1 resultaten
1563-07-28 | Heemskerk
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 17v, oud fol 4, fol 37, oud fol 9; J.A. Jaeger: A.R.A. 3e Afd 1968 no 247/23 p 58
Jaartallenindex
koning Philips beleent juffr. Elisabeth Dever van Minnen na dode van haar zuster Maria Dever van Minnen met: 1) de hofstede ende woninghe van Diepenburch mit allen toebehoren, 25 morgen groot, in het ambacht van de Liere, tot een erfleen, 2) ½ (een) sate lants tot Heemskercke mit alsulcke huysinge als daer op staet ende toebehoort, west: Barthout van Huesden, zuid: Herkemerbeke, 3) een sate lants in de ban van Schellinchout, belend: Claes Claesz, Jacob Hannez, Jacob Heynez, Heijn Luijtensz en Wedeken Segersz, te houden tot een onversterfelijk erfleen; veranderd in (zie onder): 14 geersen lands in de ban van Heemskerk, genaamd Kuijpersven, oost: het gemeen land, west: Frans Velserman, zuid: Jan Raet, noord: Joost uyten Haghe kint, tot een onversterfelijk erfleen, 4) 2 ackeren lands tot Heemskerck, streckende van den Beyferdenwech an den Bruecksloot, noord: Dirck Haeskens en Willem Claesz, west: Claes Heijndricksz, tot een onversterfelijk erfleen. Haar man jhr Werner van der Does doet hulde. In margine: deese brieven sijn geroyeert mits dat in de plaijtse van dit saete lants gelegen in de ban van Schellinchout, weder tot leen getransporteert is bij des voors. juffr. Marie van Minnen man, 14 geersen land in de ban van Heemskerk, genaempt "Kuijpersven" ende de voors. saete lants is hem weder tot eygen goet verleent, als naemaels in onsen registre bevonden is. Ende dese brieve is weder vermaeckt ende geregistreerd hiernae fol 9 (vgl 1566-01-03)
mr Quintyn Weytsen, Raad ord. in het Hof van Holland, Adriaen le Seur, Pieter Herweijer, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen