijde, 5 Wilh scilt; (fol 126v) Hubert Dircsz der stede messagier naar de jonchere van Montfoort en de schout van Woerden, roerende van dat recht dat die voirs. schout dede op Luijtgen Claesz ons poirters lant van Jacop Jansz lyfpensien