1601-06-01 |

Berigten Hist Gen dl 3 p 121/Arch Mathenesse

Jaartallenindex

(1604-12-09, 1610-06-05, 1616-03-28, 1625-05-16) Karel van Matenesse, baljuw, Ruwaard en dijkgraaf van Putten, verkrijgt in pacht voor 3 jaar tegen 160 £ per jaar de civiele boeten van het baljuwschap van Putten, benevens de schoutambten van Geervliet, Portugal, Korendijk, Spijkenisse, Braband, heer Symonshaven, Biervliet en Hekelingen, met het dijkgraafschap van de Korendijk

1369-01-07 (1368) |

R.A.H. Coll Aanw 63 fol 365v/Quohier van Handvesten

Haarlem Algemeen

brieven van heer Willem van Wesemael, maerschalck van Braband, ende vrouwe Katrina van Wesemael, vrouwe van Waterlandt, daermede zij geblyven aan hertog Albrecht van alle recht dat sij hebben van den hopgelde of gruijte tot Haerlem

Berneau, de | 1368

De Raadt I p 244

Achternamenindex

Renier van Berne reçoit une rente sur Maestricht; 1371 en 1378: écuyer, drossard de Fauquemont, met zijn wapen met randschrift: Reinier de Berne scabini Trajegten… [Maastricht]; 1383: Renier Toreyl de Bern, sénechal de Fauquemont se porte caution pour le duc de Braband envers Gérard sire de Heers

Coc, de~ | 1348-06-12

Bijdr Hist Gen 1901 p 242/Reg EL 5 fol 60r

Achternamenindex

lenen in Delfland: - Hughe Jansz [de Coc?] heeft ontvangen: - 3 morgen in het ambacht Voerhout, die van Willem Nagel en Ysbrand Coxz waren, belend oost: Jan van der Wateringhe, west: Jan Keremare; - de andere camp, belend oost: Jan van Braband, west: Hughe Gheret Kymmenz; - een stuk land op de Gheist, belend oost: Ermegaerd Volprechtsdochter, west: Claes Brune; - land, belend oost: Dieric Ymmenz, west: Willem Vaic Jan Naghelsz; 1346: Hughe Jansz [de Coc] 8 gaarden land oostelijk van de kerk tot het veen; - westelijk van de kerk 8sc per jaar; - Jan Florys Jansz 5 morgen, tot twee steden, 2 morgen voor de Ghawech, en de andere morgen bij de kerk in een halve hoeve

Gheret van Heemstede, G. van der Maelstede

Dirc Woutersz | 1355-09-25

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 113/Reg EL 25 fol 74

Voornamenindex

"item zijn versoent in communi forma: Dirc van Alfen, Jan van den Berge, Dirc Woutersz, Jan die Vlieger, Jan Boudynsz, Jacob Wigger, Goedekin die armbestier, Gheraert Boudynsz van den Rine, den Coninc Pakyne, Jan die Smit en Huge, sine knecht, Dirc van Aelsmaer, Claes die Brouwer, Claes Bullinc (Ballinc), Willem Warre [er staat: Barre], Willem bastard, Jan den Cock, om 40 oude scilden van goude, daer Jan van Bueren of rekenen sal. Alsoe verre als si niet geweest en hebben mit Henric Scoutaten binnen onser stede van Dordrecht of aan Clais doot [er staat: uit] van Swieten, of in Braband, daer die van Dordrecht doot bleven, of upt huys te Vredelant ofte an enig ander misdaet etc, en alle scout quiten die myn heer hem sculdich mochte wesen"