cijnsboek
4 resultaten
Arkel, van | 1341-01-25/26 (1342)
R.A.H. Coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282; Van Mieris II p 644, 645, 646 (datum: 1341-01-27); Kemp p 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex
graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn: 1) aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen; 2) boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetsij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen; 3) Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329; 4) nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden (fol 280 t/m 282); 1342-01-26: de graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel
borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel [van Noordeloos], Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders; Jan Westvalinc, knape
Haeften, van | 1341-01-27
R.A.H. coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282; Van Mieris II p 644, 645 en 646; Kemp bl 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex
graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn. 1. aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen 2. boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetsij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen 3. Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329 4. Nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden, zie fol 280 t/m 282. De graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel
borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel, Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders, Jan Westvaling, knape
Asperen, van | 1341-01-26
R.A.H. coll Aanw 36 fol 277v t/m 280 en t/m 282/Van Mieris II p 644, 645 en 646/ Kemp bl 68 (met datum 1342-07-06)
Achternamenindex
graaf Willem doet uitspraak tussen heer Otto heer van Asperen en heer Jan heer van Arckel "onsen lieven neve" in zake de cijnsgoederen binnen de heerlijkheid van Hagensteijn: 1. aanspraak op cijnsgoed aldaar zal berecht worden door de heer van Arkel, eigen goed door de heer van Asperen; 2. boeten inzake tijnsgoed: de heer van Arkel. De heer van Asperen behoudt het gerecht van allen goede hetzij coren op den velde of van getimmerde huijsen of vervallen, van wegen en wateringen; 3. Vast en gestade zullen blijven de brieven die uijten onze vader gegeven heeft tussen heer Gillis van den Bossche op die een zijde ende Heynrich van der Lecke op die ander zijde, gegeven te Leiden 1329; 4. nieuw recht zal gesproken worden, dat men also rechte als men dede op die tijt dat die heerlycheid van Haghensteijn voirs an onsen vader bestarf bij dode jvr Margriete van Haghensteijn Heynrics wijf van der Lecke was. Voor de nakoming daarvan had de heer van Arkel een boete van 2000 £ Zw Tourn beloofd onder borgtocht. Beloften van beide parijen om deze uitspraak te houden (zie fol 280 t/m 282). De graaf ontslaat de borgen uit hun borgtocht, daar hij tevreden is met de belofte tot nakoming van de heer van Arkel
borgen voor Arkel: Sweder van Abcoude, Diederik van Hairlair, Aarnd van Arkel, Diederik Aelras van Arkel; voor Asperen: Aarnout van Yselsteyn, Otto van Haeften, Nicolaas van der Dussen, ridders, Jan Westvaling, knape
Doys | 1410~
Leenregister Culemborg fol 79v, 80, 81v, 84, 37v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Doys uten Weerde dat Geryt van Kulenborch opdroeg de helft van 13 morgen aan de noordzijde op het Hornicxvelt, belend boven: heer Willem van Broechusen, beneden: Henric Ottenz. Hij draagt dit leen over aan Geryt Willemsz; - Herman Scakel dat Gerit Doys van Boemel opdroech 6 ½ hont in Wiker mate in de maelscap van Mauderic, belend boven: Herman Scakel met een akker cijnsgoed, beneden: Aernt van Helsdingen, strekkende van Ponsken Surmonts hof aan de Bandijk. (Herman draagt dit leen over aan Ponsken Zuermont); - Aernt van der Weteringe dat Wolfart van Kulenborg opdroeg 5 morgen en 2 hont in de maelscap van Mauderick in Wykermate, belend boven: Lambert van de Weteringe, beneden: Jan van der Lede (hieraan is de lijftocht van Gerit Doijs Arnts wijf anno 1431 Sabatto post Bonifacii); - Herman van Lewen Geritsz dat Gerijt van Wyck opgedragen heeft 4 morgen en 2 hond in de maelscap van Rijswick, strekkende van de Weertgrave tot aan de Broecsteeg, belend boven: Jorden Doys ten Weergrave toe, en voert ter Broeckstege toe Geryt Doijs Gerytsz, beneden: Lysbeth Jan Gijsbertsz en haar kinderen. - Henric Buddinc van Attenvelt heeft Gerit Doys Sprunck opgedragen 8 morgen land op t Meerlant en in de Poetert, die Jannes die Scriver van de heer van Culemborg te houden placht