Pieter Borritsz | 1520

Kerkelijke Rek Haarlem fol 10

Voornamenindex

Pieter Borritsz, van Alkmaar, begraven in de kerk, een legerstede 4 R gld, geluid Mary 10st, tesamen 4 ½ R gld

1532-08-28 |

G.A. Haarlem Inv 915 hs v. Alkemade v.d. Schelling I fol 81

Jaartallenindex

testament van Willem Borritsz en zijn dochter Tiete Willemsdochter

Alkemade, van | 1607-10-11

G.A. Haarlem Inv Recht Arch 82 I fol 66v

Achternamenindex

Ysbrant Borritsz, pottebacker, transporteert aan Agneta van Alckemade Florisdochter, weduwe van Jacob Bam, de som van 600 gld "voor deselve uyt cracht van de huiscustingbrief die hij sprekende heeft ten laste van Seeger Pietersz, twijnder"

1519-07-27 |

Oude Hof Alkmaar no 74

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Syberich, Magdaleen en Guyerte Peter Backers sal. drie dochteren, met here Claes Dirck Borritsz als hun bestorven voogd, erkennen verkocht te hebben aan Bartelmeus Dircsz Pros omtrent 2 ½ honderd lands, gelegen in de ban van Groed, geheten Peter Backersland, belend oost: Henric van Berckenroe, west: Willem Petersz (vgl 1520-04-15)

Claes Hughenz (met zijn zegel), Jan Heertgensz en Jan Jansz, leenmannen

1607-10-11 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 66v

Haarlem Algemeen

Ysbrant Borritsz, pottebacker, transporteert aan Agneta van Alckemade Florisdochter weduwe Jacob Bam, de som van 600 gld om die te ontvangen uit de huiscustingbrief die hij sprekende heeft ten laste van Seger Pietersz, twynder

1591 aangelegd |

Bissch Oud Arch Haarlem Inv no 416/ Scheepmakersaltaar, vicarie

Haarlem Algemeen

register van de pachten etc competerende tot die cappelrie gefondeert van heer Willem Jansz, priester tot Haerlem, op t Jan Baptista autaer, genaemt dat Sceepmakersaltaer. Heer Gerrit Jansz is gesturven anno 1539. Ende na hem quam in possessie heer Pieter Dierricxz Spangaert die gestorven is anno 1561. Daerna heb ick heer Louris gecregen en beseten etc. Hierna volgen die pachten, renten etc. toecomende dese voirs. cappelrij by myn heer Laurens Cornelisz, soe voor als nae de groote brant tot Haerlem beseten en ontfangen: 1) een pacht op Adriaen Harmansz Gorter op syn huis op die Burchwal staende, - 3 st 1 blanck. Adriaen Harmansz heeft zyn huijs vercoft an Machtelt Jansdochter. Deze Machtelt's zoon genaempt Crijn Jansz heeft dit huys vercoft enen Lenert Jacobsz, scipper, ende Lenerts weduwe heeft mijn haer laetste jaer betaelt van 1591. Ende sij heeft vercoft [aan] Ysbrant Borritsz pannebacker ende Ysbrant Borritsz heeft betaelt het jaer van 1598 met die ander verlopen jaren. Ende Ysbrant Borritsz heeft dit huijs vercoft aen Joost Maertsz ende Joost Maertsz heeft in handen van Heyndrick cursor 2 jaeren betaelt, het jaer van 1599 ende het jaer van 1600. Ende Heyndrick heeft myn dat gelt betaelt op ten 17 Nov. anno 1600: 7½ st. Item Joost Maertsz heeft betaelt etc de jaren 1602, 1603, 1604, 1605, 1606, 1609 en 1610/11. Met andere hand bijgeschreven dat vanaf 1615- 15 Sept 1629 deze rente betaalt is aan Gerrit de Witte, pastoor van t grote bagynhof. Verder: het jaar 1629 is betaelt aan mij Jan Albertsz Ban op 1630-07-30

1578-12-31

folio 232v

Transportregister Haarlem

Maritgen Borritsdochter, van Wyck op Zee, t.o.v.haar broeder Jan Borritsz als gecoren voogd, verkoopt aan Frans Willemsz, linnewever, een huis en erf in de Smeestrate, genaemt "de Verkeerde Werelt", aen d'een zide: die erfgenamen van Hubrecht van Vliet, aen d'ander zide: die weduwe van Hubrecht Augustynsz. Achter streckende aen de weduwe van Huijch Sas. Belast met 38 sc sjaars. Koopsom 550 Kar gld

1559-11

folio 64 LVI 1557-1561

Transportregister Haarlem

Garbrant Cornelisz verkoopt Willem Pietersz houtcoper, een huis en erf in de Zylstraat, an d'een zyde: Cesar Bovetis, an d'ander zyde: Barent Barentsz snijder en Pieter Jansz coeckebacker wiens camer met desen huyse op een gemene muyr staet, achter streckende an Jan Eeftsz zydelakencoper . Waarborg: Dominicus Jansz scoemaker, swager van Garbrant . Belast met 3 sc. Koopsom 675 Kar gld en noch 146 gld die Thyman Borritsz kinderen daarop hebben. Noch 98 Kar gld op Jan Kyes erfgenamen, te betalen etc

1580-02-01

folio 3v

Transportregister Haarlem

Jan Bartholomeusz als man en voogd van Jannetge Pietersdochter, voor hem zelf en namens Joost Jacobsz, oud burgemeester van Leiden, als man en voogd van Cornelia Pietersdochter, mitsgaders Adam Henricsz, van Enchuysen, als man en voogd van Dibberich Pietersdochter, en als voocht en oom van de kinderen van wijlen Alydt Pietersdochter, zynder huisvrouwen overleden zuster, geprocreert bij Cornelis Jacobsz van der Maes. Allen erfgenamen van Henrica Jcobsdochter, heurlieder moeder resp. grootmoeder, verkopen aan Claes Jorisz Vischcooper, een huysinge en erve gelegen over den Spaerne, aen d'een zide: die huysinge genaempt "de Vergulde arm", toecomende aan de erfgenamen van Claes Borritsz, aen d'ander zide: Pieter Engelsz, lywatier, streckende voor van de Spaerne en achter uytgaende in de Dyckstrate. Koopsom 1034 Kar gld

1581-01-17 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 876

Jaartallenindex

accoord stilo communi, sullen in allen gevalle alle de goeden gaen ende succederen nae usantie van desen lande dan alleenlijcke indien Neeltien Joosten sterff sonder een off meer kinderen bij Berckenrode geprocreert achter te laten etc

ondert. bij Joost Borritsz, Jan Adriaensz, notarius