12 resultaten

1422-08-29 |

Frans Halsmuseum Haarlem Coll Costeriana 11 no 2/Afgedrukt: van Oosten de Bruyn p 221
Haarlem Algemeen

schepenen van Haarlem oorkonden dat Gonderaet Jan Goeswynsz weduwe overgeeft en kwijtschelt met desen brieve Harberen van Foreest Gerrit Dircszoenszoen alsulke bruikweer als Gonderaet voirs. heeft an die Harinck Merten erve, zoals de doorgestoken brief inhoudt

Jan Lottynsz en Louweris Jansz, schepenen

1498-01

folio 93 LXXXIV 1495-1501
Transportregister Haarlem

Lief Jacob Willemsz weduwe met Claes Aerntsz als voogd, lijt dat zij gegeven heeft haer dochter Aef vijf kinderen, die de voors. Aef in haar leven gewonnen heeft bij wijlen haar man Henric Gherijtsz, ¼ deel van een stuk land in de ban van Oosterblocker. Lief behoudt de bruikweer hiervan zolang zij leeft

1459-08-27 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 6v, 7, 8/Reg Charolais fol 4, 5
Jaartallenindex

Anthonis Michielsz oorkondt dat jvr Meyne van Wedena Jans weduwe van der Bouchoirst, met haar gecoren voogd Gheryt van der Spangen, opdroeg tbv haar zoon Pieter van der Bouchorst, die huysinge en hofstede tot Wedena met zijn toebehoren, en met 7 morgen lands daeromtrent en om gelegen, leen van Putten. En dat hij vervolgens Pieter van Bouchorst hiermede als leen van Putten heeft beleend tot een recht erfleen, niet te versterven, gelijk zijn moeder jvr Meyne en haar ouders te houden plagen. Eodem die maakt Pieter van der Bouchorst aan zijn moeder jvr Meyne van Wedena die bruikweer, renten en profijten van ½ van het voors. leen; 1459-08-28: Pieter maakt tot duwarije en lijftocht aan zijn vrouw jvr Margryete Gerytsdochter van Sperenwoude, die minre helft van der huysinge en hofstede tot Wedena, met 7 morgen lands daer omtrent gelegen. Indien jvr Margryete haar mans moeder jvr Meyne overleeft, om dat jvr Meyne haar bruikweer heeft haar leven lang gedurende aen die minre helft van de goederen en huisingen, houdt jvr Margryete de duwarye en lijftocht

present: Jan van Zwyeten, Dirck Hoichstraat, Jan Dedell

1467-03-17 (1466) | Heemstede

R.A.H. 103 Caput Kennemerland fol 50, 50v/Reg Et Finis fol 27v
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Vrouwe Margriete van Borssele vrouwe van den Gruythuyse, na opdracht door Claes die Grebber Gerytsz, met 9 maden lants ende noch 7 maden lants in den banne van Heemstede, die belent sijn met de Oude Spairne aen die Z.Z, ende aen die N.Z t sgravensloot aen die O.Z, ende Jan van Heemstede aen die W.Z. Tot een erfleen. Hulde en manschap doet voor haar haar man en voogd Heer Lodewyk van den Gruythuys. Vrouwe Margriete geeft vervolgens alle renten en de bruikweer van dit land aan jvr Maria van Heemstede, Heinricks wedewij van Liesvelt, zoolang zij leeft

1461-11-17 | Heemskerk (Poelenburch)

R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Kennemerland fol 7/Reg Et Finis fol 3v
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Aelbrecht van Egmonde, na opdracht door zijn broeder Jan van Egmonde Ottenz, met een huysinge, hofstede ende boomgaerden, daer Otte van Egmonde hoire beyder vader nu ter tijt op woont, gelegen in den banne van Heemskercke, met den lande daerom gelegen, alse 4 acker lands gelegen voor den werff, streckende tot aen den Kerckwech. Ende die weijde after 't huys even breet den voorlande, van den voorsloot zuytwaert aff te meten duergaende tot in den Hecksloot toe. Tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te verserven, te verheergewaden met een goede weer. Behoudens Otte van Egmonde en jvr Machteld, zijn ouders, hun leven lang hun lijftocht en bruikweer hieraan

1552-06-20 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 10
Jaartallenindex

extracten uit het testament van Florys van Adrichem: St Elisabethsgasthuis te Haerlem bespreekt hij een stuck lants gelegen in den ban van Uitgeest, groot 18 geersen, genaamt Harincksven, gebruijct bij Thaems Reyersz om 40 Kar gld sjaars, onder condicie dat zijn huisvrouw Katrijn Gerritsdochter haar leven lang de bruikweer van dit land houden zal. Na haar dood zullen gasthuismeesters gehouden zijn alle jaren den zieken in het gasthuis te geven op den eersten zondag na H. Driekoningen, een eerlijke maaltijd met gebraden, en elke zieke ½ pint Rijnwijn of Romenie wat zij van beide het liefst zullen hebben met een oortgens wittebroot. Floris van Adrichem Wmz, poorter der stad Haarlem, confirmeert de testament die hij anno 1552 op 20 Juni voor notaris en getuigen gemaakt heeft, behalve wat betreft de navolgende punten etc (met nog andere extracten, zie Enschedé no 1487)

Aelbrecht Claesz, notaris publiek, ter presentie van mr Jan Maertensz, doctor in de medicijnen, en Willem Gael Cornelisz, poorters van Haarlem, als getuigen

1557-03-10 |

Carth Raamsdonk anno 1518 fol 109/Carth Sint Geerdenberg
Jaartallenindex

Zegher Aeriaensz, rechter in den ambacht van Raemsdonc en Henricken Huij.enambacht en heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat Jan Buijs Jansz overgaf in vryer gifte Ariaen Ariaen Gysbrechtsz tbv het convent van de Carthuizers bij St Geerdenberg, 8 geerden lants in die acker bij die molen int Weer, streckende van den enen dyck tot den anderen toe, de voirs Jan Buijs Jansz selve gelegen aen beide zyden in t selve weer. Jan Buys belooft vrijwaring ende voercommer af te doen van schot, van lot, van vroengeld en van allen commer die daerop comen mach tot desen dagh toe. Vervolgens "verlydt" het convent Jan Buijs Jansz met die bruikweer en beternis van die 8 gaerden lands om 5 Kar gld sjaars, losbaar met 75 Kar gld. In margine: "op 8 Jan. 1571 is deze voors. rente gecoft bij Arien Lenen Caesz van Oosterhout. Erasmus Roosendael prior" (de akte is doorgehaald)

1426-02-02 (1425) |

Cartul St Jan Haarlem no 616
Haarlem Algemeen

scepene in Hairlem oorkonden dat Hughe van der Maer en Griete Geerlofsdochter voor hen hun testament gemaakt hebben. De langstlevende behoudt tot zijn dood de bruikweer van de nabeschreven goederen: eerst een huis met erf aan de noortzijde van den grooten Kerchove, twisken Jan van Adrichem an die ene zijde, Hughe voorsz, Jan Evertsz, Claes Clinckairt, Ave Coman Dirc Foyen wedue met haar kinderen en mr Claes Evertsz scriver an die ander zijde, afterwaerts streckende an Heynric van Alcmade. Item noch die helfte van een huys ende erve onderdeelt daer Hughe van der Maer voirn. nu ter tijt in woent, leggende ende staende oestwaerts an die husinge mitten erve voirs, elc met sulken renten als dairop te hure staen. Verder nog imboedel, zilverwerk en kleinodiën. Na hun beider dood alles te komen aan hun rechte erfnamen

Doeve van Riedwijc en Ysebrant van Schoten, schepenen

1457-09-20 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 97/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex

schepenen in Haerlem oorkonden dat zij zich op verzoek naar het Zylklooster begeven hebben, waar de priores met Heynrick Wolbrantsz als voogd, een overeenkomst gesloten hebben, waarbij het klooster Ave Heynricksdochter voorn. aannneemt als non. Haar vader geeft met haar: 1) een stucke lants gelegen in den ban van Akersloet ende is geheijten den Parreck ende bruijct op dese tijt Jan Hoeck om 3½ R gld sjaars, ende is getaxeerd op 63 R gld, 2) en aan gereed geld 37 R gld, maakt tezamen 100 R gld. Hiermede doet Ave en het klooster afstand van haar aanspraken "totter letser doot toe" op Henric voorn, haar vader, en Cille, haar moeder [hiervoor doet Ave afstand van de erfenis van haar ouders Henrick en Cille]. Bij hun dood zal zij deze 100 gld weer inbrengen en zullen deze verrekend worden met haar aandeel in de erfenis. Zolang Ave leeft, zal zij dan de bruikweer van de erfenis behouden. Na haar dood zullen al de goederen haar aangekomen van haar ouders, komen op hun rechte erfgenamen, behalve de 100 R gld die aan het klooster zullen blijven "alzo verre als Ave voirs. den professije gedaan hadde"

Geryt van der Meer en Pieter Jan Dirc Tymansz.z, schepenen

1458-02-09 (1457) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 64v regest 164/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen als scepene tot Geertruijd Pieter Jansz weduwe huijse, daer zij zatt op haren stoele wetende hoir zinnen ende machtich hoire sprake, ende gelyede dat zij gemaect en besproken heeft etc in rechten testament, met Symon Pietersz als haar voogd, aan heren Jacob Bruijser, priester, horen neve, ende Maritgen Gerytsdochter hoire nichte tesamen, te hebben en te behouden na Geertruden doot voers. die bruijcweer van den huijse en erve liggende en staende in die Conincxstraet, belend an die een zyde: Jan Vredericxz den Coster, an die ander zyde: Claes van Schoten, afterwaerts streckende an Henrick Geritsz van Hillegom, met 9 schell en 8 penn Holl sjaers die daerop te huren staen. Zij zullen zolang deze bruikweer duurt jaarlijks tot vertroostinge der ziele van Geertruid voirs uitreiken aan de kerkmeesters en de cantoirmeysters samen 1 gouden Wilh. Holl scilt sjaars. Na hun beider dood zullen de kerk- en cantoirmeysters tesamen het huis bezitten. Opgenomen in een vidimus van 1459-03-06 (1458)

Ocker van der Crempe en Claes Lieve, schepenen