1486-05-20 |

Coll Aanw 518 E fol 8/Egmond E

Jaartallenindex

Johan etc beleent Griet Jansdochter, van Bruyck [Broyck], met dat voor huijs ende voor hofstede tot Bruijck an die noordzijde van die kerck. Haar oude vader Jacob Symonsz doet hulde voor haar

mannen: Luyd Rembrantsz, Dirc Jansz

1529-02-01 | Kortenhoef

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 13

Jaartallenindex

Aerndt van Duvenvoerde Gijsbrechtsz beleent Gerijt Tiemansz met een acker lants, daer Tieman nu ter tijt op woendt in Korremoff ende die bruijck es groot 4 acker lants, daer dese voors. acker lants in gelegen is, belend zuid: die papelicke prove van Anckeveen, noord: Jacop Gerijtsz. Te leen te houden van het huis ten Bosch tot een onversterfelijk leen, te verheergewaden met een jaar rente. Daar hij onmondig is, doet Jan Gerytsz de eed voor hem. Onder staat: int jaer XXIX is een leen opgedragen tot behouf van Jan Jansz, welcke brief staet voer int eerste IIIIde [?] blat geteykend op die cant: 1529 (vgl 1509-06-26, 1532-05-15)

t.o.v. Maerten Gysbrechtsz, Claes Willemsz, mijn leenmannen

1419-10-31 | Sandoel

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 120/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen in St Gheerdenberg oorkonden dat voor ons en voor onsen rechter in een gebannen vierschaer gecomen is Willem Henricsz die barbier ende verghyede Aert Woutersz dat huys en land, daer Aernt Boudensz ut verstierf: ⅛ deel in den gehelen huys en land met zyn toebehoren voirs. min, gelegen opten Sandoele, gelegen tussen an die een zide: Vastraitszoens [!] huyse en erve, an die ander zide: Heyn Godevaertsz huyse en erve, om 4 achtendeel rogs sjaars erfpacht. Ende Willem Henricsz voors. sal een bruijck wech hebben ende behouden over dit voirs. lant te varen en te keren van den Sandoelschen wege in over die banwateringe t synen lande dat dair teynden in Raemsdonck gelegen is. Met belofte van vrijwaring, behoudelic den voirchijns zyns rechts. Bezegeld 1419 des Dinsdages op Alre Godsheyligen avond. "de brief van dat hele huys op Zandoel utgegeven voor 4 achtendeel rogsadinge" (vgl 1416-09-29)

Godscalc Banninc Jansz en Aernt Molener Jansz, schepenen

1510-04-05 |

Carth Raamsdonk anno 1518 fol 108a/v/Carthuizers Sint Geerdenberg

Jaartallenindex

scepenen in Oesterhout oorkonden dat joncfrou Rutghaer Danielsdochter van Merwen met Jacob Neel Godertsz als man en voogd, erkennen dat zij vercoft hadde aan Ghysbracht Jan Buijssen een erff bruijck wech te varen ende te keren voor hemselven ende voor zijn erven en nacomelingen ten ewigen daghen ende oic alle dieghenen die in deselve polder liggen ende gheguet zyn sullen oick met Gysbrechten voirs. weghen ende varen mit horen gueden ende oic haer nacomelingen ende anders nyemant. Een roede breedt an de noordzijde van joncfrou Rutgharts beemden in den oerden also groet ende cleyn als desen polre gelegen is tussen d'oude Donga ende die caa lan [!] ende tenden noortwaert die dwaers cade. Dies gelooft Ghysbracht voers. ende d'inlenders een den andere den wech voers. te helpen maken metten anderen oerden die daer over hoeren totten Groenendyck toe ende oic daert te doen sal wesen. In welken erfwech voers. GHysbrecht voorg. inne ghevest ende gheerft is, mitten vonnis ende mit recht tot sinen behoeff ende totten inlanden behoef also dat hij hem sekere is ende vaste